Blijkbaar was deze per ongeluk van de BBC-lijst met klassiekers gedonderd: er stonden er maar 98 meer op, en de nummer 26 was verdwenen. Zo’n ongelezen boek in het midden van mijn lijst, dat kon ik toch niet zomaar laten staan, en dus nam ik het met veel gusto ter hand. En nee, het heeft me niet teleurgesteld.
We zitten in Engeland in het interbellum, in de gegoede en zelfs bijzonder rijke klasse met kastelen als dat van Downton Abbey, en ik kon zo de pracht en praal en de kleren al voor mij zien. Het kasteel in kwestie is deze keer Brideshead, de thuishaven van Lord en Lady Marchmain, hun zoon Lord Brideshead en de rest van de Flyte familie. Ja, die overerfbare titels, daar moet een mens soms wel zijn hoofd bij houden.
Hoofdpersonage is Charles Ryder, ook van gegoede afkomst en dus op zich niet verplicht om te werken, die zich probleemloos handhaaft in die hoge kringen. Hij studeert in Oxford en leert er de jonge dandy Sebastian Flyte kennen. De twee kennen een onwaarschijnlijke vriendschap waarbij het eigenlijk in het midden gelaten wordt of ze ook een seksuele kant heeft, maar waarbij dat helemaal niet onvoorstelbaar is. Charles leert ook de rest van de familie kennen en brengt de zomer door op Brideshead, met Sebastian. Maar Sebastian ontwikkelt zich tot een heuse alcoholist en Charles raakt hem kwijt als vriend en verliest daarmee ook het contact met de rest van de familie.
Een aantal jaren later, wanneer Charles een gevestigd schilder is, ongelukkig getrouwd en vader van twee kinderen, komt hij onverwacht toch opnieuw in contact met de Flytes. Op die manier komt hij ook weer op Brideshead terecht, waar Sebastian al jaren niet meer is geweest: het verhaal verschuift naar diens zus Julia. En uiteindelijk, jaren later, tijdens de oorlog, komt hij onverwacht weer oog in oog te staan met de locatie van een groot deel van zijn jeugd.
Waugh kan ongelofelijk goed vertellen, maar deinst er niet voor terug om zijn fantastisch charmante personages ook een heel egoïstische, kille kant mee te geven, en zijn kille personages toch een sympathieke draai te geven. Het geheel zorgt ervoor dat je meeleeft met de personages, dat je af en toe schrikt van bepaalde reacties, maar dat je het ook jammer vindt wanneer hij sommige personages zonder meer uitrangeert. De achtergrond zijn the roaring twenties waarbij duidelijk wordt dat de geprivilegieerde klasse haar privileges snel aan het kwijtspelen is, een gouden wereld met bediendes en chauffeurs en feesten die nooit meer terugkomt.
Uiteindelijk is dit een dieptragisch verhaal, over weggegooide levens, verspilde kansen, gedoemde liefdes, onoverbrugbare sociale verschillen en de verwoestende invloed van religie.
Ik kan al niet wachten om de serie te bekijken uit 1981 die van Jeremy Irons een beroemdheid heeft gemaakt. Nostalgie naar een tijd die je niet eens zelf hebt meegemaakt: het bestaat.