Iets van nagel en doodskist

Kobe beleeft de zomer van zijn leven, heb ik zo de indruk. Het is hem van harte gegund.

Na zijn examens ging hij vier dagen kamperen met vrienden in de Ardennen, de laatste vrijdag ging hij naar Werchter naar de Peppers, daarna anderhalve week speelplein, en nu een week scoutskamp.

Helaas wou de leiding er geen rekening mee houden dat er maar liefst 11 leden meegaan op jamboree en hebben ze het kamp niet wat vroeger gelegd, zodat ze met zijn elven vandaag al terug zijn gekeerd. De rest komt pas zondag terug, maar dat is geen optie, want sommige jamborianen vertrekken al zaterdagmorgen vroeg naar Zuid-Korea. Kobe heeft gelukkig nog iets meer tijd: hij moet om half negen aan het Atomium zijn, om dan met de bus naar Frankfurt te rijden en van daaruit naar Seoel te vliegen.

Maar zijn gerief, dat was geen probleem: hij had een groene short – weliswaar maar eentje – en twee lange groene broeken. Eentje daarvan was beschadigd onderaan – ooit eens tussen zijn fietsketting verzeild – maar dat kon ik repareren. En hij ging er toch maar één meenemen, die andere dus.

Ja hoor.

Op dag één van het kamp had hij zich enthousiast op zijn hukje gezet, waarop de hele broek was gesplit. Onrepareerbaar. Ik ben dan maar zijn andere broek beginnen repareren, waardoor die nu naar de korte kant is. En toen bleek ook nog zijn drukknop eraf. Euh, dan maar haakje en oogje erop gezet, want die drukknop bleek ook niet repareerbaar.

En toen was die ene groene short misschien wat weinig, want hij had wel andere shorts, maar het zou best kunnen dat hij toch wel in uniform ging moeten zijn. Oh, enne, of ik zijn nieuwgekochte gamel wist zijn? Met bijhorend bestek? Neenee, die was zéker niet op minikamp blijven liggen.

Bon…

Morgen is het een feestdag en zijn alle winkels dicht, maar ik denk dat ik weet wat ik zaterdagmiddag met Kobe ga doen. Een gamel kan hij lenen van een andere scout die er nog eentje op overschot had. Gelukkig zijn we wel al voor het gewone kamp richting Decathlon getrokken voor stapschoenen, een liner, een nieuw matje en nog wat van die onzin, of mijn zaterdag zou nogal kort worden.

Zucht. Soms hé…

Jamboreehemd

Kobe had uiteraard een gewoon scoutshemd, maar dat is echt niet meer proper te krijgen. Er zitten modderspatten – ik denk toch dat het modder is – op die ik niet meer uitkrijg, en ergens een blauwige vlek van verf of zoiets, enfin, het is niet echt piekfijn meer.

Laat dat laatste nu een vereiste zijn voor de Jamboree: een piekfijn hemd! Ze zijn ook zeer strikt wat de emblemen en tekens betreft: aan de voorkant en op de mouwen mag enkel het strikte minimum, dus niet alle takkentekens of kamptekens of zo. Aan de achterkant mogen ze doen wat ze willen, zolang het maar geen vlekken of zo zijn.

Ik was dus een tijd geleden een nieuw hemd gaan halen, meteen ook een maatje groter, en de nog ontbrekende tekens. Ha ja, ik had nog Wolfs oude hemd en Merels hemd en daarvan kon ik de meeste tekens recupereren. Kobe wil namelijk zijn oude hemd nog dragen voor de gewone vergaderingen en het gewone kamp, zodat zijn jamboreehemd proper blijft.

Twee hemden dus.

Op zijn oude hemd heb ik vorig jaar zijn wasbeer geschilderd, maar die verf was niet helemaal goed blijven zitten en had wat vlekken veroorzaakt, ondanks langdurige fixatie met het strijkijzer. Ik ben woensdag om een nieuw potje textielverf gegaan en heb vandaag diezelfde wasbeer op zijn nieuwe hemd geschilderd. En ik vind persoonlijk, los van de verf, dat hij beter gelukt is: het kopje is groter waardoor de verhoudingen beter zijn, hij staat meer in het midden en zijn totemnaam ziet er beter uit.

Je moet zelf maar eens vergelijken met de vorige versie:

En nu maar hopen dat deze verf het wél houdt…

Toonmoment voor Kobe

Ik noem het een toonmoment, wellicht was het eerder een soortement examen, maar bon, maakt niet uit.

Normaal gezien ben ik degene die mee gaat naar dat soort dingen, maar gisteren zat mijn dag net een beetje te vol daarvoor. Geen nood, Bart kon zich vrijmaken, reed met Kobe naar de Poel, volgde daar zijn concertje, en zag dat het goed was.

En daarna gingen ze, zoals het betaamt op vrijdagavond, samen iets van fastfood eten.

Zo heurt dat.

Jamboree-pasta-avond

Dat Kobe meegaat met de scouts op Jamboree naar Zuid-Korea, dat weet u intussen wellicht al.

Dat dat behoorlijk veel geld kost, mag niet verbazen: 3500 euro, waarvan een deel naar een andere scout uit een arm(er) land gaat. We hebben intussen al enkele kasacties gehouden, zoals het verkopen van zelfgebakken vanillewafeltjes, een brunch – waar we zelf niet bij konden zijn wegens familiediner – een drink aan de scouts rond kerstdag, een kraampje op de kerstmarkt… En vandaag dus een pasta-avond. De bedoeling was eerst om Koreaans eten te serveren, maar dat was niet te doen qua prijs.

Ik geef het toe, ik heb niet bepaald veel gedaan in de voorbereiding, dat hebben Bart en ik aan jongere, socialere mensen overgelaten. Maar ik stond wel deze voormiddag in de Zulle – ons plaatselijke, moderne parochiaal centrum – samen met Kobe, die zowat de hele dag heeft geholpen, en deze avond heb ik de hele dag aan de kassa gezeten, een deel samen met Bart, en Bart heeft ook een deel meegedraaid in de keuken.

Het was oké. het was meer dan oké.

Monitorencursus

Deze middag moest ik tegen twaalf uur Kobe opnieuw gaan ophalen in Zwijnaarde, na zijn monitorencursus. Ik heb de indruk dat ze zich geamuseerd hebben: het afscheid bleef maar duren.

Maar nu heeft hij dus een goeie evaluatie en een officieel brevet op zak. Het zou de bedoeling zijn dat hij al meteen in de paasvakantie gaat meedraaien in een speelplein, zei hij, samen met zijn vrienden.

Geen idee wat hij gaat verdienen daarmee, hij is nog steeds maar vijftien, maar dat is eigenlijk ook niet zo belangrijk. Feit is dat hij zei dat hij het bijzonder leuk vond: hij gaat graag om met die kinderen, heeft blijkbaar meer dan voldoende fantasie om dingen te bedenken om hen bezig te houden, en dat hij dan tegelijk met zijn vrienden rondhangt, is mooi meegenomen.

Goh… Dat kind trekt toch echt bijzonder hard op mij…

Monitorcursus

Kobe mag dan een gamer zijn, hij is eigenlijk ook heel sociaal. Vorig jaar had hij, toen ze volk te kort hadden op het speelplein in Evergem, zijn vrienden uit de nood geholpen door mee te gaan als monitor. Nu, nog geen 16 zijnde en zonder opleiding kreeg hij daar nauwelijks iets voor. Maar blijkbaar kan dat wel tellen als volwaardige vakantiejob.

Daarom had hij zich, samen met Andres, ingeschreven voor de speelpleinmonitorencursus van de stad Gent, die deze week doorgaat in Don Bosco in Zwijnaarde.

Moeder stond dus deze ochtend om negen uur ook ginder in Zwijnaarde om hen uit te zwaaien, en zag dat ze het helemaal zagen zitten. Dik in orde. Bart had ook aangeboden om te rijden, maar ik had wel zin om voorzichtig wat caches te zoeken in de omgeving, en zo gebeurde.

Ik passeerde langs de Ghelamco en reed naar het Liedermeerspark waar ik er nog een paar kon oppikken, al dan niet na een voorzichtige wandeling. Maar man, ’t was algelijk koud!

Ik stak nog een cache weg aan een klein sluisje in Merelbeke en enen aan de grote sluis, en toen was het welletjes: de voet deed pijn, ik had het koud en ik wilde op een deftig uur thuis zijn om met Merel te kunnen eten.

Maar eindelijk dus weer écht gecach.

Beetje zielig

Kobe had deze namiddag een toonmomentje, een klein concertje in het rusthuis aan de Poel. Ideaal, dacht ik: ik zet hem af om 13.20 uur, doe een klein toertje van de Poel tot aan de Grasbrug, dan via de Korenlei naar de Sint-Michielsbrug en terug naar de Poel – en pik intussen twee labcaches op – en dan drink ik op mijn gemak nog een koffie in de Labath en ben om 14.00 uur netjes op tijd bij het toonmoment.

Ja slaapwel. Viel dat efkes tegen!

Ik heb over de 800 meter van het rondje net geen half uur gedaan, een oud meetje was er niks tegen! Helemaal bezweet – en niet omdat ik buiten adem was, gelukkig maar – kwam ik toe in de Labath, had nog net tijd om een meeneemkoffie te bestellen, en kwam nipt om 14.00 uur in het rusthuis toe. Ugh. Ik voelde me mega zielig, echt waar: ik ben nog altijd geen 85! Enfin, we hopen op beterschap, de voet doet het beetje bij beetje telkens iets meer.

En toen zat ik rustig in dat rusthuis – badoem psss – en luisterde ik naar diverse fagotten, trompetten, een viool en nog meer fagotten.