Volgende!

Toen ik om kwart voor vier de auto voor de deur parkeerde, toeterde ik even, zoals elke vrijdag. En jawel, na even wachten kwam Kobe naar buiten met zijn fagotkist, klaar om in te stappen en naar de fagotles te rijden, zoals elke vrijdag.

Maar ik zag hoe hij mankte naar de auto, en hoe ongelukkig hij keek. En toen hij instapte, viel het me ook op hoe bleek hij eigenlijk wel was. Ik vroeg uiteraard onmiddellijk wat er scheelde: hij was blijkbaar van een boordsteentje geschoten en gevallen, en nu deed zijn rechterkuit ongelofelijk veel pijn.

Nu kan Kobe misschien wel serieus goed acteren en muilen trekken, maar bleek worden op bevel, nee, dat is er niet bij.

Ik bekeek het dus even, merkte dat hij het precies wel meende, vroeg of hij de les wel zag zitten, waarop hij in huilen uitbarstte, en ik de les dus afbelde. Zucht.

Hij pikkelde weer naar binnen, ik volgde met mijn stok, en vroeg aan Wolf of hij, ondanks zijn zere rug, de fagot mee terug naar binnen kon nemen. Gehandicapte nummer drie installeerde zich in de zetel, en ik bevoelde de kuit. En jawel, zijn spier stond keihard, je voelde ze zo lopen. Ik nam Voltaren, en masseerde het geheel, terwijl Merel haar lieve broertje zijn elandjes, dekentje en kussen bracht. Ik heb echt gewoon lieve kinderen.

Bon, ook geen rugby dus. Kobe kreeg van mij een paar krukken, en dat idee alleen al monterde hem een pak op. Maar tegen het avondeten was hij zijn vrolijke zelf, en stond de kuit al niet eens meer hard. Het deed nog een beetje pijn, zei hij, maar niet veel meer.

Oef. Want een extra gehandicapte, dat zou wel een beetje veel gevraagd zijn van Murphy, nee?

Uitspraken

Als ze kleuters zijn, doen kinderen nog veel grappiger uitspraken, maar als ze wat groter zijn, zijn ze soms toch ook verdomd spitsvondig.

Zo waren Merel en Kobe een elandenverzorgingstehuis aan het spelen. De hele zetel lag vol elanden, er waren baby’tjes bij, en blijkbaar ook een paar zieke elanden. En ik hoor Merel zo zeggen tegen eentje die blijkbaar moest geopereerd worden: “Je moet niet bang zijn, hoor, het zal geen pijn doen, denk maar gewoon aan je lievelingd… Euh, denk maar gewoon aan je lievelingsmens.”

En Kobe, da’s dan weer een geval apart. Zo komt hij vrolijk aan de schoolpoort, en zegt een van zijn vriendjes: “Ha, Kobe, heb je mijn nieuwe Youtubekanaal al gezien?” Negenjarigen aan de schoolpoort, jawel.

En dan vertelde hij dat bijna de hele klas ‘gestraft’ was voor hun houding in de les wiskunde, en dat ze daarom allemaal een soortement bijles kregen over de middag, behalve hijzelf, Jasmine en Emma. “Ha ja, mama, maar Emma gaat naar huis gaan eten, en dus zijn het alleen Jasmine en ik op de speelplaats. Maar da’s eigenlijk geen probleem, want dan spelen we gewoon Hoblorharstar.”

Hoblorwatte?

“Hoblorharstar, mama, da’s een spelletje dat we zelf hebben uitgevonden, een kruising tussen de Hobbit, de Lord of the Rings, Harry Potter en Star Wars. Da’s toch logisch?”

Euh…

Elke zichzelf respecterende geek krijgt instant darmkrampen bij het idee alleen al, maar aan de andere kant… Hoe geeky kan een negenjarige zijn, zeg? Zeker als hij daar vriendjes én vriendinnetjes in vindt? Zalig toch?

Wiel

Vrijdagavond is Kobe op scoutweekend vertrokken. De jongens – en dan bedoel ik Bart, Wolf en Kobe zelf – hebben die avond samen zijn gerief bijeengeraapt, terwijl ik lag te worstelen met die migraine. Wolf vertelde me achteraf dat het best grappig was: Bart was al sakkerend in mijn papieren op mijn bureau en in mijn schuiven gedoken, op zoek naar een scoutsbrief. Waarop Wolf hem behoorlijk ongelovig aanstaarde, mijn mailbox opende, en in de map scouts de weekendbrief aanklikte. Voor de CEO van een digitaal bureau is hij soms toch echt niet mee, die Bart van me.

Even later was Bart al even hard aan het sakkeren op de SISkaart, en dat hij er geen flauw benul van had waar dat ding lag. Waarop alweer Wolf een schuif opentrok, en de bewuste kaart eruit viste. Soms vraag ik me af of Bart en ik wel in hetzelfde huis wonen, met vooral dezelfde kinderen.

Gelukkig moest Kobe maar vertrekken om half acht, en was ik om zes uur alweer boven water gekomen. Ik overliep nog even alles, zag dat alles in orde was, en Bart ging Kobe afgooien. Want dat scoutsweekend, dat was eigenlijk niet op verplaatsing, maar gewoon in tenten op hun eigen terrein.

Deze middag ben ik hem om twaalf uur gaan halen, en hij zag er moe maar dik tevreden uit. En hij had een wiel.

Een wiel, zegt u?

Yup, dat was ook mijn reactie. “WTF Kobe, een wiel?” Blijkbaar hadden ze ruiltocht gedaan, en had hun groepje op een bepaald moment een voor- en achterwiel van een BMX gekregen, bovenop het pak koeken dat het eigenlijke ruilmateriaal was. Die mens ging dat net naar het containerpark brengen, en de jongens waren blij met de wielen. Lander kreeg het achterwiel met versnellingsbladen, en Kobe had een voorwiel.

En dus ligt er nu een fietswiel in zijn kamer. Hem kennende zal hij daar nog wel eens iets mee fabriceren.

Een wiel.

Nu vraag ik u…

Elandje

Vandaag is Kobe vertrokken op sportplattelandsklassen, en hij had er enorm, maar echt enorm veel zin in. Gelukkig maar!

Bart zette hem af, terwijl ik ging lesgeven. Nu, op maandag moet ik maar lesgeven tot 12.05 uur, de rest van de dag heb ik vrij om te verbeteren en voor te bereiden. En wat zag ik plots, in de namiddag, in de zetel liggen?

Kobes eland.

Alleen als u Kobe niet kent, zou u zeggen: “En dan?” Want wie mijn Kobe wel een beetje kent, weet dat zijn elandje heilig is voor hem. Hij heeft die bij zijn geboorte gekregen van mijn nonkel Luc, en sinds hij een jaar of zo is, is hij onafscheidelijk met dat beest. Hij is nu negen, en soms vind ik het behoorlijk overdreven, zijn gehechtheid aan dat beest. Hij heeft intussen een ganse collectie pluchen elanden, trouwens.

Maar slapen zonder zijn eland? Dat lukt niet, aan geen kanten. Als hij ’s avonds bij het slapengaan zijn eland niet vindt, komen er dikke, dikke tranen.

En nu zag ik Eland dus liggen in de zetel. Vergeten… Mijn hart bloedde, want ik wist dat hij niet ging kunnen slapen zonder, en dat hij vooral echt ging huilen omdat hij hem niet mee had. Tsja… Maar om daarvoor nu speciaal naar Wachtebeke te rijden, een uur onderweg? Nee, dank u.

Maar toen viel mijn frank: meester Wim, de zorgleraar, gaat vanavond naar ginder om een casinospel te spelen met hen. Ik belde dus naar school, en jawel, meester Wim liep daar nog rond. Ik stak Elandje in een zakje, plakte er een sticker met een kusje op, en reed naar school. Wim zag het volledig zitten om het beest mee te nemen, gelukkig maar. Hij ging hem vanavond als prijs voor de winnaar tonen. Ik ben eens benieuwd…

Ik weet alleen dat ik een heel erg dankbare Kobe zal hebben…