Twee maal Spoed op één dag

Het was me het dagje wel.

Gisterenavond was Wolf thuisgekomen met het bericht dat hij zijn duim nogal pijn had gedaan op de scouts. Mja, kan gebeuren natuurlijk. Het zag niet blauw en het stond niet dik, maar het deed wel pijn. En aangezien Wolf een nogal hoge pijngrens heeft, wilde ik het wel ernstig nemen, zeker gezien de historie met zijn rechterduim de vorige keer. Soit, we gingen het een nachtje afwachten.
Deze voormiddag zaten we dus op spoed voor foto’s. De huisarts van wacht zou ons toch maar doorgestuurd hebben omdat je in het weekend toch alleen in de ziekenhuizen foto’s kan krijgen. We moesten even wachten, maar het viel best mee voor een spoeddienst op zaterdag. Na de foto’s viel het verdict: niet gebroken, wel stevig gekneusd, en dus een soort brace voor zijn duim. En als het binnen de week nog altijd zo veel pijn deed, dan moest hij terugkomen.

Bon, dat was dat.

Alleen belde Roeland in de namiddag dat ons pa daar gezeten had, en dat hij opnieuw compleet manisch was. Maar deze keer wou hij het blijkbaar niet aanvaarden, zei Roeland. Daarom planden we een interventie: om half zeven hadden we alle drie bij ons pa thuis afgesproken om hem richting het ziekenhuis te brengen. Tot mijn verbazing was ons pa intussen ook zelf tot die conclusie gekomen en stond zijn basis gerief al klaar. Ik heb nog wat kleren toegevoegd, andere spullen, en om kwart over zeven stonden Roeland en ik met hem op de spoed van Jan Palfijn, tien dagen nadat hij er ontslagen was.

Intussen was ons pa helemaal in overdrive gegaan: hij ratelde en bleef ratelen en zei de meest ontstellende dingen. Ik bedoel maar: om je bloeddruk te meten moet je 30 seconden zwijgen. De verpleger is drie keer moeten herbeginnen, want zo lang kon ons pa niet zwijgen. Helaas zat de spoedafdeling van de psychiatrie (PAAZ) vol en ging hij richting een ander ziekenhuis moeten. Het UZ wilde hem wel opnemen, maar alleen als hij volledig ‘uitgewerkt’ was, zijnde bloedonderzoek, urineonderzoek, thoraxfoto’s, alles. Zucht. Het was serieus druk op de spoed, en we gingen moeten wachten. En ons pa maar ratelen…

Maar ook de inhoud van zijn betoog… Op een bepaald moment, ergens na negenen, begon hij tegen mij uit te vallen: dat ik niks waard was, dat ik hem, door te zwijgen op de rit de vorige woensdag naar huis, geen respect had betoond, en dat hij mij niet meer wilde zien, dat hij nooit meer ging komen eten, dat ik een slechte dochter was, dat ik niks voor hem deed en dus waardeloos was, dat hij spijt had dat hij me geld had gegeven (Unk? Daar wisten Roeland noch ik iets van, maar bon) en dat hij zeker niet met mij wilde meerijden, dat hij me niet meer wilde zien… Na twee uur constant gedram was dit er voor mij te veel aan. Ik ben huilend naar buiten gelopen, heb Roeland daarna gebeld dat het me speet maar dat ik dit niet aan kon, en ben naar huis gereden.

Roeland vertelde me dat hij ’s nachts tegen half twaalf met ons pa naar het UZ is gereden en dat hij uiteindelijk tegen half twee een kamer had. Blijkbaar hadden ze ons pa ondertussen wel een paardenmiddel gegeven, want tegen elf uur was hij eindelijk stil gevallen. Oef.

Chapeau voor mijn broerke en zijn niveau van zen. Daar kan ik nog iets van leren.

 

Bah humbug

Ik loop al een paar dagen behoorlijk pissed omwille van mijn pa, die erin geslaagd is zich zaterdagavond opnieuw in het ziekenhuis te laten opnemen. Het was gelukkig alleen maar een appelflauwte, veroorzaakt door de hitte, te weinig eten en drinken, en een glas alcohol. Het leek wel een pak erger: hij was lijkbleek en kreeg CPR, voor hij met de ambulance werd weggevoerd. Ik was doodongerust, maar zat dus in Brecht met de jongens. Gelukkig hebben mijn broers voor alles gezorgd.

Deze voormiddag mocht ik hem gaan halen, zei hij. Ik sta daar dus tegen tien uur, blijken de papieren nog niet klaar, en zegt de verpleging dat dat inderdaad standaard maar in de namiddag is. Zucht. Volgens ons pa had de dokter gezegd dat alles nu al klaar ging liggen. Niet bevorderlijk voor het humeur…

Helaas, karma is tegen mij.
Been ik het ziekenhuis uit, schijnt de zon. Eindelijk.
Ik stap in de auto, blijkt het Rammstein te zijn op de radio, wat ik uiteraard keiluid zet.
En dan steekt er nog een eendenmama met 7 kuikentjes de weg over, kweetniehoeschattig.

Hoe kan ik nu slechtgehumeurd blijven? Serieus?

Enfin, ik zal ons pa vanmiddag dan wel gaan halen. Kwestie van bezig te blijven.

Opname. Opnieuw.

Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat ons pa al een paar weken manisch loopt. Hij had beterschap beloofd, ging zijn pillen extra stipt innemen en was zich vooral bewust van het probleem. Hij sliep amper nog: ging laat slapen, werd dan midden in de nacht wakker en ging rondspoken, en was vooral heel erg manisch bezig: plots moest zijn huis opgeruimd worden, kasten geleegd, kaders opgehangen, dat soort dingen, terwijl hij daar de vorige twee jaar gewoon niet naar omgekeken heeft.

Hij ratelde ook aan een stuk door, maar was de vorige twee zondagen eigenlijk best nog haalbaar, ondanks wat Jeroen beweerde. Vorige week maakte ik een afspraak met hem: hij ging deze week zijn slaappatroon regulariseren, want op deze manier stevent hij weer op een hartinfarct af, zijn lichaam kan zijn manische geest helemaal niet volgen. En als het niet in orde zou zijn, dan zou ik opnieuw met hem via spoed naar het ziekenhuis gaan om hem opnieuw te laten opnemen. Hij zag daar gelukkig het redelijk van in en ging akkoord.

Gisteren was hij… ongenietbaar. Ratelen, herhalen, blijven hameren op bepaalde dingen, ruzie zoeken… Zo manisch als de pest, hij heeft er anderhalf uur over gedaan om zijn bord leeg te eten, tot ik me ronduit kwaad heb gemaakt en hem het zwijgen heb opgelegd tot zijn eten ten minste op was.

Eerst pruttelde hij nog wat tegen, maar ik denk dat hij zelf genoeg aanvoelde dat hij helemaal fout bezig was, en dus stond hij hier deze morgen om twintig over negen. Helaas, we hadden afgesproken tussen acht en half negen omdat ik eigenlijk om tien over tien moet beginnen lesgeven op maandag. Maar hij was echt niet in orde: hij had vrijwel niet geslapen, had bijna geen evenwicht en beefde enorm. Hij voelde zich ook gewoon slecht, en ik mag er niet aan denken hoe hij nog met zijn auto tot hier is geraakt.

Soit, we gingen binnen via Spoed, de nodige onderzoeken werden uitgevoerd en zijn dokter werd ingelicht – ze was helaas op een congres, hoorde ik achteraf, en kon daarom niet onmiddellijk komen kijken – er werd een kamer op Neurologie geregeld, maar het bleef maar duren. Ik belde naar school om mijn zesdes een taak te geven, maar tegen elf uur liet ik ons pa toch in veilige handen achter op Spoed en reed alsnog naar school.

Om half één – ik moest lesgeven tot 12.05 uur, heb dan een uur permanentie waarvoor ik verontschuldigd werd, en moet dan om 13.45 uur voor de klas staan – stond ik terug in het ziekenhuis alwaar ons pa intussen op een kamer lag. Ik ging dan maar een broodje halen in het ziekenhuisrestaurant en at dat op bij een slapende pa, want die was intussen niet alleen doodop, er was ook een soort last van zijn schouders gevallen, zei hij. Ik vermoed dat hij zelf maar al te goed wist dat hij externe hulp nodig had, maar dat in zijn manie niet wilde aanvaarden. Al een chance dat hij naar mij wil luisteren en maar al te goed beseft dat ik het beste met hem voor heb, ook al kan ik daarvoor beenhard zijn.

En geloof me, er is bij mij ook een enorm gevoel van opluchting: ik maak me al drie weken serieus zorgen om hem, en nu weet ik dat hij tenminste veilig is. Oef.

Hopelijk slaap ik nu zelf ook wat beter.

EDIT: geslapen als een roosje vannacht. Echt.

Spoed

Gisteren op de quiz was ik Esther tegengekomen, een oud-leerlinge van het eerste uur – ze wordt dit jaar ook al 40 – die klassieke gestudeerd heeft en met wie ik nog steeds zeer goed overeen kom. Het was lang geleden dat we elkaar gezien hadden, en dus spraken we deze middag af voor lunch.

Ik was al vrolijk onderweg toen mijn telefoon ging: de school. Dat Kobe zich bezeerd had aan zijn nek, en of ik hem niet kon komen ophalen. Ik zuchtte diep, en dacht dat het wel zou meevallen. Waarop het secretariaat Kobe zelf doorgaf aan de telefoon, en hij prompt begon te huilen. Hij had LO gehad, en op de bus in het terugkomen had hij zijn box aangezet en waren ze beginnen dansen, en toen was er iets in zijn nek geschoten en nu deed het allemaal vreselijk veel zeer.

Ik hoorde aan zijn huilende stemmetje dat het hem menens was, en dus belde ik Ester af, reed naar school, pikte een huilende Kobe op, en reed met hem naar de Spoed. Na het débâcle met Wolf vorig jaar neem ik liever geen risico’s meer. Daar kreeg hij snel wat pijnstilling van de verpleging, en na twee uur kwam een dokter vaststellen dat gewoon alle spieren in  zijn nek verkrampt waren, maar dat het niks ernstigers was dan dat. Ik vermoed dat ze me een overbezorgde helicoptermoeder vinden, maar zoals gezegd, na Wolf ben ik echt wel voorzichtiger geworden.

Kobe kreeg extra pijnstilling en de raad alle spieren heel erg warm te houden. Dat betekende dus een sjaal en kersenpitjes, en geen school meer die dag. Maar morgen mag hij wel terug gewoon naar school, alleen even geen turnles meer.

Tsja.

Bezigheidstherapie, noemen ze zoiets.

Oogcontrole

Zoals elk jaar moest ik ook nu op standaard oogcontrole. Tsja, dat is zo als je glaucoom hebt natuurlijk.

Maar waar ik vroeger per definitie de auto nam, zag ik het deze keer volledig zitten om de fiets te nemen. Vreemd eigenlijk, dat ik dat vroeger niet eens in overweging nam, eigenlijk gewoon niet eens aan dàcht.

Ik was ’s morgens al heen en weer gefietst naar school, en nu sprong ik dus op de fiets om via de Nieuwe Wandeling tot aan de kliniek te raken. Eigenlijk is dat niet eens ver, amper 20 minuten. Normaal gezien ben ik daar, met gezichtsveldmeting en al, buiten op een dik half uur, want de dokter werkt heel erg stipt. Alleen was de assistente nu die onderzoeken vergeten, en moest ik extra wachten. Een en ander zorgde ervoor dat ik niet om half vier aan school terug stond, zoals ik eigenlijk had afgesproken met Wolf. Die ging namelijk voor de allereerste keer fitnessen met Wout, en was natuurlijk, helemaal pubergewijs, zijn SNSpas thuis vergeten. Goed bezig, Wolf! We spraken dus meteen af aan de Stadion, en ik zette me prinsheerlijk op een bankje aan de Coupure, kijkend naar het toch wel serieus drukke fietsverkeer op die as.

Fietsen is duidelijk een kwestie van mentaliteitswijziging: vroeger stond ik er gewoon niet bij stil dat ik evengoed met de fiets naar het ziekenhuis kon gaan. Vandaag vind ik het vrij logisch, en genoot ik er zelfs van.

BTW, met mijn ogen is nog steeds alles in orde. Goed zo.

Opname, jawel.

Deze voormiddag is ons pa blijkbaar zelf opgestaan, aangekleed en naar beneden gekomen. Hij zat te lezen toen ik thuis kwam, maar verklaarde zelf dat het helemaal nog niet lukte. En dat het misschien best was om toch naar het ziekenhuis te gaan, aangezien het de vorige keren wel na 24 uur was opgeklaard, en nu nog niet.

Na het middageten – dat mijn liefste al helemaal had klaargemaakt, we hoefden het maar op te warmen – zijn we dus naar spoed gegaan. Ik had meteen een gans blad afgeprint met al zijn gegevens op en het hele verhaal, compleet met twee foto’s, helaas van meer dan 24 uur na het accident. Op die manier hoefden we niet direct alles vijf keer herhalen en was er ook geen discussie of verkeerde notatie. Ze vonden het wel zo gemakkelijk.

De ongelofelijk sympathieke spoedarts – echt, zo maken ze er niet veel, wat een dame! – luisterde, las, trok bloed, en stuurde hem naar de hersenscan. Wat mij een half uurtje opleverde om even in de stralende zon wat nieuwe caches rond de Watersportbaan te zoeken, en meteen de broodnodige rust in mijn hoofd te krijgen.

Tsja, oordeelden ze, er zal inderdaad wel iets zijn, maar de hersenscan levert niet echt meteen iets op.
Tegen vijf uur werd hij dan naar een kamer op de afdeling neurologie gebracht, en we zullen dan later wel horen wat er aan de hand is. Feit is dat hij nog steeds gewoon omvalt, en dat hij dus hoegenaamd niet alleen kan blijven.

Bon ja, hij is nu tenminste veilig en in goede handen. Ik ben wel opgelucht, ja.

En intussen is Bart deze namiddag zijn moeder gaan installeren in een appartement in Triamant in Ronse, een verblijf waar ze de nodige zorg krijgt zonder dat het een ziekenhuis is.

En zo blijven we bezig…