Lectuur: The Witcher-reeks van Andrzej Sapkowski

Ik had een tijd geleden het eerste seizoen van “The Witcher” bekeken op Netflix, en dat was me zo bevallen, ondanks de gaten in de plot, dat het eigenlijk vooral naar meer  smaakte. Meer was er voorlopig echter niet op tv, en na wat rondgevraag bleken de boeken ook nog niet zo slecht te zijn. Misschien wat onevenwichtig geschreven en met lange beschrijvingen, was de raad, maar best wel oké. Goh, dacht ik toen, wie voor zijn plezier boeken leest uit de 19de eeuw zoals van Charles Dickens of George Eliot, die kan wel tegen een beschrijvinkske van een paar pagina’s meer of  minder.

Er zijn momenteel in totaal acht boeken, waarvan 1-6 een overkoepelende plotlijn hebben en dan 0.5 en 0.75 later geschreven zijn maar wel veel meer inzicht geven in de wereld en het hoofdpersonage. Al weet ik eigenlijk niet zo goed wie precies het hoofdpersonage is: de witcher uit de titel, of Ciri, een meisje met een Lot om wie het eigenlijk, uiteindelijk allemaal draait.

Sapkowski’s wereld zit prachtig in elkaar: de witcher is een door tovenaars gecreëerde mutant met buitengewone fysieke gaven, gemaakt om de monsters van de wereld te verslaan. Er hoort ook een zeer zware training bij, en veel jongeren overleven die training niet eens. Je krijgt dus meteen een schitterend uitgewerkte wereld met tovenaars, tovenaressen, landen en koningen die met elkaar in oorlog liggen, monsters, zangers, elfen en dwergen die wegens hun ras worden uitgemoord… Het is geen fraaie wereld die geschetst wordt, maar wel eentje die klopt in een middeleeuwse setting. High fantasy, als het ware.

En daarin beweegt Geralt, de witcher uit de titel, zich voort als een knuppel in een hoenderhok. Als mutant wordt hij nergens geaccepteerd, overal scheef bekeken, en zijn sociale vaardigheden zijn op zijn minst niet optimaal te noemen. In de serie geeft Henry Cavill gestalte aan het personage, en het is een waar feest om naar te kijken.

Maar langzaam verschuift de focus van het verhaal naar Ciri, heb ik de indruk. Soms vind ik dat wat jammer, want de witcher is intrigerend, maar aan de andere kant kan je die mens niet tot in den treure monsters laten verslaan zonder dat het eentonig wordt ook, natuurlijk.

Ik kijk uit naar het vervolg van de reeks, ik heb net het derde boek achter de kiezen. En die uitweidingen? Die zijn me niet eens opgevallen…

Lectuur: de Broken Empire trilogie van Mark Lawrence (Prince of Thorns)

In juni heb ik drie zalige fantasyboeken gelezen: duister en gritty met een goed uitgewerkte wereld, precies zoals ik ze graag heb: Prince of Thorns, King of Thorns, Emperor of Thorns, algemeen gecatalogeerd onder de stijl grimdark. En ook de schrijfstijl van Lawrence sprak me best aan.

Het geheel speelt zich af in een middeleeuwse sfeer, maar dat blijkt – zo wordt beetje bij beetje duidelijk – eigenlijk een paar duizend jaar in de toekomst, nadat de aarde verwoest is door een nucleaire apocalyps en er een nieuwe, niet-technologische beschaving ontstaat die veel weg heeft van de middeleeuwse toestanden van weleer. En zelfs na duizend jaar zijn er nog altijd no-go gebieden, zo blijkt. Maar eigenlijk speelt dat alles gewoon in de rand van het verhaal, waarin we Jorg Ancrath volgen, een compleet immorele jongen van een jaar of twaalf die onverhoeds aan het hoofd van een dievenbende komt te staan. Jawel, aan het hoofd van volwassenen, gewoon omdat hij  enerzijds bijzonder verstandig is en gestudeerd heeft, anderzijds omdat hij zelf zowat de meest immorele van de hoop is. En toch is er ook sprake van broederschap, zelfs wanneer er op bijzonder bloederige manier een hoofd wordt afgehakt of een buik wordt opengesneden.

Het verhaal is niet voor tere zieltjes, daarvoor beschrijft Lawrence bepaalde taferelen net iets te… nietsverhullend en weinig aan de verbeelding overlatend. Maar net dat realistische maakt het voor mij wel interessant. En Jorg Ancrath is, ondanks zijn verdorven karakter, ook net weer een  zeer innemend en intrigerend hoofdpersonage. Voeg daar nog een dikke vleug magie in al zijn vormen toe, en jawel, ik ben verkocht.

Geen hoogstaande literatuur, wel zeer entertainend. Dik in orde.

 

Lectuur: “False value” van Ben Aaronovitch

In januari las ik met veel plezier de reeks “Rivers of London (Peter Grant)” van Ben Aaronvitch, een reeks in het hedendaagse London waarin er wel degelijk magie bestaat. Peter Grant is een jonge politieagent die in de tovenaarswereld rolt, en vaststelt dat de Metropolitan Police in Londen blijkbaar ook een aparte afdeling heeft voor alles wat met het bovennatuurlijke te maken heeft.

Zoals het hoort, heeft elk boek een aparte plot, maar loopt het hoofdverhaal verder. Peter woont intussen samen en verwacht een tweeling, en ook dat heeft een impact op zijn leven en de manier waarop hij werkt. In deze nieuwe, welja, aflevering draait alles rond artificiële intelligentie en moet Peter undercover gaan om een en ander te ontdekken. Maar uiteraard blijkt de oorzaak van de problemen magisch te zijn, zoals het hoort, en slaagt Peter erin om het op te lossen zoals alleen hij dat kan. Meer wil ik niet zeggen omdat het alleen maar spoilers zouden zijn, maar dit boek leest even vlot als de vorige, is even lichte maar goed geschreven lectuur en is dus, net zoals de rest van de reeks, ideale vakantielectuur.

 

Lectuur: “Middlemarch” van George Eliot

Ik geef het eerlijk toe, bij momenten heb ik het lastig gehad met deze klepper van 904 pagina’s uit 1871. Maar ik ben zo niet de opgevende soort, en vooral: het boek is met reden een klassieker.
Het verhaal speelt zich af in een Engelse county en meandert van het ene personage naar het andere, in de plattelandsburgerij, met al haar kleine kantjes en futiele geheimen.

Het verhaal begint met Dorothea, een meisje van 18 dat heel idealistisch trouwt met een oudere man in het idee dat ze hem echt van dienst zal kunnen zijn bij zijn schrijfwerk rond mythologie. Helaas, dat valt tegen, en we merken haar teleurstelling, haar frustratie, haar berusting.

Een van de andere mannen die naar haar hand dong, trouwt dan met haar zus, en zo loopt het verhaal van het ene gezin naar de andere situatie. De auteur neemt die burgerij met zijn enorme schrik voor verlies van aanzien zwaar op de korrel, en vooral de clerus moet het stevig ontgelden.

Af en toe komt er een ogenschijnlijk totaal losstaand personage, maar dan blijkt dat toch op een of andere manier verweven in het maatschappelijke weefsel van Middlemarch. Alles is uiteindelijk met alles verbonden, ieders beslissingen hebben een invloed op het leven van de anderen.

Daardoor raak je eigenlijk ook wel meegesleept in het verhaal, ondanks het feit dat het Engels natuurlijk niet evident is, en vooral als er zich dan drama’s afspelen. Je wil weten hoe bepaalde situaties aflopen, maar dan springt er eerst weer een ander personage tussen en moet je nog even wachten op de uiteindelijke oplossing.

Zware kost, lastig om lezen, maar toch wel de moeit waard.

Lectuur: “The Grail Trilogy” van Bernard Cornwell

Deze trilogie werd me aangeraden door verschillende mensen, en ik kan ze geen ongelijk geven. Ik heb al beter gelezen, maar zeker ook al slechter.

Het verhaal, dat over drie boeken loopt – The Archer’s Tale, Vagabond, Heretic – gaat over een jonge boogschutter, Thomas, wiens dorp uitgemoord wordt en die dan zelf ook maar een onderdeel van het Engelse leger wordt, met alle gevolgen vandien. Maar eigenlijk zit er een heuse zoektocht in naar de Heilige Graal – afhankelijk van de bron: de beker waaruit Christus dronk tijdens het laatste avondmaal, of de beker waarin zijn bloed is opgevangen toen hij aan het kruis hing. Het geheel speelt zich af in de veertiende eeuw in een zo correct mogelijk weergegeven Middeleeuwen: de belegeringen en veldslagen zijn historisch, de meeste personages ook. En toch voelt het verhaal zeker niet geforceerd aan: Thomas is van vlees en bloed en beweegt zich als Engelse boogschutter moeiteloos in de dorpen, steden en donkerte van die tijden. Verwacht dus geen echte fantasy of magie, die is er niet. De gevechten zijn dan ook heel realistisch en navenant bloederig beschreven, de verkrachtingen zijn, tsja, niets aan de verbeelding overlatend, en de hele geschetste wereld is ruw en rauw, met een diepe verachting voor de toenmalige kerk.

En ik denk dat het net dat was dat me eigenlijk wel aansprak, al zijn sommige beschrijvingen bij momenten nogal lang uitgesponnen. En hoe verliefd kan je zijn op de Engelse grote handboog? Ja, het was een machtig maar aartsmoeilijk wapen, maar Cornwell beschrijft het wel bijzonder uitgebreid.

Maar heb je graag de rauwe Middeleeuwen, met realistische beschrijvingen en een toch wel goed verhaal? Dan is dit zeker iets voor jou.

Lectuur: “Stone Cold” van Robert Swindells

Nu Wolf wat ouder is, begin ik eigenlijk ook de boeken te lezen die hij verplicht moet lezen voor school. Hij is echt geen lezer, en zo kan ik hem wat aanmoedigen en hier en daar extra uitleg geven als hij iets niet gesnapt heeft. Maar ik ga écht geen book reports voor hem schrijven, dat moet hij echt zelf doen.

Zo las ik dus “Stone Cold” van Robert Swindells, een kort boekje van amper 100 pagina’s dat ik op een uurtje of twee uit had. En ja, ik snap wel dat mijn collega Engels dit als lectuur opgeeft: het is echt toch wel op maat van pubers geschreven. Het verhaal gaat over Link, een jongen van 16 die door omstandigheden dakloos wordt in Londen, midden in de winter. Hij maakt gelukkig een paar vrienden, maar die blijken te verdwijnen…
Het verhaal gaat dus niet alleen over een jonge gast zoals de leerlingen zelf, maar er zit een stevig thrilleraspect in, zodat het ook spannend blijft.

Het enige minpuntje is misschien de taal: de auteur gebruikt Engelse jongerentaal, waar de meeste leerlingen absoluut niet mee vertrouwd zijn. Wolf haalde dat ook aan, dat hij sommige dingen niet begreep. Zo duurde het even voor hij doorhad wat een punter was, of dat dosh eigenlijk gewoon geld betekende, en dat is niet zo simpel als je al tegen je zin leest.

Maar al bij al is dit wel een fijn boekje voor de gemiddelde zestienjarige. Het einde is misschien wat abrupt en voorspelbaar, zelfs een tikje teleurstellend, maar al bij al best een fijn boekje.

Lectuur: “Red Rising #4 en #5” van Pierce Brown

Ik had hier al beschreven met hoeveel goesting ik de eerste drie boeken van Red Rising had gelezen. Daaruit volgde dan uiteraard ook het vervolg, zijnde boek vier en vijf. Ik kon het niet laten, want eigenlijk had ik beter gewacht tot boek zes ook uit was.

Deze trilogie speelt zich af 10 jaar na het einde van de vorige, en het is intussen, goh, helemaal fout gelopen. Of toch  aan het fout lopen. Over de inhoud mag ik eigenlijk niks zeggen, want dan heb je een hoop spoilers over de eerste drie boeken. Eigenlijk zijn deze boeken gewoon meer van het zelfde, maar gelukkig was dat eerste al steengoed.

Soms vervalt Brown in maniërismen, maar ik vermoed dat dat ook is omdat ik natuurlijk alle vijf de boeken na elkaar lees, wat eigenlijk niet echt de bedoeling is. Bepaalde frases komen terug, bepaalde gevechten zijn meer van het zelfde, en af en toe had ik een beetje een déja vu gevoel. Maar plotgewijs blijft het goed, je wordt nog steeds in het verhaal getrokken en de personages zijn echt meer dan “gewone mens wordt superheld wordt hero”, met diepgang, twijfels, fouten en stommiteiten.

En ja, ik kijk dus vol verwachting uit naar deel zes dat deze trilogie moet afsluiten. En ik vraag me ook wel een beetje af wie het nog allemaal zal overleven…

En misschien begin ik wel de afgeleide reeks te lezen, The Sons of Ares. Of de audioboeken te beluisteren. Of de comics te lezen.

Lectuur: “Northanger Abbey” van Jane Austen

Tussen al het fantasy- en science fiction geweld lees ik al graag eens een klassieker van de BBC-lijst. Deze eerste roman van Jane Austen stond daar echter niet tussen, maar kwam op een of andere manier op mijn Kindle terecht. En aangezien ik niet vies ben van een Austen meer of minder, dacht ik: waarom ook niet.

Wel, het is zeker geen slechte Austen, als je van het genre kostuumdrama houdt natuurlijk. Het boek volgt een wel heel naïeve jongedame van 17, Catherine, wanneer ze met rijke buren die wat extra gezelschap kunnen gebruiken, mee mag naar Bath en daar mag vertoeven in de higher society. Het draait allemaal om de juiste mensen, de juiste kleren, het juiste gedrag en uiteindelijk ook om de juiste, bij voorkeur rijke, huwelijkskandidaat en dus ook de juiste vrienden om die te leren kennen. In het tweede deel van het boek mag Catherine mee met een vriendin die ze daar in Bath heeft leren kennen naar haar huis, de Northanger Abbey, waar ze ook wel het een en het ander tegenkomt natuurlijk, voordat de happy end eraan komt.

Austen steekt vooral heerlijk de draak met de fameuze gothic novel, in haar tijd bijzonder populair, niet alleen qua thema maar ook door middel van sarcastische opmerkingen. Zo is Catherines vader “not in the least addicted to locking up his daughters” en haar moeder verkeert in uitstekende gezondheid “instead of dying in bringing the latter [sons] into the world, as anybody might expect”. Ze tekent echter haar personages wel heel mooi uit, zij het soms nogal stereotiep, maar ook dat past perfect in de tijdsgeest waarin een vrouw niet verwacht werd enige diepgang te hebben, en waarin een man zich mijlenver verheven voelde boven dat bescherming behoevende, naïeve en onnozele vrouwvolk. Tsja.

Eigenlijk gewoon een fijn tussendoortje als je houdt van die klassieke Engelse schrijfstijl, barokke stijlelementen en lichte verhalen.

Lectuur: “Red Rising” van Pierce Brown

Ik was van mijn sokken geblazen. Echt. Deze reeks is zware science fiction, maar dan wel gemengd met behoorlijk wat Romeinse mythologie. En eigenlijk zou je het een kruising kunnen noemen tussen The Hunger Games en Divergent, maar dan gewoon beter. Het begint inderdaad young adult maar het blijft het zeker niet.

We zitten enkele duizenden jaren in de toekomst, en de aarde is een voetnoot, de macht ligt op Luna, maar ook Mars, Mercurius, Venus en zelfs de manen van Saturnus en Jupiter zijn geterraformd en volledig bewoond. De mensen zijn bij geboorte al ingedeeld in een bepaalde kaste met een bepaald kleur, een bepaalde jobsoort en een vast levenspatroon, en de Golds staan daarboven als absolute heersers, met een fascinatie voor het de Antieke Wereld, compleet met allemaal Latijnse namen, Latijnse spreuken en zelfs zwaarden. En tegelijk zijn er ook gigantische ruimtegevechten en enorm geavanceerde technologieën.

En dan komt de laagste kaste, de Roden, in opstand, maar op een heel aparte manier.  Hoofdpersonage en ook de ik-persoon is ene Darrow, 16 jaar bij het begin van het verhaal, en uiteraard gaat het helemaal fout.

Het verhaal zit ongelofelijk goed in elkaar, knap opgebouwd, en de informatie wordt beetje bij beetje gelost, zodat je helemaal in het verhaal zit. Ik moet zeggen, ook de schrijfstijl ligt me ook enorm: kleurrijk, maar niet té barok, met uitweidingen maar ook weer niet niet langdradig. Het feit dat er een massa fanart en zelfs fanfiction bestaat, zegt ook veel.

Heb je graag The Hunger Games gezien/gelezen, en sprak Divergent je wel aan, en heb je tegelijk een boontje voor ruimtetoestanden? Ga er dan voor, deze reeks is ronduit de max. Het feit dat een van mijn vrienden zijn kat naar een van de personages heeft genoemd, zegt al veel, toch?

Dikke, dikke, zeer dikke aanrader.

Lectuur: “IJzerkop” van Jean-Claude Van Rijckeghem

Wolf moest dit boek lezen voor Nederlands, en aangezien ik het dan toch kocht voor op zijn (lees: Barts) Kobo, kon ik het evengoed ook overzetten naar mijn Kindle en zelf ook eens lezen. Ha ja, want als het goed is voor de kinderen, zal het ook wel oké zijn voor mij zeker?

Awel, ja. Ik vind het een goed boek. Niet het beste dat ik al gelezen heb, maar zeker niet het slechtste, bijlange niet. Het verhaal begint in Gent – en dat is bijzonder amusant aangezien je alles herkent – in de Napoleontische tijd, waarbij een jong meisje het gehad heeft met de verplichtingen die bij haar sexe en haar afkomst horen, en als ze verplicht wordt te trouwen als een stuk handelswaar bij een contract, besluit ze haar leven in eigen handen te nemen, met alle gevolgen vandien.

Ja, het is een jeugdroman, een coming of age, en ja, het is in wezen feministisch en historisch, maar dat stoort nergens aangezien het gewoon een onderdeel van het verhaal is en niet bedoeld is als expliciete boodschap.

De stijl is niet helemaal mijn ding, ik hou eigenlijk niet van boeken die zowel in het heden als in de ik-vorm zijn geschreven, maar de laatste tijd lees ik precies niks anders. Tsja. De verhaallijn wisselt trouwens af tussen het hoofdpersonage, het meisje dus, en haar jongere broer, die uiteraard een deel van de gevolgen van de acties van zijn zus moet dragen, maar ook zijn eigen problemen heeft. Op die manier krijg je een mooie wisselwerking van perspectief, tussen het privilege van de mannen en het verplicht onderdanige van de vrouwen in die tijd.

Wolf zei ook dat hij hem graag gelezen heeft, meer nog, het is het eerste boek dat hij ooit volledig heeft uitgelezen want onze Wolf en lezen, nee, dat is het niet.

Maar bon, zoek je een goed boek voor je ongeveer zestienjarige puber? Dan is dit een aanrader.