Spring-loop-vlieg

En nee, ik heb het niet over een nieuw soort insect, het was gewoon weer dat soort dagje vandaag.

Om acht uur te voet de kinderen naar school gebracht, en me een beetje misrekend in de hoeveelheid hemelwater die er aanwezig was. Ik had gerekend op wat gemiezer, ik kwam kletsnat weer thuis. Hmrbl.

Onmiddellijk werd ik getackled door de schrijnwerker/schilder en de planner, nog voor ik een warme kop koffie kon nemen. Ik heb over een aantal punten mijn grieven gespuid, en ik denk dat de boodschap wel overkwam, ja. Koud, nat en zonder koffie = mij aanspreken op eigen risico.

Tegen kwart voor tien begaf ik me richting Kouter, om daar in het Paard van Troje een ontbijt te nuttigen, en vooral met een hoop Gentenaars van gedachten te wisselen over wat nu de vijf beste Aziatische restaurants zijn, waar je de beste frieten kan krijgen, en of sommige eigenaars niet een eigen lijst verdienen van ‘kwaaiste eigenaars van Gent’. Fijn gezelschap, goeie croissants, en heerlijke peterseliewortelsoep.

Ginder helaas moeten weglopen omdat ik eerst toezicht en daarna les had, maar bon, ik was al blij dat het bovenstaande gesprek op mijn vrije voormiddag viel.

Na school de kinderen gaan ophalen, een vieruurtje gegeven, en opnieuw in de auto geladen: Wolfs knie was opnieuw beginnen pijn doen zodra hij weer iets of wat begon te sporten, en dus lieten we een RX en een echo maken, op aanraden van de huisarts. We kwamen onmiddellijk aan de beurt, maar klantvriendelijk zou ik het niet noemen, nee. We werden er nog net niet letterlijk buitengegooid. Tsja, we hebben de foto’s, volgende week dinsdag gaan we naar de orthopedist ermee. Uiteraard kreeg ik als absolute leek en daarom ook meteen complete idioot, nitwit en incompetente huisvrouw niet te horen wat er te zien was geweest, en dus opende ik maar de brief gericht aan de huisarts. Conclusie: niks mis met het bot, maar blijkbaar ook totaal geen spoor van ontsteking of zwelling. Bizar.

Nu even het verdict van de orthopedist afwachten.

Thuisgekomen heb ik de kinderen weer aan tafel gezet, kwam Bart gelukkig ook thuis, en kon ik vertrekken naar het UZ, waar een van mijn beste en langste (ik spreek over dertig jaar, jawel) vriendinnen op revalidatie ligt na een hersenbloeding, en die ik samen met een andere vriendin van toen ging bezoeken.

Toen ik om half tien thuis kwam, was ik te lam om nog veel anders te doen dan in mijn zetel te ploffen. Ik vermoed dat dat niemand zal verbazen. Poeh.