Koordag

Volgende week is er concert, en dus hielden we vandaag nog een heuse koordag: zingen van half tien tot half één, dan een uurtje pauze, nog wat verder zingen, en de laatste twee uur, tot zes uur, samen met het orkest. Een meer dan stevig dagje dus, en de rug vond het niet zo leuk, maar de stem hield zich wonderwel sterk.

We zaten in de Vlerick en dat is echt wel een knap gebouw met vooral een hele mooie kapel.

Ik was pompaf na afloop, maar ik vond het wel een goeie repetitie, ja.

Koordag

Normaal gezien gaan we op koorweekend, maar dit jaar kregen we het niet ingepast. Een koordagje lukte gelukkig wel nog, zo voor ons kerstconcert. En dus stond ik om half tien deze morgen in Gentbrugge en zongen we met zijn allen de pannen van het dak.

De rug deed het niet, de voet nog minder, helaas. Maar ik had mijn boterhammetjes mee, want ha ja, op het programma stond pauze met soep van twaalf tot een, met dan van drie tot vier pauze met wandeling, repetitie tot vijf, en dan om zeven uur Ceciliafeest. Alleen bleek die planning gewijzigd te zijn zonder dat ze dat nog doorgestuurd hadden, en was dat besproken op de laatste repetitie waar ik dus niet was. Tsja.

Het nieuwe plan was dus eten om half een, met aansluitend de wandeling, en dan pas om half drie terug beginnen en verder te doen tot zes. Ik ben na mijn boterhammen toch nog naar huis gereden om plat te gaan liggen, want het ging niet echt.

Ik was er nog tot de repetitie eindigde, maar toen ging het echt niet meer: ik was tegen dan gewoon misselijk. Ik ben naar huis gereden, heb me in de zetel gelegd, en heb me nauwelijks nog verroerd. Jammer voor het Ceciliafeest, maar ik ben er los overgegaan.

Koordagje

Normaal gezien doen we dat eigenlijk niet, zo’n koordag. Maar aangezien we over drie weken twee concerten hebben en eigenlijk door corona de laatste tijd niet veel kunnen repeteren hebben, was het wel keihard nodig.

Om half tien stonden we met zijn allen hier in de Zulle in Wondelgem waar onze concerten ook zullen doorgaan. Niet iedereen was er, maar toch bijna.

We hebben gezongen tot half één met een kwartiertje pauze, en dan van half twee tot half vijf met nog een half uur pauze. Het deed deugd, maar de rug vond het niet zo fijn. Ik heb dan op een bepaald moment gewoon een matje uit de auto gehaald en heb al liggend verder geluisterd – het gaat om de afwerking, de details nu – en gezongen. Een beetje vreemd, maar bon.

En onze dirigent, die meende het keihard! Maar hij werd wel een beetje moe…

En we hebben een cateraar in onze rangen, de vrouw van een van de zangers. Ze had voor soep gezorgd, en Orloffgebraad met gesauteerde wortels en puree. Alleen… koos de oven blijkbaar net vandaag uit om het op te geven. Gisteren werkte hij nog, zo werd ons verzekerd. Mja, daar waren we vet mee, als we ons Orloffsgebraad wilden warm krijgen.

En toen viel me iets te binnen: Wolf was aan de overkant, in de kantine van de KAA Gent Ladies, aan het werken, en daar hebben ze ook een oven. Ik even gaan vragen, en jawel, we konden die gebruiken. Om twaalf uur staken dus drie jonge gasten met elk een ovenschotel in handen de parking over, drie kwartier later kwamen diezelfde gasten met stevige ovenwanten terug met dampende schotels. Oef! Middagmaal gered!

Al een chance dat ik hier volk ken…