Eigenlijk ga ik toch wel best vaak naar lezingen, nee? Als ik dat zo hoor…
Enfin, gisteren contacteerde een van mijn allerprilste oudleerlingen me, Esther. Ze zat bij mij in het vierde toen ik net begon les te geven, en we zijn eigenlijk altijd zo’n beetje contact blijven houden. Nu was het een tijdje geleden dat ik haar nog gezien had, en ik had ook al zitten denken dat we nog eens moesten afspreken. Zij heeft ook klassieke gedaan destijds, maar werkt al sinds jaar en dag op het rectoraat, een uitdagende job.
En aangezien zij op de UGent zelf werkt, heeft ze ook meer zicht op alle mogelijke activiteiten. Zo had ik niet gezien dat de Taal- en Letterkunde opnieuw een reeks lezingen organiseerde, deze keer niet over Great Books, Great Plays of Great Poems (waar ik ook nog naartoe ben geweest) maar over Great Critics. Een klasgenoot van me aan ’t unief, Yanick Maes, is docent Latijn tegenwoordig, en besprak met verve de bekende critica Martha Nussbaum en wat zij geschreven heeft over Seneca.
Het werd een loodzwaar, maar zeer interessant uur. Het heeft er vooral voor gezorgd dat ik eigenlijk wel eens iets van Martha Nussbaum wil lezen, ja. Interessant mens, al kan ik me voorstellen dat sommige van haar stellingen best controversieel kunnen zijn.
De grond van haar pleidooi en haar visie op Seneca is dat de taal die hij hanteert, onlosmakelijk verbonden is met zijn onderwerp. Dat hij een personage als Medea nooit had kunnen beschrijven in een ander register. Yanick haalde er overigens een aantal prachtige citaten uit, die ik zowaar gefotografeerd heb om ze te kunnen onthouden.
De literaire taal en de complexe dialogische structuur activeren de totaliteit van de geest van de gesprekspartner (en de lezer) op een manier die onmogelijk is voor een nuchter en abstract proza-tractaat.
Volgens Nussbaum is net het taalregister en de vorm van het toneelstuk bepalend voor Seneca’s filosofische en morele invloed.
Literatuur ontwikkelt de spieren van de verbeelding en stelt mensen in staat om toe te treden tot de wereld van een andere persoon en om de betekenis van de gebeurtenissen in dat leven als buitenstaander te aanschouwen.
Nodeloos te zeggen dat ze meer dan een lans breekt voor literatuur. Literatuur zou een prominente plaats moeten innemen in elke opleiding, volgens haar. Ik volg haar wel, ja.
Emoties zijn inschattingen of waardeoordelen, die groot belang voor iemands welzijn toeschrijven aan dingen en personen die de desbetreffende persoon niet kan beheersen.
Seneca mag in se dan wel een boegbeeld van het Stoïcisme zijn, hij pleit er niet voor om alle emoties achterwege te laten, wel integendeel. Het is net in het beheersen van emoties dat je je een meester moet tonen. Emoties zoals woede of wraak – zoals in de Medea – zijn net een berekende reactie op bepaalde gebeurtenissen. Je mag de allereerste reactie op een gebeurtenis niet meerekenen, maar zodra die eerste schok is bekoeld, zijn emoties weloverwogen, zij het misschien niet altijd even welbewust. Die emoties worden aangestuurd door de ratio.
Enfin, zoals gezegd was het een zware boterham, die Esther en ik daarna gingen doorspoelen op het terras van de Backstage. Ook dat werd een zwaar gesprek, zij het van een totaal andere orde. Ik genoot, daar op dat terras, in een zalig weertje, met fijn gezelschap, na fijne hersengymnastiek.
Meer moet dat soms echt niet zijn.