Lectuur: ” The Secret Garden” van Frances Hodgson Burnett

Ik dacht, ik neem na dat hele lichte van Bridget Jones nog eens iets van de klassiekerslijst, kwestie van daar ook nog eens aan voort te doen. Mijn keuze viel op deze The Secret Garden uit 1910. Het is eigenlijk een kinderboek, maar dan wel eentje vol clichés. Ofwel zijn alle kinderverhalen daarna op dit verhaal gebaseerd, dat kan ook, het is per slot van rekening meer dan 100 jaar oud.

Het verhaal op zich – let op, spoiler, maar niet echt want je ziet het van mijlenver aankomen – is over een nors, stuurs weesmeisje, Mary, dat bij haar excentrieke nonkel moet komen wonen in een kast van een landhuis met meer dan 100 kamers. Nonkel is nooit thuis en ze wordt min of meer aan haar lot overgelaten. Alleen hoort ze ’s nachts regelmatig gehuil.

Bon, Mary gaat op onderzoek uit en vindt in de enorme landerijen een geheime tuin waarvan ze – wonder boven wonder – ook de sleutel vindt. Binnenin is alles overwoekerd maar wel prachtig. En dan blijkt dat het gehuil van een oververwend jongetje komt, de zoon des huizes waarvan men al jaren verwacht dat die elk moment kan doodvallen, die nooit buitenkomt, die zelfs niet kan stappen, en dat de reden is waarom de vader ook nooit thuis is.

Uiteraard zullen Mary en Colin vriendschap sluiten, zal zij hem mee naar buiten nemen, zullen ze samen de geheime tuin onder handen nemen, wordt ook Colin weer helemaal gezond en worden ze beiden flinke, gezonde kinderen.

Joepie.

Zoals gezegd, heel voorspelbaar, en net daarom kon het me niet echt bekoren. Ook de kinderen zijn bijzonder cliché, net zoals de andere personages. En ook al hou ik wel van Engels uit die periode, het werd net iets te vaak herhaald hoe stuurs en hoe lelijk en hoe nors Mary eigenlijk wel was. En hoe zagerig en klagerig Colin wel was.

Nope, geen fan.

Lectuur: “Bridget Jones: the edge of reason” van Helen Fielding

Aangezien ik ‘Bridget Jones’s Diary’ had gelezen, heb ik er meteen maar deel twee aangeplakt. Het is zodanig meer van hetzelfde dat ik uiteindelijk deel 3 maar gelaten heb voor wat het is.

De boeken zijn duidelijk niet bedoeld om na elkaar te lezen, want je wordt op den duur alleen maar zenuwachtig van Bridgets neurotische gedrag. Pas op, het blijft amusant en vederlicht, maar goh… Misschien te licht? Misschien te neurotisch? Misschien te klungelig? Te naïef, zoals de episode in Thailand?

Veel kan ik er eigenlijk niet eens over schrijven, om eerlijk te zijn. Leuk voor tussendoor, maar niet meer dan dat.

Lectuur: “Bridget Jones’s Diary” van Helen Fielding

Het hoeft niet altijd zware lectuur te zijn, en deze stond nota bene op de lijst van de BBC, dus dacht ik: na die zware kleppers ga ik even voor iets lichts. Ik kende de films, ik kende dus ook de reputatie van deze boeken. Wel, ik moet zeggen: de films leunen echt dicht bij de boeken aan, ik zag dan ook continu Rene Zellweger voor me, en Colin Firth en Hugh Grant. Er is erger om naar te kijken, denk ik dan.

Het is goed geschreven, het is vlot, het is grappig, maar wat ik vooral geniaal vond, was dat in het boek – en dat is begrijpelijkerwijs uit de films gelaten – Bridget echt een crush heeft op Colin Firth de acteur en dat ze ook een interview mag doen met hem en zo. Om dan Colin Firth te strikken als acteur om haar love interest te spelen: heerlijk toch? En ook Hugh Grant, die dan later ook een belangrijke rol speelt in de film, wordt stevig door de mangel gehaald in het boek. Ik vermoed dat Fielding nooit had durven dromen dat het boek zo’n succes ging worden dat beide heren gewoonweg wilden meespelen in de film.

Ik had het op een paar dagen uit en het is niet alsof een boek als dit blijft hangen, maar als je chick lit wil die zeer aangenaam is om te lezen? Doen, zou ik zeggen.

Lectuur: “The Wisdom of Crowds (The Age of Madness #3)” van Joe Abercrombie

Na deel een en deel twee volgde uiteraard ook fluks deel drie. Het is eigenlijk best moeilijk om iets te schrijven over een boek, wanneer je echt niks wil vrijgeven over de plot dat de pret kan bederven. Zeker in een derde deel zeg je bijna automatisch dingen die spoilers kunnen zijn voor deel 1 en 2.

Ik ga toch een poging doen, want ook dit boek van Abercrombie is ongelofelijk goed. Waar deel één vrolijk optimistisch begon en in deel twee zowat alles gewoon fout liep wat ook maar fout kon lopen, komt een aantal dingen in deel drie toch wel weer goed. Maar Abercrombie zou Abercrombie niet zijn, mocht hij ook hier niet een aantal favoriete personages de dood injagen.

Het blijft mooi om zien hoe hij zijn personages laat evolueren, hoe ze altijd allemaal een positieve kant hebben, ook al zijn ze eigenlijk de slechteriken, en hoe ook de good guys een behoorlijk duister kantje hebben. Er zijn trauma’s, evoluties, misdaden en berouw… En intussen loopt ook de plot vaak een totaal onverwachte kant op.

Een happy end? Goh… ’t Is te zien hoe je dat bekijkt, veronderstel ik. In zekere zin wel, als in: het kan allemaal nog goed komen. Maar het realisme – ook al zitten we in een fantasiewereld – van Abercrombie laat niet toe dat het de Jane Austen toer opgaat. Ja, het probleem is in die zin opgelost dat er weer mogelijkheid is tot optimisme. En dus ja, een happy end.

Lectuur: “The Trouble with Peace (The Age of Madness #2)” van Joe Abercrombie

Na A Little Hatred, waarbij ik zei dat Abercrombie wellicht nog zijn pionnen in stelling aan het brengen was, wordt dat in dit boek ook volop bewaarheid. Het gaat namelijk fout. Het gaat grondig fout, eigenlijk voor alle personages, al lijkt dat eerst niet zo.

Er zijn een zevental personages die elk afwisselend hun eigen hoofdstukken krijgen en vaak zeer onverwachte beslissingen nemen. Maar daarnaast is Abercrombie ook simpelweg een meester in het vertellen. Soms zie je hem als het ware één lange camerabeweging  maken: hij begint bij een onopvallende passant, waarbij de camera dan overgaat naar een andere figurant die hem passeert, enzoverder. Op die manier bouwt hij de spanning op, geeft hij perfect de omstandigheden van een bepaalde gebeurtenis weer, en komt hij uiteindelijk terecht bij een van zijn hoofdpersonages.

We blijven in de geïndustrialiseerde, vervuilde wereld, maar de gewone arbeiders komen in opstand, met alle gevolgen van dien: wissels van machtsposities, onbezorgde personages die nu een pak verantwoordelijkheden in de maag gesplitst krijgen, verwachtingen die bij inlossing absoluut niet blijken te zijn wat verhoopt werd…
Er wordt ook stevig en bloederig gevochten, Abercrombie schuwt een litertje bloed meer of minder niet en blijft voortdurend zeer realistisch.

Eigenlijk kan je zijn schrijfstijl gewoon filmisch noemen: ik zie het altijd perfect voor me, in Technicolor met alle gore details… En toch zijn zijn personages meer dan voldoende uitgewerkt om overeind te blijven in deze grauwe wereld. Plotgewijs wil ik niks prijsgeven en dan is een bespreking moeilijk, maar toch…

Valt het op dat ik fan blijft?

 

Lectuur: “A Little Hatred (The Age of Madness #1)” van Joe Abercrombie

Toen ik aan Michel vroeg wat hij van zijn boeken die hij het afgelopen jaar gelezen had, zou aanraden, zat daar onder andere dit boek tussen. Mijn wenkbrauwen schoten omhoog: nieuwe van Abercrombie? En ik had dat gemist, of wa?

Meer nog, een heuse trilogie! Net zoals de First Law trilogie en de stand-alone boeken speelt dit boek zich af in dezelfde wereld, maar dan net ietsje later. De hoofdpersonages uit The First Law zijn oud geworden, spelen een rol meer op de achtergrond, maar zijn wel nadrukkelijk aanwezig.

Zoals altijd begint Abercrombie met diverse personages die ogenschijnlijk niks met elkaar te maken hebben, maar wier leven uiteraard verstrengeld geraakt. Er is de Young Lion Leo dan Brock die een heroïsche toekomst wil uitstippelen maar misschien een beetje overmoedig is; er is Savine dan Glokta – dochter van – die zich weet te handhaven in de hoogste sociale kringen van Adua maar misschien een beetje te meedogenloos is; er is Orso, de zoon van koning Jezal, die geen idee heeft wat de toekomst voor hem in petto heeft en dan misschien een beetje besluiteloos en lui is; er is Rikke, dochter van de Dogman, hoofdman in het Noorden, die geplaagd wordt door the Long Eye en misschien wat roekeloos is; er is Vick, overlevende van de kampen, die van zichzelf een emotieloze pion heeft gemaakt maar misschien een beetje te hard is; er is Gunnar Broad die wanhopig het goede probeert te doen maar misschien een beetje te gewelddadig is…

Uiteraard zijn er nog andere personages, maar de bovenstaande bepalen samen het verhaal waarin vooral het verleden clasht met de toekomst. Je waant je in de wereld van pakweg The Peaky Blinders met een maatschappij die overschakelt op vervuilende industrie, met kindarbeiders, armoede, vervuilde lucht en dergelijke. Met een bovenklasse die dat genadeloos uitbuit en grote sier maakt, en een volk dat dat niet langer pikt.

Meer nog dan de vorige boeken van Abercrombie is dit een politiek spelletje maar ook een stevige dosis maatschappijkritiek. De personages zijn allesbehalve vlak maar maken steevast een persoonlijke evolutie door. Alleen wordt dat in dit eerste boek nog niet zo heel erg duidelijk: Abercrombie brengt zijn pionnen in stelling, schetst de hele samenleving en alle verschillende culturen, en ik ben er zeker van dat die in de volgende boeken grandioos zullen botsen en de personages zonder meer ten onder zullen gaan, waarna er een paar het misschien nog wel weten te overleven.

Ik blijf onvoorwaardelijk fan.

Lectuur: “Jude the Obscure” van Thomas Hardy

Ik lees al graag eens een boek van Hardy of Brönte of Eyre of zo, maar man, wat was dat, zeg? Wat een gigantisch deprimerend boek…

Het is geschreven in Hardy’s onnavolgbare badinerende stijl, uiteraard. En Hardy is eigenlijk altijd al vrij somber van toon, als je pakweg kijkt naar Far from the Madding Crowd of Tess from the d’Urbervilles. Zijn personages hebben het nooit makkelijk, vechten tegen de goegemeente en vooral tegen zichzelf. Maar dit is een boek waar je niet meteen vrolijk van wordt. Ik kan me voorstellen dat het destijds ook echt veel ophef heeft veroorzaakt: het is ronduit atheïstisch of eigenlijk meer nog antitheïstisch, het spreekt openlijk over scheiden en heeft duidelijke seksuele verwijzingen, met een naturalistische inslag.

Jude is een jongeman van zeer bescheiden komaf, zoals dat dan heet, met een scherp verstand en een tomeloze ambitie om te gaan studeren. Maar dan komt het leven – en vooral de vrouwen en zijn eigen driften – ertussen en gaat het mis. Keer op keer. Hij trouwt diep ongelukkig, slaagt erin te scheiden, bouwt een relatie op met de vrouw van zijn dromen, krijgt met haar zelfs twee kinderen die hij dan ook op bijzonder tragische wijze weer verliest, verliest dan ook haar en komt dan opnieuw in zijn eerste, ongelukkige relatie terecht. Berooid, ongelukkig, zonder ooit te hebben kunnen studeren, sterft hij. In alle obscuriteit, zonder iets na te laten.

Eind goed al goed? Het zal toch niet bij deze Hardy zijn. Ik geef het toe, bij momenten had ik het lastig om verder te lezen, want het was bij momenten echt wel deprimerend. En toch wilde ik weten hoe het zou aflopen: het kon toch niet allemaal kommer en kwel zijn? Jawel dus.

Maar als het een iets heeft opgeleverd, dan is het wel dat je je gelukkig voelt met wat je zelf hebt, dat je dankbaar wordt voor jouw eigen leven. En dat is eigenlijk toch ook al heel wat.

Lectuur: ” Ιλιάς” van Homeros

Toen ik zowel de Women of Troy, de Penelopiad als de Song of Achilles las, viel me opnieuw keihard op hoe zeer ik door de jaren beïnvloed was door de versie van de film Troy: ik wist aan geen kanten meer hoe het precies zat met de relatie Achilles-Patroklos, hoe Hector precies aan zijn eind komt, enzoverder.

Ik vond het dus hoog tijd om na dertig jaar de Ilias nog eens te herlezen. Man… Ik heb me daar serieus aan mispakt, om eerlijk te zijn. Ik dacht: ik lees dat wel eventjes op een dag of drie. Bleek het in de schitterende Engelse vertaling van Robert Fagles om 683 pagina’s te gaan waar ik meer dan drie weken zoet mee ben geweest.

En het boek zelf? Dat was zoals ik het me herinnerde: veel gedetailleerde gevechten, een opsomming van alle helden, weinig karakteriële diepgang, relatief bloederig en nogal macho. Als in: de vrouwen spelen ook effectief geen enkele rol, zelfs niet in de achtergrond. Helena wordt vernoemd, en uiteraard ook Chryseïs en Briseïs, maar dat is het wel zowat.

Maar ik snap wel dat het nog altijd, na bijna 3000 jaar, tot de verbeelding spreekt. Het is nog steeds goed geschreven, het verhaal van Achilles en Patroklos spreekt tot de verbeelding, de relatie tussen Achilles en zijn moeder Thetis ook, net zoals het slechte karakter van de Olympische goden en hun eeuwig geruzie. De relatie Zeus-Hera is er overigens ook eentje die een relatietherapeut kan gebruiken…

Ik ben blij dat ik het herlezen heb, al heb ik af en toe toch even op de tanden moeten bijten. Maar ik kan mijn leerlingen in het vijfde jaar nu tenminste weer de correcte versie vertellen.

Lectuur: “The Song of Achilles” van Madeline Miller

Toen ik The Women of Troy aan het lezen was, was deze op mijn Goodreads radar verschenen, met een zeer hoge score. Toen ook Michel hem aanraadde, werd het meteen het volgende boek op mijn lijst. En heel terecht: een ongelofelijke aanrader!

Het is het bekende verhaal van Achilles, maar dan verteld door Patroclus, zijn zielsgenoot, zijn onvoorwaardelijke liefde. Daarin zit het grote verschil met alle andere verhalen: waar Homeros in het midden laat welke relatie die twee hebben, waar de film Troy resoluut elke zweem van homoseksualiteit afzweert, trekt Miller hier voluit de kaart van de liefde. De twee jongens kennen elkaar van toen ze een jaar of tien waren, zijn samen opgegroeid en hebben een liefde die enkel in verhalen voorkomt. Of zoals een lezer op Goodreads opmerkte: “De reden waarom ik dit soort boeken eigenlijk niet graag lees, is dat het me doet verlangen naar een onmogelijke liefde”.

Ja, Achilles verwekt een zoon wanneer hij 15 is, maar dat is eerder een ‘accident de parcours’: de twee zijn elkaar onvoorwaardelijk trouw, hebben geen geheimen voor elkaar,

Het tragische is natuurlijk dat je weet hoe het afloopt. Dat je weet wie er wanneer sneuvelt, en dat jouw personages dat aanvoelen maar niet beseffen. Dat je ziet hoe ze elkaars hart beheersen, hoe zelfs dan hun liefde niet door iedereen onvoorwaardelijk aanvaard wordt – zoals door Achilles’ goddelijke moeder Thetis – en hoe ze onvermijdelijk hun dood tegemoet gaan.

Dit boek is fantastisch geschreven, meeslepend, intens, en gewoon ronduit mooi. Ging ik eerder nog ‘The Women of Troy’ aanraden aan mijn leerlingen, dan staat deze nu met stip bovenaan. Gisteren zei ik enthousiast tegen een van mijn vijfdejaars, van wie ik weet dat ze graag en veel leest, dat ze dit moest lezen. Ik kreeg een monkeltje terug: “Ik heb het hier liggen, mevrouw. En ik heb het al een keer of drie herlezen”. Ik had het moeten weten.

Lezen!