Lectuur: “The Lovely Bones” van Alice Sebold

Na een ganse reeks fantasy nam ik toch nog eens een van de klassiekerslijst van de BBC ter hand, deze “The Lovely Bones” dus. Ik piep dan altijd eerst even op Goodreads naar de algemene score en een paar reviews, en zag dat deze toch wel genadeloos afgekraakt werd. Sebold kan niet schrijven, het verhaal is slecht, de schrijfstijl is vreselijk…

Ik begon dus met enig voorbehoud aan het boek, maar eigenlijk viel dat best wel mee. Ja, de stijl is eenvoudig, maar wel perfect hoe een veertienjarig meisje het zou zeggen. Eigenlijk weet je de premisse al van in het begin: Susie wordt vermoord door een van haar buren en die doet haar lijk vakkundig verdwijnen. Susie komt in haar hemel terecht waar ze het doen en laten van haar gezin, haar schoolvrienden en de dader in de gaten houdt. De vraag is hier dus niet wie het gedaan heeft, maar hoe ze de moord op aarde zullen oplossen, en vooral, hoe haar omgeving met haar dood omgaat.

De stijl is eigenlijk verfrissend eerlijk, de psychologie ook die van een veertienjarig meisje. Sebold vertelt vooral hoe elk lid van Susies onmiddellijke omgeving op haar dood reageert: haar vader, haar moeder, haar iets jongere zusje, haar veel jongere broertje, de jongen met wie ze nog maar één keer gekust heeft, een meisje dat ze niet zo goed kent maar dat haar schim gezien heeft, de dader… Alles blijft nochtans vanuit het perspectief van Susie gezien, zelfs tien jaar na haar dood. Je merkt dan ook hoe de personages allemaal geleidelijk aan op hun eigen manier over haar dood heen geraken, hoe ze uiteindelijk toch hun eigen leven weer opnemen. En de dader? Tsja…

Nee, het boek verdient het absoluut niet om zo afgekraakt te worden, maar om het nu perse een klassieker te noemen… Goh ja. Ik heb er geen spijt van dat ik het gelezen heb, maar een aanrader, mja, dat nu misschien ook weer niet.

Lectuur: “De Schaduw van de Wind” van Carlos Ruiz Zafón

“Het lot staat meestal om de hoek te wachten. Alsof het een pooier is, een hoer, of een loterijverkoper: de drie meest gebruikte incarnaties. Maar waar het niet aan doet, zijn huisbezoekjes. Je moet er zelf achteraan gaan.”

Na de immense stapel pagina’s van Dorothy Dunnett wilde ik toch weer even terug naar een klassieker, eentje van de BBC-lijst. Mijn keuze viel op dit boek, en jawel, terecht een klassieker. Ik heb het bijzonder graag gelezen, al vragen de stijl en de inhoud wel een beetje inspanning.

Daniel Sempere wordt als jongen meegenomen door zijn vader, een boekhandelaar, naar het Kerkhof der Vergeten Boeken om daar een boek te vinden dat zielsverwant is met hem. De jonge Daniel haalt er De Schaduw van de Wind van ene Julian Carax uit de rekken, en haalt zich daarmee een hoop problemen op de hals. Want wanneer hij wil achterhalen wie die Carax eigenlijk was, komt hij te weten dat er iemand is die alle boeken van Carax opkoopt, zoekt, steelt en vernietigt. Hmm? Het houdt Daniel niet tegen om zich te verdiepen in de verdwenen Carax en diens leven te proberen reconstrueren. Maar net daardoor verzeilt hij zelf in een onoverzichtelijk kluwen waarbij zijn eigen leven een parallel lijkt te vormen met dat van Carax.

Uiteindelijk wordt het hele mysterie opgelost door een lange brief – ja, dat had wel eleganter gekund, ja – van een van de personages waardoor je eindelijk te weten komt wat er vroeger allemaal is gebeurd met Carax. En dan moet Daniels leven zelf nog opnieuw op de sporen geraken natuurlijk.

Zafón schrijft vooral een bijzonder bloemrijke taal, die wat doet denken aan Márquez, maar dat komt uiteraard ook door het magisch realisme dat beide auteurs aanhangen. De personages verliezen zich al eens in filosofische overpeinzingen en van de eerste tot de laatste hanteren ze dezelfde barokke taal, maar dat stoorde me eigenlijk niet. En dat de plot een beetje deus ex machina-gewijs opgelost wordt, eigenlijk ook niet.

Ik heb alvast genoten van het boek, ja. En ik heb nog maar eens beseft dat ik dringend eens naar Barcelona moet. Al ben ik blij dat het daar nu niet meer zo grimmig is als ten tijde van de burgeroorlog.

 

Lectuur: “Cold Comfort Farm” van Stella Gibbons

Dit boek stond op mijn leeslijst der klassiekers en werd daarom ook toegevoegd, al had ik er nog nooit van gehoord, om eerlijk te zijn.

Achteraf gezien verwondert me dat ook niet: ik vind het niet bepaald een topper. Niet slecht, uiteraard niet, maar ook zeker niet wow. Maar voor een boek uit 1932 is het nog verrassend actueel, eigenlijk.

Flora Poste is een verwend kind van een jaar of 19 dat wees wordt, en dan niet goed weet waar of bij wie ze gaat wonen en op wiens kosten ze zal leven en haar uitgebreide sociale leven zal onderhouden. Na een aantal humoristische overwegingen trekt ze in bij een boerenfamilie die blijkbaar verwanten zijn, maar die ze voor de rest van haar noch pluimen kent.

Zodra ze de Cold Comfort Farm betreedt, maakt ze het tot haar missie om de mensen daar op te voeden en vooral een goede hygiëne aan te leren. Al bij al slaagt ze erin om tegen het einde van het boek alle personages op het juiste (of toch een beter) pad te krijgen en een beter leven te bezorgen.

Het boek is duidelijk een parodie op pakweg Far from the madding crowd van Hardy, of al die romans uit die tijd die het boerenleven schetsen en de high society van het toenmalige Engeland. De personages zijn karikaturen, de plot voorspelbaar, maar alles is gedrenkt in een fijne humor, dat wel, en dat maakt het heel leesbaar. Maar om het te bestempelen als een klassieker? Hmm…

Lectuur: “Life of Pi” van Yann Martel

Deze stond op mijn lijst van te lezen klassiekers, vandaar. Ik kende de premisse al: jong gastje overleeft schipbreuk met een tijger in zijn bootje. De film had ik nog niet gezien, maar ik vroeg me al af hoe je in hemelsnaam anderhalf uur kunt vullen met tijger en bootje. Wel, vrij vlot, eigenlijk.

Het begint met de oudere Piscine – Pi dus – die het verhaal vertelt van zijn jeugd, en hoe hij op een schip terecht komt waarmee ook wilde dieren worden vervoerd. Een van de meer opvallende trekjes hierin is dat Pi blijkbaar zowel christen als moslim als hindoe is, en dat in India. Dat zorgt uiteraard voor de nodige problemen, en ik snap ook nog steeds niet helemaal de relevantie hiervan. Ja, Pi zal in zijn bootje troost putten uit zijn geloven, maar dat is het wel zowat. Misschien om aan te tonen dat hij over nogal wat fantasie beschikt?

Enfin, de dierentuin van Pi’s vader sluit en het gezin verhuist naar Canada. De dieren worden verkocht en sommige daarvan, waaronder dus de tijger, gaan mee op het schip. Om onduidelijke redenen zinkt het schip halverwege de reis en Pi is de enige overlevende, samen met oorspronkelijk een tijger, een hyena en een gewonde zebra. Oh, en een orang-oetang, dat ook. Na verloop van tijd blijft enkel de tijger over, en eigenlijk is dat, ondanks alle gigantische problemen die dat met zich meebrengt, wel Pi’s redding geweest: het is maar dankzij Richard Parker dat hij de wil behoudt om te overleven.

Na 227 dagen spoelen ze eindelijk aan in Mexico, waarbij de tijger zonder omkijken in de jungle verdwijnt en zo Pi’s hart breekt. Zijn vader had het hem in het begin nochtans nog gezegd: je kan geen vriendschappelijke relatie opbouwen met een wild dier…

In het begin vond ik het boek wat langdradig, maar vreemd genoeg, zodra ze op zee zitten en er eigenlijk dus vrijwel niks te beleven valt, is dat niet meer het geval. Martel kan schitterend vertellen, de spanning in kleine details steken en je soms gewoon ook ontroeren. Af en toe verliest hij zich in (pseudo-)filosofische bespiegelingen, dat wel.

En het einde? Dat is gewoon mooi…

Enfin, geen dikke aanrader, maar zeker geen slecht boek.

 

Lectuur: “Alice in Wonderland” van Lewis Carroll

In één woord: nee.

Ugh.

Ik kende het verhaal uiteraard, van tekenfilms en andere dingen, maar, ugh, nee. Geen idee wat die mens gepakt had toen hij dit schreef, maar het was zelfs geen goeie trip. De tekenfilm van Disney heeft er eigenlijk nog het beste van gemaakt, want het is niet eens zo boeiend geschreven. Uiteraard is het verhaal behoorlijk onlogisch want een droom, maar mijn dromen zijn beter.

Eigenlijk kan ik hier kort over zijn: geen idee waarom dit als een absolute klassieker gerekend wordt. Het taalgebruik is kinderlijk – wellicht inderdaad op kinderen afgestemd –  en het hele verhaal kon me voor geen meter boeien. Best dat het een kort verhaal is, want ik zou het anders gewoon niet uitgelezen hebben, denk ik.

Meh.

Next!

Lectuur: “Atonement” van Ian McEwan

Terug naar de klassiekerslijst van de BBC met deze Atonement.

Vol goeie moed begon ik aan het boek, maar meteen was ik eigenlijk wat teleurgesteld: is dit het? Het verhaal van een meisje van dertien dat vastloopt in haar fantasie, op het moment tussen kind en puber? Herkenbaar, dat wel, maar ik had eigenlijk geen behoefte aan de kinderlijke fantasie, terwijl je er meermaals aan herinnerd wordt dat ze een fout zal begaan, een misstap zal maken die niet alleen haar eigen leven, maar ook dat van een ander bijzonder grondig zal beïnvloeden. Het feit dat de auteur behoefte voelt om dat onheil aan te kondigen, om zo zijn lezer aan te sporen verder te lezen, is voor mij veelzeggend. En het is niet alsof het feit op zich niet voorspelbaar is. Hmm. Een beetje in de stijl van Jane Austen, maar dan veel minder briljant.

Deel twee krijgt dan het gezichtspunt van het slachtoffer van voorgaande fout, terwijl hij zich in het leger bevindt op het moment dat dat terugtrekt naar de Franse kust in volle WO II. Uiteraard loopt hij in de oorlog de nodige trauma’s op, maar ook de fout uit deel I heeft hem beschadigd achtergelaten.

In deel III kom je dan opnieuw in de leefwereld van Briony, het meisje uit deel I, maar dan wanneer ze een pak ouder is en een opleiding tot verpleegster volgt, deels uit schuldgevoel voor haar gemaakte fout. Ze probeert contact te zoeken met haar slachtoffer, maar vergeving zit er niet echt in.

Deel IV volgt dan dezelfde dame, maar wanneer ze al een eind in de 70 is en terugkijkt op haar leven als succesvolle schrijfster, een ambitie van het jonge meisje. Dan pas merk je dat zij eigenlijk zelf de voorgaande delen heeft geschreven, wordt een en ander ook duidelijker, en vooral de beweegredenen en motieven voor bepaalde acties komen aan het licht. Ook de stijl is anders per deel, het wordt moderner qua structuur, maar het is niet alsof een traditionele stijl me tegen de borst stuit, verre van.

Nope, het boek kon me niet echt bekoren. Niet slecht, uiteraard niet, of het zou geen klassieker zijn, maar ik vond het geen topliteratuur, om eerlijk te zijn. Het taalgebruik is niet bovengemiddeld en de psychologie, wel, goh…

3/5, wat mij betreft. Maar da’s volledig persoonlijk, natuurlijk.

Lectuur: “Far from the Madding Crowd” van Thomas Hardy

Tussen alle fantasy ben ik dus gestaag ook de klassiekerslijst van de BBC aan het afwerken, en ik ben wel fan van wat negentiende-eeuwse Britse schrijfsels, ja.

Van Thomas Hardy had ik tot hiertoe enkel Tess of the d’Urbervilles gelezen, lang geleden, en ik herinner me dat ik dat wel dik in orde vond. Ik begon dus eigenlijk met vrij hoge verwachtingen aan dit boek, en, goh, die zijn deels ingelost.

Hardy’s schrijfstijl ligt me wel: die typische lange beschrijvingen en verbale omzwervingen, dat mag zeker van mij. Zijn karaktertekening, daarentegen, ben ik minder fan van. Hij beschrijft zijn vrouwelijke hoofdpersonage, Batsheba, als onafhankelijk en vrijdenkend, en tegelijkertijd laat hij haar toch als een dom wicht in de paternalistische val lopen. Idem voor Gabriël: ook hij zou een uitzonderlijk personage moeten zijn, maar is tegelijkertijd bijzonder conformerend. Maar het kan ook zijn dat ik dat met een iets te hedendaagse blik bekijk, en dat hun gedrag eigenlijk voor die tijd al bijzonder non-conformistisch was.

Het verhaal is eigenlijk vrij simpel: Gabriël, een verstandige jongeman met eigenlijk behoorlijk wat tegenslag, wordt verliefd op de zelfstandige Batsheba en helpt haar een eigen boerderij te runnen. Zij beweert dat ze nooit zal trouwen, maar wanneer ze sergeant Troy tegen het lijf loopt, trouwt ze halsoverkop met hem. Met de nodige fatale afloop voor haar geluk, zoals te verwachten. Tegelijk is er ook nog een derde persoon die meer dan hartstochtelijk verliefd is op haar, een rijke herenboer Boldwood, en die begint toch wel behoorlijk bizar stalkergedrag te vertonen.

Soit, zoals te verwachten draait een en ander met de nodige peripetieën nog goed uit, na een hoop verzuchtingen en gezwijm.

Nee, dit is niet mijn favoriete boek uit die tijdsperiode. Niet dat ik het tegen mijn zin gelezen heb, maar bij momenten was het toch echt wel clichématig en met een plot die niet zou misstaan in een stationsromannetje.

Wat dan wel weer hielp, is dat er een verfilming bestaat met Mathias Schoenaerts als Farmer Oak, en ook al heb ik die niet gezien, ik kon er me wel het een en ander bij voorstellen. Toch eens bekijken, als het eens past.

Lectuur: “Honderd jaar eenzaamheid” van Gabriel García Márquez

Dit was er eentje van mijn lijst van klassiekers uit zowel de BBC-lijst als de Big Read.

Toen ik op voorhand meldde dat ik dit ging lezen, kreeg ik daar behoorlijk wat commentaar op, gaande van zeer positief tot een aantal mensen die hem absoluut niet uitgelezen kreeg. Enkele mensen die me vrij goed kennen, waarschuwden me dat ik er een kluif aan ging hebben. Maar het boek is niet voor niets een klassieker, dus ik ging ervoor.

Hmmm.

Als ik nog één keer de naam José, José Arcadio of Aureliano hoor, ga ik gillen, denk ik. Ik heb niks tegen magisch realisme, wel integendeel, maar hier had ik bij momenten zin om een stamboom op te stellen om toch maar de verschillende personages uit elkaar te kunnen houden. Het zouden er al genoeg geweest zijn moesten ze allemaal verschillende namen hebben gehad, maar als je meerdere, soms zelfs gelijktijdige personages krijgt met dezelfde naam, dan wordt het een beetje moeilijk. Naar het schijnt zit er standaard een stamboom in de meeste uitgaven, maar dat is een van de weinige nadelen aan een ebook: het bladert niet zo eenvoudig.

Enfin, ik heb me er bij momenten toch wel een beetje moeten doorheen worstelen. Het is dan ook bijna een stream of consciousness die meandert over de verschillende generaties heen, met vooral heel veel liefdesintriges en bizarriteiten. Nu, ik ben een fantasy lezer, die bizarre dingen storen me allerminst. Maar soms lijkt het wel een beetje op een soap, met van die kleine cliffhangers en goedkope plotwendingen. Waar ik het ook lastig mee had, was dat Márquez bepaalde gebeurtenissen beschrijft die achteraf absoluut niet gebeurd blijken te zijn. Ik weet wel dat het net voor een stuk om die lotsbestemming gaat, maar toch…

Ik kan eigenlijk wel begrijpen dat sommige mensen dit een prachtig boek vonden, maar mij kon het niet echt bekoren. Slecht is het niet, maar ik heb al beter gelezen. Ik heb er ook tien – weliswaar drukke – dagen over gedaan, en dat is eerder uitzonderlijk bij mij.

Hmmm.

Nope.

Lectuur: “A prayer for Owen Meany” van John Irving

Als het op de BBC lectuurlijst staat – apocrief of niet – én op de Big Read, dan moet het wel goed zijn, toch? Mijn volgende boek werd dus bestseller, prijswinnaar en klassieker “A prayer for Owen Meany”, en volledig terecht.

Het is een ietwat vreemd boek, op de keper beschouwd. Het hele verhaal wordt verteld door John Wheelwright, beste vriend van Owen Meany, maar dan vanuit zijn perspectief als volwassene van 46. Het boek wisselt af tussen de volwassene die John is en de momenten die hij in zijn jeugd – in de jaren 1950-1960) – gedeeld heeft met Owen Meany, maar dan wel hoe hij zich die achteraf herinnert en vooral ook interpreteert.
Irving vertelt gewoon kleine anekdotes: hoe ze speelden op zolder in de oude kleerkast van de gestorven grootvader, hoe ze gingen zwemmen in een steengroeve, wat ze uitspookten op vakantie bij nonkel en tante, dat soort dingen. De meeste van die dingen zijn op zich onbelangrijk, maar ze schetsen wel, beetje bij beetje, het karakter van zowel John als Owen Meany én alle opgelopen trauma’s. Want die zijn er, vooral als Owen bij het baseballen als elfjarige per ongeluk de slaap van de moeder van John raakt en zij sterft. John neemt het Owen niet kwalijk, maar het drukt wel een stempel op beide jongens.

Het boek schetst daardoor ook het leven in een klein stadje in New Hampshire en weet ook de tijdsgeest bijzonder goed te vatten.

Af en toe heb ik zitten schateren: een kerstspel dat compleet uit de hand loopt, of het gedoe rond een VW kever die door het basketbalteam probleemloos een trap opgedragen wordt en op een podium wordt gezet, maar die daar, wel, iets minder probleemloos weer af geraakt.
Maar tegelijk is het een diep tragisch boek, waarbij je echt meeleeft met beide hoofdpersonages. Ik heb bij momenten ook gehuild, ja, zeker op het einde, ook al zie je dat van mijlenver aankomen en wordt het ook echt aangekondigd.

In het begin stoorden de verwijzingen naar het christendom – in al zijn vormen: katholiek, congregationalist, episcopalian, … – me een beetje, maar langzamerhand wordt duidelijk dat dit echt wel relevant is voor het verhaal. En eigenlijk blijft Irving neutraal – ik heb er geen idee van of hij nu zelf gelovig is of niet.

Een gemakkelijk boek is het niet, maar het heeft me echt wel geraakt. Ik heb mezelf erop betrapt dat ik er al regelmatig aan zitten denken heb, aan de achterliggende filosofieën en denkpistes.

Een van de bekendste quotes, eentje die diep raakt:

“When someone you love dies, and you’re not expecting it, you don’t lose her all at once; you lose her in pieces over a long time—the way the mail stops coming, and her scent fades from the pillows and even from the clothes in her closet and drawers. Gradually, you accumulate the parts of her that are gone. Just when the day comes—when there’s a particular missing part that overwhelms you with the feeling that she’s gone, forever—there comes another day, and another specifically missing part.”

Een aanrader voor diepe, donkere dagen. En eigenlijk ook de vrolijke dagen. Eigenlijk voor elke dag.

Lectuur: “Little Women” van Louisa May Alcott

Ik ben aan het afwisselen, qua lectuur, tussen fantasy, scifi en de klassiekers van de apocriefe BBC-lectuurlijst.

Het volgende boek werd dus “Little Women” van Alcott, een boek waar ik eigenlijk nog nooit van gehoord had. Het is intussen verschillende keren verfilmd, soms zelfs in moderne settings. Tsja…

Ik moet eerlijk toegeven: het lag me niet zo, en tegelijk wilde ik toch steeds verder lezen. Hoezo? Wel, het boek valt onder “didactische roman”, een boek dat dus een morele les wil meegeven, en dat laatste ligt er nogal dik op, vond ik. Voortdurend zijn er verwijzingen naar de bijbel en hoe jonge meisjes eigenlijk hun leven zouden moeten leiden, geduldig en ijverig zijn, bescheiden, lief, dat soort dingen… Aan de andere kant mogen de personages ook ambitieus zijn, non-conformistisch, een eigen persoonlijkheid ontwikkelen…

Afbeeldingsresultaat voor little women book

Het gaat dus over een gezin van vier dochters met de moeder, terwijl vader het grootste deel van de tijd nog in de oorlog zit. Ze zijn niet bepaald rijk, maar maken er het beste van en zijn duidelijk welopgevoed, met de juiste connecties in de hogere kringen. De morele waarschuwingen zitten in het verhaal verweven, en toch, toch… Toch leef je mee met de vier meisjes, hun wel en wee, hun kleine besognes en grote ambities, hun verdriet, hun verliefdheden… Het verhaal is geschreven in de tijd van lange jurken, hoge hoeden, lange reizen doorheen Europa, soirées en theekransjes, in een welstellend Amerika, en ook dat laatste is verfrissend: de Amerikaanse opvattingen zijn behoorlijk anders dan die van pakweg Engeland of Frankrijk.

Vond ik het een goed boek? Goh, ik weet het eigenlijk niet. Ja en nee. Het morele gezaag werkte soms danig op mijn zenuwen, maar het verhaal zelf is eigenlijk gewoon heerlijk, meeslepend en bijzonder echt. Het zorgt dus ook tijdens het lezen zelf voor die tweespalt, en dat maakt het niet altijd makkelijk.