Lectuur: “Persuasion” van Jane Austen

Jawel, ik blijf verder lezen aan mijn BBC-lijst, zeker als het om negentiende-eeuwse literatuur gaat. Want ja, ik hou echt wel van dat oer-Engelse kostuumdramagedoe.

En daar valt Persuasion wel opnieuw onder, zou je kunnen zeggen. Eigenlijk is dit chick-lit – wijvenliteratuur, voor mijn pa en schoonma – maar dan op literair niveau. Het hoofdpersonage, Anne, heeft destijds een verloving afgebroken omdat de man in kwestie niet goed genoeg zou zijn voor haar qua status. Intussen is ze 27, heeft haar snobistische vader zijn grote landgoed moeten verhuren omdat hij in geldnood zit, en is zij nog steeds vrijgezel, zonder goede vooruitzichten. Via een hoop omwegen komt ze opnieuw in contact met haar vroegere verloofde, Wenthworth en na de nodige perikelen – is hij niet verliefd op een ander? Zou mr. Elliot geen betere partij zijn? Maar is mr. Elliot wel wie hij beweert te zijn? En waarom is Wenthworth plots zo bezorgd om Louisa? – komt het uiteindelijk toch nog allemaal goed. Qua thematiek is dit misschien een stationsromannetje, maar qua uitwerking niet.

Romantiek dus, maar van de bovenste plank. Het wordt niet voor niks gezien als een klassieker en eindigt steevast hoog in alle lijstjes van favoriete boeken. En ik, ik heb ervan genoten, ja.

 

Lectuur: “Middlemarch” van George Eliot

Ik geef het eerlijk toe, bij momenten heb ik het lastig gehad met deze klepper van 904 pagina’s uit 1871. Maar ik ben zo niet de opgevende soort, en vooral: het boek is met reden een klassieker.
Het verhaal speelt zich af in een Engelse county en meandert van het ene personage naar het andere, in de plattelandsburgerij, met al haar kleine kantjes en futiele geheimen.

Het verhaal begint met Dorothea, een meisje van 18 dat heel idealistisch trouwt met een oudere man in het idee dat ze hem echt van dienst zal kunnen zijn bij zijn schrijfwerk rond mythologie. Helaas, dat valt tegen, en we merken haar teleurstelling, haar frustratie, haar berusting.

Een van de andere mannen die naar haar hand dong, trouwt dan met haar zus, en zo loopt het verhaal van het ene gezin naar de andere situatie. De auteur neemt die burgerij met zijn enorme schrik voor verlies van aanzien zwaar op de korrel, en vooral de clerus moet het stevig ontgelden.

Af en toe komt er een ogenschijnlijk totaal losstaand personage, maar dan blijkt dat toch op een of andere manier verweven in het maatschappelijke weefsel van Middlemarch. Alles is uiteindelijk met alles verbonden, ieders beslissingen hebben een invloed op het leven van de anderen.

Daardoor raak je eigenlijk ook wel meegesleept in het verhaal, ondanks het feit dat het Engels natuurlijk niet evident is, en vooral als er zich dan drama’s afspelen. Je wil weten hoe bepaalde situaties aflopen, maar dan springt er eerst weer een ander personage tussen en moet je nog even wachten op de uiteindelijke oplossing.

Zware kost, lastig om lezen, maar toch wel de moeit waard.

“An Odyssey: a father, a son, and an epic” van Daniël Mendelsohn

Dit boek was me van verschillende kanten aangeraden: zowel een inleiding op de Odyssea van Homeros, als een heel mooie beschrijving van hoe een zoon omgaat met zijn ouder wordende, moeilijke vader.

Tsja…

Ik weet dat het boek verschillende prijzen heeft gewonnen, maar mij kon het helaas niet raken. Jawel, op sommige momenten was ik effectief wel ontroerd, en ik heb ook wel een paar nieuwe inzichten opgedaan over de Odyssea – ik moet die dringend opnieuw lezen – maar over het geheel?

Nah.

Ja, het is goed geschreven, maar het is me te langdradig, en dat wil al iets zeggen, als je weet hoeveel boeken ik verslind, en welke standaard langdradig bevonden kleppers daartussen zitten. Ik ben er dan ook de hele maand februari mee bezig geweest, enkel in mijn bed ’s avonds, en ik viel prompt in slaap. De stukken over de Odyssea vond ik eigenlijk ook te… belerend, voor een roman. Interessant, ja, maar ik zou dat veel liever in een apart boek bekeken hebben. De combinatie van het professorale en de memoires lag me niet zo. Of zoals Bart het zei, toen hij me hoorde zuchten over het boek: “Het leven is te kort om slechte boeken te lezen”. Maar daarin ben ik dan wel weer koppig natuurlijk: ik wilde het uitlezen.

Zou ik het aanraden? Goh… Het is een twijfelgeval: mij sprak het niet aan, maar ik kan me voorstellen dat veel mensen het wél een goed boek vinden. Het zou anders ook niet zo veel prijzen krijgen, natuurlijk. Maar ik vrees dat ik hierin Christophe Vekeman ga volgen: “Mendelsohn laat in zijn boek geen kans onbenut om alles van naaldje tot draadje uit te leggen, liefst herhaaldelijk zelfs, en om alle interessante weetjes met betrekking tot bovengenoemde thema’s en de Odyssee met de lezer te delen, in die mate, helaas, dat je al te vaak het gevoel hebt net als Mendelsohns studenten en dus ook vader in de klas te zitten en ernaar snakt om, jawel, een boek te gaan lezen. Met andere woorden, Mendelsohn mag dan heel slim zijn, en buitengewoon erudiet, maar hier toont hij zich meer leraar dan schrijver, meer vader dan zoon, zeg maar, en dat maakt Een odyssee. Een vader, een zoon, een epos misschien indrukwekkend, maar ook langdradig en op een rare manier onsympathiek.” (Hiero)