Voor een zondag was het vandaag eigenlijk behoorlijk hectisch. We moesten deze middag namelijk gaan eten in Kruishoutem voor nonkel Stafs verjaardag, maar Kobe is op scoutsweekend, en kon maar afgehaald worden tegen half twaalf ten vroegste.
Iets voor negenen stond ik dus op, bakte de verse croissantjes, gaf en passant de eenden nog eens eten, schminkte me al volledig, en stapte tegen half elf al in de auto. Langs mijn neus weg zei ik tegen Bart nog dat hij me maar moest bellen als hij me nodig had. Waarop hij: “Goh, ik denk dat ik het wel alleen af kan…”
Ik was een half uurtje vroeger vertrokken om in de stralende zon nog een paar caches daar in Sint-Niklaas te zoeken, en dat deed ik dus. Ongelofelijk zalig weer!
Maar terwijl ik daar ergens aan een bosrand liep, ging de telefoon: “Schat, de douchekraan is kapot, ze blijft maar stromen! Wat moet ik doen?” Oi! De thermostaat van die kraan is al een jaar of twee kapot, denk ik, maar de service van Villeroy en Boch is nu niet meteen om over naar huis te schrijven, je moet dit hallucinante verhaal nog maar eens lezen. Toch had ik een maand geleden een poging ondernomen om iemand te contacteren, maar helaas. Nu was het ding blijkbaar helemaal gesneuveld. “Euh, het water uitzetten misschien?” “En hoe doe ik dat?” Ik overwoog even om een uitleg te beginnen over het zoeken een klein leidingkraantje achteraan de cabine, maar dacht toen dat het misschien simpeler kon tot ik weer thuis was. “Zet de hoofdkraan uit?” “En waar vind ik die hoofdkraan?” ’t Is dat mijne vent voor de rest zo ne zaligen is, want voor zijn praktische kant ben ik niet met hem getrouwd, nee. Enfin, hij kreeg het water toch afgesloten, en vertrok op zijn eentje al richting Kruishoutem zo rond half twaalf. Wij gingen dus wel achterkomen naar het restaurant zelf.
Ik pikte Kobe op die nog niet klaar stond, zoals eigenlijk beloofd, en we zaten dus een kwartiertje achter op schema. Ach ja… Thuis draaide ik de hoofdkraan weer open zodat Kobe kon douchen, kleedde ik me om, laadde mijn auto vol kinderen, en reed naar ’t Raadsel in Kruishoutem. De kleintjes konden niet snel genoeg op de trampoline buiten zitten, terwijl wij genoten van het heerlijke eten, het gezelschap, en het humeur van mijn schoonmoeder.
De drie grote – Louis, Margaux en Wolf – wilden tussen voor- en hoofdgerecht snel een cache zoeken die vlak in de buurt lag, maar lieten zich meeslepen naar de volgende caches, en verdwenen bijna drie kwartier van de radar, goed om de start van het hoofdgerecht te missen. Het restaurant vond dat gelukkig niet erg, maar Nelly was ziedend. Tsja, pubers, dat was in onze tijd niet anders, ik heb daar ook nog voor onder mijn voeten gekregen op familiefeesten.
Enfin, tegen half vijf vertrokken we opnieuw, en Merel en ik hadden zin om de rest van het lokale cacherondje af te werken. Alleen… intussen was het beginnen motregenen. Goh, niet erg, dachten we, ’t zal wel stoppen. Ja gij… Waren we bij de eerste cache nog relatief droog gebleven, dan was het bij de tweede cache al serieus aan het regenen, en dan vonden we het ook gewoon niet meer leuk. We zijn dan maar naar huis gereden, onze pyjama’s aangetrokken, en gezellig in de zetel gekropen. Ideaal einde van een drukke zondag.
Oh ja, en tussendoor zijn Bart en ik er toch nog in geslaagd om met vereende krachten, zoekwerk en denkwerk de douchecabine toch van het waternet af te sluiten, zodat de rest van het huis weer water heeft. Lang leve afsluitkraantjes op logische plaatsen… *roloog*