Moederdag

Moederdag, het is toch altijd een fijn gevoel. Om negen uur werd ik uit mijn bed gesommeerd en alras aan tafel geroepen. Daar stond een waar feestmaal te pronken: nog warme croissants en chocoladebroodjes, yoghurt, gesneden fruit, een versgekookt eitje…

En toen waren er ook de cadeautjes: Merel had een bijzonder mooi kaartje gemaakt en een theelichtjeshouder met bloemen uit de tuin. Fantastisch goed gelukt, vond ik.

Van de kinderen samen kreeg ik een ingenieuze contraptie: een beweegbare arm die op de zetel kan gevezen worden en waarin mijn Kindle vastklikt zodat die boven mijn hoofd kan hangen, en daarbij een afstandsbediening met een soortement klikkertje, zodat ik niet zelf mijn pagina moet omslaan, maar ik daar die afstandsbediening voor kan gebruiken. Nutteloos, zegt u? Nee hoor, ik kan ’s winters lekker warm onder mijn dekentje blijven liggen zonder telkens een arm te moeten bovenhalen. Heerlijk ding!

Van Bart kreeg ik een boek: Dirty Laundry: Why Adults with ADHD Are So Ashamed and What We Can Do to Help van Richard Pink en Roxanne Emery, een koppel dat de meest hilarische ADHD-tiktokvideo’s maakt. Ik heb me er al kriek mee gelachen en tegelijk dood geschaamd. Het feit dat Bart me nu het boek cadeau doet, is veelzeggend: het toont vooral dat hij mijn ADHD volledig heeft omarmd en er alles aan wil doen om me te helpen. Wat hij overigens al meer dan 30 jaar doet. Ik heb medelijden met de arme mens…

Soit, het werd een fijne dag, met milkshakes in de tuin en uitgebreide knuffels. Ik ben lang niet ’s werelds beste moeder, maar ze zien me graag en ik hen, en dat is het voornaamste.

Paniek

Wie hier al een tijdje volgt, weet dat ik een enorme lezer ben. De laatste paar jaar lees ik zo’n 60 boeken per jaar, en dat allemaal elektronisch op mijn Kindle. Ik ben daar dan ook gigantisch fan van, ik lees eigenlijk niet graag meer op papier omdat dat te weinig aanpasbaar is.

Ik sleep dat ding dan ook nonchalant overal mee, gewoon los in mijn tas, in mijn jaszak of op de achterbank van de auto, zonder beschermhoes of iets. Elke avond pluk ik hem van tussen de kussens in de zetel en pak ik hem mee naar boven, ik lees nog in mijn bed, en elke morgen pak ik die gewoon weer mee naar beneden. Routinematig dus. Ik leg hem helaas ook zonder nadenken gewoon uit mijn handen waar het op dat moment past.

Gisterenavond had ik hem blijkbaar niet zomaar zien liggen en was ik naar de badkamer vertrokken zonder boek. Omgekleed, in mijn bommaslaapkleed dus, stel ik daar vast dat ik mijn Kindle niet mee heb. Terug naar beneden dus, naar de zetel, om hem daar in de zetel te zoeken. Hmmm. Geen Kindle. Alle kussens twee keer opgetild, achter de zetel gekeken, onder de dekentjes, geen Kindle. Terug naar boven want ik zal hem wellicht ergens op een rare plaats in de badkamer uit mijn handen gelegd hebben. Geen Kindle. Helemaal naar boven, naar de slaapkamer, ook al weet ik dat ik hem vandaag beneden heb gehad. Geen Kindle. Terug naar beneden. Nog eens de zetel en ook alle tafels doorzocht. De boekenkast. Op de kast onder de tv. In de berging. God, zelfs in de koelkast. Geen Kindle.

Oh, had ik hem niet mee in de auto naar de kine? In mijn bommaslaapkleed op mijn blote voeten naar de auto. Geen Kindle. Oh, en ik heb Barts auto toch gebruikt om naar Wolfs kot te rijden? Terug naar binnen om de sleutels van de Ford, terug naar buiten naar Barts auto. Geen Kindle.

Halve paniek, dikke dikke zucht. De Kindle zal dan morgenvroeg wel uitkomen, zeker? Ik heb nog een Tolkien liggen – De Legende van Sigurd en Gudrun – die ik op papier kan lezen.

Helemaal ontmoedigd kruip ik in mijn bed.

En dan krijg ik ’s morgens een fotootje toegestuurd van mijn lief. Wat ligt er, perfect matzwart op een matzwarte achtergrond, te prijken op zijn dashboard? Jawel. Ik had het ding in het donker – de Ford steekt blijkbaar geen lichten aan bij het openen van de deuren – absoluut niet zien liggen en ik was nochtans gaan kijken.

Diepe zucht.

Van zowel frustratie als opluchting.

Leeswoede, steeds meer en meer, zo blijkt.

Damn. Ik heb daarstraks vastgesteld dat ik aan boek 50 van 2020 zit, met een gemiddelde van 400+ pagina’s. Zotjes.

Nooit gedacht dat ik opnieuw zo graag zou lezen én daar de tijd voor zou vinden. Als kind en tiener heb ik massa’s boeken verslonden, en toen was dat plots gedaan. En was ik bijna trots op mezelf als ik op een jaar 5 boeken gelezen kreeg. Ergens in 2016 ben ik weer echt beginnen lezen.

Geen idee waar ik dit jaar ga eindigen, maar tegenwoordig zie je me nooit meer zonder mijn Kindle. Dat ding ligt overal waar ik ben en zit heel vaak ik mijn handtas als ik het huis uit ga. Zelfs naar school heb ik hem meestal bij, want er is altijd wel een springuur of zoiets.

Yup.

Ik heb het vermoeden dat ik wel graag lees, ja.

Lectuur: “To Kill a mockingbird” van Harper Lee

Zoals gezegd wissel ik fantasy en science fiction af met klassiekers, en in mijn lijst stond deze hoog aangeschreven.

En jawel, ik was redelijk van mijn sokken geblazen, ja. Het gebeurt niet zo vaak dat ik moet huilen bij een boek, maar bij deze heb ik dat dus wel gedaan. Een paar keer. Damn, zo mooi…

Het uitgangspunt is vrij simpel: een klein meisje in het zuiden van de Verenigde Staten in de jaren dertig vertelt over haar leven met haar broer, haar beste vriend en haar vader. Haar moeder is blijkbaar overleden, en vader is een advocaat die op een bepaald moment een zwarte moet verdedigen die beschuldigd wordt van verkrachting. Alleen al het feit dat hij zwart is, maakt hem in veel blanke ogen per definitie schuldig.

Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van de zesjarige Scout, waardoor het allemaal een zekere onschuld en naïviteit vertoont, maar in feite gaat het hier om een keiharde aanklacht over vooroordelen, rassendiscriminatie en de enggeestigheid van kleine samenlevingen. Of hoe een klein meisje nog niet die bekrompenheid van een volwassene bezit.

Het verhaal is prachtig geschreven, in een heerlijke vertellende stijl, zonder te dramatiseren. En het is net die eenvoud die het uiteindelijk zo ongelofelijk ontroerend maakt.

Met heel veel recht en reden een klassieker. Eentje die ik wellicht ooit nog wel eens zal herlezen.