Wippelgem

Het was alweer een langzaam gestarte vakantiedag, zo eentje om van te snoepen. Voor mij was dat vooral omdat ik zowaar een nieuwe telefoon had! Mijn oude iPhone 5 had batterijproblemen en was de laatste tijd een aantal keren gevallen, zodat het scherm echt in gruzelementen lag, ook al werkte hij nog. Maar het zou me 135 euro gekost hebben voor een nieuw scherm, 85 euro voor een nieuwe batterij, en voor 325 had ik een ‘restore iPhone 6′: een tweedehands exemplaar dat volledig nagekeken is, blijkbaar een nieuw scherm en een nieuwe batterij, en dus volledig in orde. Deal, wat mij betreft.

In de namiddag heb ik dan de kinderen in de auto geladen omdat vooral Wolf moet bewegen, en zijn we tot in Wippelgem gereden voor vijf caches van het rondje rond Luc De Vos. Awel, ’t was een mooie namiddag, met vooral heel knappe caches! Een daarvan spande toch wel de kroon, en kreeg van ons dan ook een favorietenpunt: de cache was een heuse brievenbus, waarvan je de sleutel moest zoeken, en daarmee het deurtje openkreeg. Binnenin zat een houten doos met zo’n balletjesdoolhof: je moest het balletje in het juiste gaatje doen vallen, waardoor je een mechanisme kon in werking zetten en de doos openmaken, en daarin zat dan het logboekje. Knap!

Voor twee andere heb ik zowaar een hint moeten vragen, en al bij al was het echt wel een mooie tocht. Tijdens de laatste twee is Wolf wel in de auto blijven zitten, want hij heeft nog serieus last van de weerbots van het zwemmen eergisteren. Hmpf.

’t Is te hopen dat die rug toch echt wel betert…

Vos.

Ik heb nooit veel tegen hem gezegd, en hij grijnsde altijd alleen maar eens in mijn richting, maar Luc De Vos was zo Gents als een kleingilbèrke, als het Dreupelkot, Tjoak, gestreken mastellen of nen kroakemandel.

Toen ik het nieuws gisteren in de auto op de terugweg hoorde, was ik zowaar serieus van slag. Hij hoorde bij Gent, en leek daarom tijdloos. In mijn gedachten zag hij er twintig jaar geleden, toen ik menig optreden van hem zag, er hetzelfde uit als nu.

Niet dus.

Vandaag is een dag van rust, van trainingsbroeken, kaarsjes, brandend haardvuur, examens opstellen, en de muziek van Gorki. Ook de jongens luisteren ademloos, en kenden eigenlijk vooral Mia. Ze hoorden het me af en toe wel eens zingen, zei Wolf.

 

En dan zit je rustig aan je PC te werken, en hoor je plots een hese stem “hij leeft” zingen. Dan moet je wel even stoppen met lezen, wat je ook aan het lezen was. Ik kon even niet verder, staarde naar mijn scherm door een waas.

Nooit gedacht dat de dood van een eigenlijk onbekend iemand me zoveel zou doen. Bizar.

Het ga je goed, Vos. Waar je ook bent.