Bart zit sinds donderdag in Linz voor een conferentie rond AI, en dus draait het eventjes hier op mij. Op zich maakt dat eigenlijk niet zoveel verschil, toch zeker niet in de week. Donderdagmorgen gooide ik hem om acht uur ’s morgens af aan het station, om dan Wolf af te zetten op school. Gisteren was het even reppen voor de fagotles, maar ook dat ben ik gewoon, dus dat lukt allemaal wel.
Woensdag had ik al gekookt voor zaterdag, want ik moest wel degelijk met Wolf van elf tot twaalf naar de muziekles. Maar ook daar: geen enkel probleem. En zondag, toen had ik zowaar een productiviteitsboost in de voormiddag. Om half tien hing de was al buiten, om tien uur ben ik begonnen met het eten – een bewerkelijke tajine – en tegen kwart voor twaalf stond soep en eten klaar, had ik gedoucht, het huis opgeruimd, en was zelfs de tafel al gedekt, klaar tegen dat ons pa kwam. Goed bezig, al zeg ik het zelf.
Maar ik had wel degelijk een flater in mijn planning: gisteren was er hier op Wondelgem Dries een heel gezellig festivalletje, Living in ’t Park. Nu was ik in de vaste overtuiging dat het vandaag ook nog was, maar snuif dus. Ik was echt van plan deze namiddag te gaan, en ons pa mee te pakken. Niet dus. Bummer, want ik had ernaar uitgekeken.
En toen had het weer nog de temeriteit om te beginnen regenen, zodat de was nog in mijn droogkast moest. Grr.
Deze morgen ging alles dan wel weer zeer vlot, met kinderen die netjes op tijd op school waren, zonder stress. Moet ook eens kunnen.
Vanavond laat komt Bart thuis. Allez ja, ik moet hem ergens rond een uur of vijf gaan ophalen aan het station, maar dan moet hij onmiddellijk weer weg voor een diner. Het leven van een zakenman, zeker?
Ik zal toch blij zijn als hij terug is, jawel.