Scoutshemd

Kobe zit intussen in de scouts bij de GIVers en heeft dus een totem én een adjectief. Het kleur is blijkbaar voor binnen twee jaar, als hij bij de JIN zit. ’t Zal wel, zeker?

Ik had hem al lang gezegd dat ik met plezier zijn totem op zijn hemd zou schilderen, als hij maar een gepaste lijntekening vond. Nu, donderdag vertrekt hij op kamp en hij kwam dus met hemd én tekening af. Een dik uur later had hij de tekening:

Ik vind ze best wel goed gelukt, alleen hoop ik maar dat de verf het houdt: het is wel textielverf, maar het lijfje is wel een grote oppervlakte… Bon, we zien wel. Hij kan in elk geval al op kamp.

Dan toch nog…

Kobe voelde zich gisteren echt niet oké: mottig, moe, hoofdpijn… Hij had ook lang geslapen, niet zo veel gegeten, en in zijn geval is dat eerder uitzonderlijk te noemen.

Ik had gisterenavond graag nog een zelftest gedaan, maar tot mijn verbazing hadden we er geen meer in huis. Juist ja.

Bon, ik moest vandaag toch maar het tweede lesuur beginnen, ik heb beide jongens dan ook maar sowieso het eerste lesuur thuis gehouden. Zo kon ik om half negen bij de apotheker nieuwe tests halen en hen beide laten testen. Wolf heeft ook al eventjes wat keelpijn en liep moe, en al drie van zijn vrienden hebben corona, ik wilde liever geen risico nemen. Bon, kwartiertje aanschuiven bij de apotheek, tests afgenomen kwart voor negen, tegen negen uur resultaat. Wolf: negatief, mooie controlestreep. Kobe: geen controlestreep, wél netjes positief. Unk? Euh, foutief gemaakte test, of toch maar positief?

Ik belde de school om te laten weten dat ik later ging zijn en stuurde Kobe naar de apotheek om daar een officiële test te laten afnemen. En jawel, tegen twintig over negen een telefoontje van Delphine: Kobe was wel degelijk positief! Juist ja…

Opnieuw gebeld naar school dat Kobe ziek was, dat ik Wolf voor alle zekerheid ook een dag thuis ging houden, maar dat ik zelf wel kwam, want ja, driedubbel gevaccineerd én hersteld, ik hoef dus niet in quarantaine.

Maar sta me toe het niet helemaal te snappen: de jongens zijn negatief gebleven terwijl Merel en ik positief waren, hoewel we in hetzelfde huis woonden. En nu plots heeft Kobe het toch? Vreemd…

Enfin, door heel het gedoe met testen en verwittigen en zo heb ik één lesuur gemist, maar ik kan me niet voorstellen dat de leerlingen dat erg vonden…

Roanoke

Daarstraks ben ik de jongens opnieuw gaan ophalen bij Mireille, en na het horen van de verhalen spijt het me nog meer dat ik niet kon gaan. Enfin, ik heb in de plaats een toffe Aether mini gehad, dat is toch ook al iets.

Blijkbaar was vooral de setting en de props gewoon buiten elke categorie: er waren maar liefst 10 verschillende labo’s, volledig ingericht. Gekkenwerk, zeiden zowel Mireille, Arend als de kinderen. Echt. Ze hebben zich beiden goed geamuseerd en kijken uit naar de volgende. Enfin, als Wolf nog zal mee mogen, want hij zal intussen achttien zijn. We zien nog wel.

Een paar fotootjes om je een idee te geven.

Veertien

Lieve Kobe

vandaag was eigenlijk vooral een dag van wachten. Wachten tot we jou, na tien dagen kamp, eindelijk weer mochten ophalen en jou een verjaardagsknuffel konden geven. Ik heb je gemist de voorbije dagen, en ik duidelijk niet alleen.

Wolf en Merel waren mee om jou om één uur in Ertvelde op te halen, en we stonden zelfs alle drie in de gietende regen te wachten tot jij eindelijk gepakt en gezakt uit de tent tevoorschijn kwam. Mager, gebruind, met een woeste haardos en vooral een ongelofelijk brede glimlach.

Iedereen zegt dat, Kobie: je bent op zich al niet lelijk, maar zodra je lacht, straal je echt helemaal. Zo’n reeks perfecte, witte tanden in die grote lach, met dat kuiltje bovenaan je kaak, dat is echt onweerstaanbaar. Zeker als je er dan nog die blinkende ogen bij neemt.

Thuisgekomen waren er ook knuffels van papa en opa, en cadeautjes zoals snoep van je zus, en een chocoladetaart met kaarsjes. Fopkaarsjes, uiteraard, en je moest ook echt lachen toen je dat doorhad.

Je lacht veel, Kobe. Toch op de momenten dat we je zien, want hier thuis verschans je je bijna voortdurend in de game room waar jij echt je nest hebt gemaakt. Je gamet, kletst met een van je talloze online vrienden, drinkt iets, kijkt naar youtubefilmpjes of reeksen op Netflix, maar je doet dat allemaal daarboven. Je komt pas naar beneden als je iets komt halen om te chappen: eten is en blijft heel erg belangrijk voor jou, dat is al je hele leven zo.

Eigenlijk dans je nog steeds door het leven, Kobe. Het leven waait voorbij en Kobe waait vrolijk mee. Enfin, zo vrolijk als het kan voor een puber, want je wordt zelden nog enthousiast over iets dat niet met gamen te maken heeft. Of met Nazgûl, want je katje, daar ben je gewoon gek op. Maar verder…

Soms vergeten we hier wel eens dat je nu pas veertien bent geworden, liefje. Je gaat naar het vierde middelbaar, zonder noemenswaardige problemen, en dan lijk je soms volwassener dan je eigenlijk bent. We merken dat vooral in je studiehouding: je hebt een schitterend verstand en een ongelofelijk geheugen, maar die ijver, he, dat studeren zelf he, dat is zoooo lastig… Je bent daarin zo anders dan je broer, dat we dat soms vergeten en dan voor voldongen feiten, of cijfers gezet worden.

Tsja. Je bent nu eenmaal gewoon Kobe. Kobe, van wie ik zo ongelofelijk vrolijk kan worden, maar op wie ik zó vaak kwaad ben, aan wie ik me zo hard kan ergeren, die gewoon veel te hard op mij lijkt in zo verschrikkelijk veel facetten… Soms denk ik dat ik je niet vaak genoeg laat voelen hoe vreselijk graag ik jou zie, liefje. Maar dan leg ik mijn armen rond jouw middel – rond jouw schouders begint wat moeilijk te worden, aangezien je toch wel wat groter bent dan ik inmiddels – en dan geef je me een knuffel, gevolgd door die grote grijns, en dan weet ik dat je dat wel weet. En dat ik vanbinnen telkens weer smelt als ik jou zie.

Gelukkige verjaardag, Kobe. En verlies bij het volwassen worden vooral je levensvreugde niet.

Kampproblemen

Eigenlijk mag ik het zo niet noemen, maar eerder waterproblemen.

Kobe vertrok normaal gezien morgen op kamp, naar Viroinval, een beetje onder Charleroi. Alleen belde de leiding vandaag met slecht nieuws: hun terrein is compleet ondergelopen. Als in: het riviertje dat drie meter lager stond, hebben ze dichterbij en dichterbij zien komen, tot ze zich laten evacueren hebben door de brandweer. Ze = de vorige groep, de jongverkenners. Die hebben hun kamp dus met een dag moeten inkorten.

Kobe heeft wel een fantastische leiding: ze gaan morgen toch op kamp vertrekken, maar naar het eigen terrein hier. Dat is lang niet hetzelfde, maar toch ook op kamp. Zodra het kan, gaan ze dan naar het eigenlijke kamp vertrekken of naar een alternatief terrein, al naargelang de schade. Ze gaan ons waarschuwen wanneer we hen naar het station moeten brengen.

Ik kon Kobe vandaag wel efkes vierendelen. Ik had hem herhaaldelijk gezegd dat hij zijn kampgerief op voorhand moest samen zoeken, want dat ik niet de laatste dag nog dingen ging halen.

Schoenen waren we eerder deze week nog gaan halen, maar denk je dat hij ze ingelopen heeft? Nee hoor.

En vandaag kwam hij schoorvoetend af dat hij geen regenjas heeft. En stapkousen. En dat hij nog een effen witte T-shirt nodig heeft. Ik heb stevig gegrmbled, maar ik kan hem toch moeilijk zonder regenjas laten vertrekken? Vandaag stonden we dus alsnog in de Decathlon waar we gelukkig alles gevonden hebben wat we nodig hadden.

Echt he…