Mijn nieuwe rooster is fantastisch!

Ik weet niet hoe ze het doen, die collega’s van me, maar ze hebben me weer gigantisch in de watten gelegd!

Ik geef dus 21 uur effectief les, en ik wil liefst niet meer dan 5 uur op een dag, want mijn rug vindt het allemaal niet zo fijn. De roostermakers hadden me gevraagd of ik het erg zou vinden om maar één halve lesvrije dag te hebben, in plaats van de gebruikelijke twee waar zij vrijwel altijd voor kunnen zorgen. Ik vond dat geen enkel probleem, want liever minder uren op een dag dan die twee halve dagen. Ik zou dan toch maar plat in de zetel moeten liggen om te bekomen.

Maar kijk, mijn rooster kwam vandaag binnen, en het is prachtig! Op maandag geef ik les van half negen tot één, de namiddag ben ik lesvrij. Op dinsdag begin ik pas om tien uur, tot half vier; op woensdag van half negen tot twaalf, op donderdag opnieuw pas om tien uur tot half vier, en op vrijdag gewoon weer van half negen tot een, zodat ik ook daar de namiddag vrij heb. Het is hen dus wel degelijk gelukt om me alsnog twee vrije namiddagen te roosteren, en de andere dagen begin ik iets later.

Dikke dikke chapeau, en ook een enorm fijn gevoel over de zorgzaamheid en bezorgdheid van de collega’s. Het is natuurlijk een beetje uit eigenbelang ook, want als ik uitval, vinden we niet zomaar vervanging, dat hebben we duidelijk gemerkt. Maar ik weet dat het vooral gewoon is om zorg te dragen voor elkaar en het elkaar zo makkelijk mogelijk te maken om naar behoren te functioneren.

En dat, dat is waarom ik zo graag op mijn school sta. Want dat van die warme school, dat is gewoon een feit.

Nieuw lesrooster

In oktober krijgen we altijd een nieuw lesrooster. In september starten we op basis van de studierichtingen die de leerlingen op het einde van vorig schooljaar hebben opgegeven, maar daar zitten altijd massa’s veranderingen in: zittenblijvers, leerlingen met een B-attest die dus de geplande richting niet mogen volgen, dat soort dingen. Daarnaast zijn er ook leerkrachten die wegvallen, erbij komen, op meerdere scholen staan of een andere ambtsverdeling krijgen. Resultaat: een nieuw rooster dus.

Mijn rooster voor de rest van het jaar is zeker niet slecht, maar wel een beetje vreemd. Nu, de roostermakers weten dat ik liever elke dag kom – ik woon ook maar op 5 kilometer – dan dat ze me veel uren op een dag geven, want dat kan mijn lijf gewoon niet aan. Ze weten ook dat ik, als ik kan, ’s middags naar huis ga. Maar dit jaar is het dus wel extreem: op maandag en vrijdag geef ik les van 9.20 uur tot 11.00 uur (met aansluitend een uur studietoezicht tot 12.05 uur) en dan in de namiddag van 13.45 uur tot 15.25 uur, op dinsdag van 10.10 uur tot 12.05 uur en dan in de namiddag, en op donderdag van 9.20 tot 12.55 uur. Op donderdagnamiddag en woensdag ben ik lesvrij, zodat ik administratie kan doen en voor de website werken.

In principe kan ik dus elke middag thuis gaan eten. Soms is het wel wat nipt: ik heb regelmatig een vergadering (met de zesdes) op maandag om 13.15 uur, op dinsdag heb ik op datzelfde uur breiclub en op vrijdag heb ik dan toezicht, maar ik kan altijd in principe om 12.20 uur thuis zijn, en dan om 13.00 uur weer vertrekken. Zelf koken zal er dus niet in zitten, maar ik kan wel op het gemak in alle rust eten, eventjes liggen en een echte middagpauze hebben.

Mja. ’t Is eens wat anders.