Kokumte

Mijn auto – of mijn telefoon, wellicht – heeft echt wel fijne spraaktechnologie. In de auto bedenk ik dan ook regelmatig, terwijl ik aan het rijden ben, dat ik nog berichtjes moet rondsturen. Ik moet dan enkel maar één knop op mijn stuur in te drukken, en ik kan berichten versturen via spraaktechnologie. Antwoorden worden ook gewoon voorgelezen.

Af en toe levert dat hilarische toestanden op omdat hij toch niet alle woorden correct heeft herkend.

Maar om een of andere reden – en in het begin was dat dus niet zo – heeft het ding moeite met Kobes naam. Ik vraag dus een bericht te sturen naar Kobe De Waele, zijn naam komt ook zo op mijn scherm, maar bizar genoeg wordt het uitgesproken als Kokumte De Waele. Wij hebben daar dus al strijk mee gelegen. Geen idee vanwaar dat komt, want zoals gezegd: zijn naam staat correct op het scherm. In het Engels bestaat de naam ook, en in het Japans wordt de naam van de stad ook redelijk fonetisch uitgesproken.

Maar mocht iemand dus weten waarom Kobe verbasterd wordt tot Kokumte, hij of zij mag het me met plezier laten weten. Ik ben benieuwd!

Sportdag

Onze tweedes en vierdes zitten respectievelijk al de hele week aan zee of in Engeland, de eerstes en derdes hebben een projectweek. Dat is voor ons dan ideaal om de vijfdes en zesdes vlak voor de vakantie een sportdag te geven. En wie had durven hopen dat het 21° ging zijn?

Het is dan natuurlijk de bedoeling dat je als leerkracht de hele dag een groep begeleidt, maar gelukkig beseft het hele organiserende team dat ik dat gewoon fysiek niet kan. Maar me gewoon niet inschakelen en me dus een extra vrije dag geven, dat is dan ook weer niet fair naar de collega’s toe.

En dus werd ik ingeschakeld om foto’s te nemen. Vorige jaren was dat nog relevant, dit jaar hebben heel veel collega’s ook zelf stapels foto’s genomen, tot mijn grote vreugde.

Wolf had nog tot tien uur les en wilde daarna naar huis komen omdat hij deze middag met Arwen en haar grootouders naar Duitsland vertrekt voor de jaarlijkse wandelvakantie. Gelukkig kon ik al zijn emolumenten perfect in mijn planning inpassen: de zesdes zaten hier vlakbij in Langerbrugge voor onder andere padel maar begonnen ook maar vrij laat.

Ik pikte dus om tien uur Wolf op aan zijn kot, gooide hem thuis af en reed daarna naar de zesdes om daar foto’s te nemen. Daarna reed ik naar huis, at iets buiten in de tuin en reed dan met Wolf naar Nazareth, niet zo ver dus van de Brielmeersen waar ik moest zijn. Ik gooide hem daar af, zocht nog een paar geocaches en nam toen een reeks foto’s van de vijfdes.

En die foto’s van de sportdag? Die staan uiteraard op de website van de school. En ja, ik geef er u een paar waar Kobe ook op staat.

Abces?

Beide jongens zijn nog steeds behoorlijk hamsterig en vooral nogal geel: de extractie van de wijsheidstanden heeft vooralsnog wat sporen achtergelaten.

De pijn is wel behoorlijk aan het minderen, Wolf is al sinds maandag terug naar de les en Kobe is vandaag ook naar school geweest. Alleen… Ik was er bij hem niet helemaal gerust in, want waar aan de ene kant de zwelling netjes was afgenomen zoals het hoorde, bleek dat aan de andere kant niet zo te zijn. Integendeel, de pijn was ook weer komen opzetten en wanneer ik aan zijn kaak voel, voel ik een ronde bol. Een abces, zo lijkt me.

Ik belde naar het ziekenhuis, zoals de dokter me gesommeerd had, en kreeg een assistente aan de lijn: “Ah ja, mevrouw, ik kan u een afspraak geven op negen november.” Euh, wat? Ik ben nog net niet uit mijn krammen gevlogen: “Mevrouw, mijn zoon is vorige donderdag geopereerd en heeft NU een abces op zijn kaak dat dik staat en behoorlijk pijn begint te doen. Nee, dat kan niet twee weken wachten! De dokter had ons gevraagd contact op te nemen mocht dit zich voordoen!”

Bon, een afspraak om twee uur bij een andere stomatoloog die ons er wél wilde tussen nemen. Ik zegde mijn kine af en reed fluks met Kobe naar het ziekenhuis. Alwaar ik blijkbaar gelijk had gehad om me zorgen te maken, en ook weer niet: ja, er zit een bol, maar blijkbaar niet op de wonde, maar in zijn kaakwand zelf! De dokter wist ook niet hoe dat kwam: misschien op zijn kaak gebeten na de verdoving? Of de kaak lichtjes geraakt bij de operatie? Het is in elk geval een ontsteking, en Kobe krijgt extra antibiotica en het advies zo veel mogelijk die bol te masseren zodat hij hopelijk vanzelf wegtrekt. En anders moeten ze het ‘lanceren’, dus opensnijden om de viezigheid eruit te halen.

Euh… Het is dus te hopen dat die antibiotica hun werk doen. Poeh.

Wijsheidstanden

Toen we vorige week met zijn allen op controle gingen bij de tandarts, stelde ze dat zowel Wolf als Kobe wellicht binnenkort problemen gingen krijgen met hun wijsheidstanden: die dingen liggen vaak verkeerd, zitten scheef en beginnen dan te duwen tegen de achterste kiezen, dat je behoorlijk veel pijn kan krijgen. Beter voorkomen dan genezen, vond ze, die tanden gaan vroeg of laat toch ambetant beginnen doen.

Bon, wij vandaag dus naar de stomatoloog in het Jan Palfijn. Daar ging het verbazingwekkend vlot en efficiënt. “Ha, een doorverwijzing van de tandarts? Goed, dit zijn foto’s, en ja, ze heeft gelijk. Alle vier in één keer onder algemene verdoving, of liever twee per twee onder plaatselijke? Het is sowieso vijf dagen ziekteverlof. Allebei onder volledige verdoving? Prima, kies maar een donderdag wanneer het het beste past. Misschien niet bij de start van het academiejaar voor onze kersverse student?
Bon, 20 oktober is prima, ik neem hen dan na elkaar en dan kunnen de broers samen op één kamer bekomen en ’s avonds naar huis. Dit zijn de papieren, dat is dan geregeld!”

En dat was dat. Effectief.

Vijftien

Lieve Kobe

ik heb net even herlezen wat ik vorig jaar allemaal geschreven heb toen je veertien werd, en eigenlijk is er niet zoveel veranderd.

Fysiek wel: je bent intussen vlotjes de grootste van het gezin, je steekt quasi een kop boven me uit. En sinds het kamp is ook je woeste haardos verdwenen en loop je gemillimeterd rond. Maar verder heb je nog steeds die ongelofelijke gulle lach waar iedereen altijd commentaar op geeft. Je slungelt momenteel wel een beetje en bent nog steeds zo onhandig als enkel een puber kan zijn.

En ja, soms kan je behoorlijk puberen, en dan bedoel ik niet dat je rebelleert tegen ons – gelukkig maar – maar dat je met jezelf geen blijf weet en dan maar op de zenuwen van anderen komt werken of de domste stoten uitsteekt. Hoe vaak ik door ons huis een verontwaardigde “Kobeeeeeee!” hoor schallen, valt niet bij te houden, en ik draag daar echt ook mijn steentje toe bij. Je laat ook altijd alles overal slingeren en jouw kamer is nog erger dan die van mij toen ik zo oud was. Je vergeet ook altijd alles, raakt alles kwijt en spendeert uren aan het zoeken naar dingen.

Aan de andere kant loop je ook altijd te zingen. En dan bedoel ik echt bijna altijd, wat ook soms weer een gemeende “Kobeeeeeee!” kan opleveren, want het zijn niet altijd de meest… geapprecieerde liedjes die je aan het zingen bent. Het betekent ook dat je bijna altijd vrolijk bent, tenzij ’s morgens, want dan ben je gewoon nog niet wakker. Maar als je slecht gezind bent, man, maak dat je weg komt, want dan ben je ook écht slecht gezind en bijt je nog net niet. Je verdwijnt dan nog sneller dan anders naar je kamer of de game room.

Want ja, dat gamen of filmpjes kijken op je computer is nog steeds je hoofdbezigheid. Al moet ik toegeven dat je sociaal leven er tegenover vorig jaar wel op vooruit is gegaan: tegenwoordig spreek je regelmatig af met enkele vrienden van de scouts om te gaan ‘hangen’ of eens naar ’t stad te trekken, of naar Parkkaffee of van dat soort dingen. En nee, dat vinden wij helemaal niet erg. Een zeldzame keer komen ze zelfs hier boven in je game room hangen.

Ach Kobe… Je trekt nog steeds zo ongelofelijk hard op mij, met je onderpresteren aan de ene kant, en je überfocus aan de andere kant wanneer iets je echt interesseert, met je gezang en je energie en toch je luie trekjes en je rommel en je verstrooidheid.

Maar ik ben zo benieuwd wat voor volwassene je zal worden, want je toont zo ongelofelijk veel potentieel in alle opzichten. Je bent al zo veel gegroeid op alle vlakken en ik zou nu al willen weten waar je gaat uitkomen. Goh, ik wou dat je oma en je bompa je hadden kunnen zien: ze zouden zo trots op je zijn.

Lieve lieve Kobe, groei maar verder op, maar verander toch maar niet al te veel, want ik vind je nu al zo super. Kus.

Hij is terug!

Tien dagen lang was ons huis Kobeloos. Zelfs Merel gaf toe dat ze hem begon te missen, al kan hij bij momenten hopeloos irritant zijn zoals alleen veertienjarige puberjongens dat kunnen zijn. Hey, hij geeft zelf toe dat hij soms op zijn eigen zenuwen werkt…

Aan ’t station werd er netjes afgezwaaid en kreeg ik een bijzonder vrolijke, gebruinde en zeer kortharige Kobe terug. Een beetje vuil, dat ook.

Nochtans was dat niet zo evident: vrijdag had ik een berichtje gekregen van de leiding dat hij, net zoals behoorlijk wat andere leden, geveld was door een buikgriep en dat hij overgegeven had. Maar zaterdag had hij blijkbaar gans de dag geslapen en vandaag was hij er weer helemaal door. Zo gaat dat vaak met zo’n buikgriep: één dag slecht, één dag bekomen en dan terug oké.

En het hoedje dat hij vlak voor het kamp had gekocht, was bijna niet meer herkenbaar qua kleur. Het is niet van zijn hoofd geweest, en misschien maar best ook, want met gemillimeterd haar had hij wellicht gewoon zijn kop verbrand.

Maar mijn grootste kuiken is dus ook terug. Joepie.