Nog maar eens een operatie…

Weet je nog dat ik halverwege oktober een blaasontsteking had? Eentje die al opgeklommen was naar mijn nieren?

Wel, na tien dagen antibiotica was dat nog helemaal niet voorbij, en de huisdokter schreef me nog vijf dagen extra medicatie. Hmm. Toen bleef ik nog steeds steken voelen, dus op vrijdag ging ik opnieuw naar de dokter. Die boekte meteen een afspraak bij de uroloog op maandag.

Die luisterde, bekeek de urinewaarden, zag via een echo dat er kleine steentjes in mijn nieren zaten en boekte een CT-scan  voor de woensdag, tijdens Merels verjaardagsfeestje. Op woensdag bekeek ze die scan, verklaarde dat die steentjes niet zo erg waren, dat ik die ooit wel ging uitplassen, maar… dat mijn galblaas wel vollédig vol zat met steentjes. Als in: een massa kleine steentjes zodat die blaas eruit zag als een golfbal, iets wat elk moment eigenlijk fout kan gaan.

Meteen liet ze haar secretariaat een afspraak maken met een chirurg, want jawel, als ik niet dezelfde weg wil opgaan als Bart, moet die er zo snel mogelijk uit. Afspraak voor de woensdag erna, een week later dus. Dat moest wel kunnen. En toen zat ik in quarantaine, en werd de afspraak een week verzet. Toen ik effectief positief was.

Bon, vandaag dus wél naar de chirurg. Die opende de foto’s op haar scherm en riep bij het aanschouwen van mijn CT-scan, enthousiast uit: “Oh maar da’s een mooie galblaas! Da’s een hele mooie!” Ik heb dus nog maar eens bewijs dat ik aan de binnenkant mooier ben dan aan de buitenkant, voilà.

Enfin, besluit: op maandag 20 december ga ik nog maar eens een stukje Gudrun laten wegnemen. Als corona er geen stokje voor steekt, natuurlijk, want het is nog maar de vraag of chirurgische ingrepen nog wel zullen mogen en kunnen. En ik zou één nachtje moeten blijven, voor de zekerheid.

Allez hup. En dan drie weken plat, zodat ik na de vakantie opnieuw kan gaan werken. Als dat geen mooie planning is!

Van neurologen en banana splits, maar niet simultaan

Ons pa moest vandaag voor een controle naar de neuroloog, en hij wil niet gaan zonder mij. Daar ben ik bijzonder blij om, want ik wil ook niet dat hij alleen gaat. Niet dat hij daar niet competent genoeg voor is, verre van, maar hij vergeet gewoon wat er gezegd wordt. Zijn directe geheugen is prima – geen gevaar voor Alzheimer of zo dus – en alles van twintig jaar geleden en meer herinnert hij zich ook nog perfect, maar alles van pakweg een week of zo geleden, is hij gewoon weer kwijt.

Zo kan hij de berichten die ik hier geschreven heb, probleemloos week na week herlezen: hij herinnert zich niet dat hij ze al gelezen heeft, tenzij na de derde keer of zo. En dan beweert hij vooral bij hoog en laag dat hij dat nog niet gelezen heeft, terwijl ik woordelijk zijn commentaar op een bepaald bericht kan herhalen. Of hij beweert dat hij nog nooit Barts spaghetti hier gegeten heeft, terwijl dat al minstens tien keer is gebeurd.

Nu, daar valt dus niks aan te doen, dat is een vorm van hersenschade na zijn tromboses, en dan passen we daar een mouw aan. Zo heeft de neuroloog hem op het hart gedrukt een nieuwe huisarts te zoeken, en heeft ze op op een van zijn voorschriften ook uitdrukkelijk geschreven – op de achterkant, met stempel en handtekening en al – dat hij dat niet mag innen zonder eerst een nieuwe huisarts te hebben. Zijn vorige huisarts is zelf ziek en gestopt met zijn praktijk, en hij heeft al zijn patiëntengegevens doorgegeven aan iemand anders. Daar wil ons pa niet naartoe, want stel u voor dat hij zijn auto zou moeten nemen naar die dokter. Het is niet alsof hij ooit te voet naar zijn vorige huisarts is gegaan, maar bon. En een huisarts die aan huis komt, du jamais vu! Maar ook de neurologe verzekerde hem dat die nieuwe dokter hem moet leren kennen als hij normaal is, zoals bij het voorschrijven van medicatie, zodat ze kan inschatten hoe ziek hij is als ze hem dan komt bezoeken.

Enfin, om kort te gaan: er is niet echt veel veranderd, zijn medicatie wordt behouden zoals ze is, en hij MOET BLIJVEN WANDELEN! Zijn levieten zijn wel grondig gelezen, ik had bijna medelijden met hem.

Als troost hebben Merel en ik dan maar een uitgebreid vieruurtje gemaakt voor hem: een banaan in stukjes, met daarboven vanille-ijs, het laatste restje slagroom dat we nog hadden, en karamelsaus.

Hij glunderde ^^

Stomatoloog voor ons pa, deel twee

Vorige week schreef ik dat ons pa die afgebroken tand moest laten uithalen door een stomatoloog en dat we langs geweest waren.

Vandaag was ons pa er toch niet gerust in, maar bon. Op zich ging het allemaal bijzonder vlot: alleen de inspuiting voor de verdoving deed pijn, zei hij, de rest heeft hij niet gevoeld. De tand, allez ja, wortel is er zeer vlot uitgegaan, ze hebben het bijzonder grondig dichtgenaaid, en dat was dat: twintig minuten later stonden we alweer buiten.

Hij kreeg geen warm eten en ook geen koffie, en zat toch wel een beetje ongelukkig te kijken naar het slaatje met Russisch ei dat we hem voorschotelden, maar bon, daarin was de dokter categoriek geweest: geen warm eten of drinken tot morgen.

Ik ben benieuwd. Nu eerst rustig alles laten genezen, en dan zijn gebit in orde laten zetten zodat ook dat weer perfect past en hij normaal kan eten.

We zijn nog eventjes bezig.

Stomatoloog voor ons pa

Ons pa heeft al heel lang maar één tand meer, een van zijn snijtanden onderaan. Daar hangt dan ook zijn onderste gebit min of meer aan vast.

Alleen… Die tand is al een hele tijd gewoon afgebroken, een zwart stompje dus, en wellicht gewoon een tikkende tijdbom voor een stevige ontsteking. Ik had hem richting tandarts gestuurd, maar die zei, zoals verwacht, dat zij zich dat niet  ging riskeren, dat ze daar geen grip op ging hebben, en dat dat werk voor een stomatoloog was.

Vandaag trok ik dus met ons pa richting Jan Palfijn voor die stomatoloog, die, zoals verwacht, keek en zei dat hij die afgebroken tand er wel ging uithalen. En dat ons pa niet moest stoppen met zijn Clopidogrel, zijn bloedverdunners, want dat ze daar dan een speciaal bloedstelpend watje gingen insteken en dichtnaaien, dat dat op zich geen probleem zou vormen.

Al bij al zijn we maar tien minuten binnen geweest, en ons pa had precies verwacht dat ze die tand hier ter plekke gingen trekken, maar daar was ik zeker van dat dat niet zo ging zijn: dit zijn gewone consultaties, de heelkundige ingrepen zijn in een soort operatiezaal waar men, indien nodig, veel grondiger kan ingrijpen.

Deel twee is dus voor volgende week, en ons pa is er precies niet helemaal gerust in.

Neuroloog

De laatste tijd hebben ons pa en ik een abonnement op het ziekenhuis, maar dan wel gewoon omdat al zijn dokters daar zitten.

In januari was ik met hem naar de neuroloog gegaan en die wou toen een MRI scan van de hersenen om na te gaan of er iets veranderd was, aangezien zijn middellange geheugen precies dat niet meer is en de parkinson lichtjes verergerd is.

Vorige week zaten we samen in het ziekenhuis voor de scan, vandaag mochten we langsgaan om het verdict van die scan te aanhoren.

Awel, eigenlijk valt er niks te melden, en dat feit op zich vond de neurologe vreemd. De vorige scan was twee jaar oud en eigenlijk, zo verklaarde de radioloog, was er in zijn hersens niks veranderd. Eigenlijk zou er dus in zijn gedrag dus ook niks mogen veranderd zijn.

Er is – uiteraard – nog steeds letsel van zijn tromboses en de ventrikels zijn nog steeds verwijd, maar niet erger geworden. De doorbloeding is dezelfde gebleven. Ze had dus geen verklaring voor de veranderde symptomen en wilde dan ook zijn medicatie niet aanpassen, zolang het doenbaar is voor ons pa.

En zijn kortetermijngeheugen is nog steeds prima als hij zich focust: geen sprake van alzheimer dus, gewoon parkinson en tromboseletsel.

Allez hup. ’t Is toch weer een geruststelling.

Nog eens het ziekenhuis

Geen nood, het was opnieuw niet voor mezelf en het was ook niet erg: ons pa moest een scan hebben. Toen ze voor die huidkanker een echo namen, zag de radioloog dat hij een cyste had in de buurt van zijn nieren. Zijn commentaar was eigenlijk nogal vreemd: niks aan de hand, niks erg, maar toch een scan graag.

Hmm?

Enfin, toch maar het zekere voor het onzekere genomen en met ons pa richting ziekenhuis getuft. Allez ja, hij tuft eerst tot hier en dan rijden we samen naar het ziekenhuis. Op zich heeft hij mij niet echt nodig, maar ik ben wel zijn extern geheugen én extern gehoorapparaat ^^ En op die manier zijn we er allebei zeker van dat het verloopt zoals het hoort.

We hebben wel een behoorlijk tijdje moeten wachten – er kwamen twee spoedgevallen tussen, blijkbaar – en ons pa moest zo maar eventjes anderhalve liter water met contrastvloeistof drinken. De instructie was: “Zo veel mogelijk, maar als het niet lukt, is dat niet erg hoor!” Dat moet ge niet tegen ons koppige pa zeggen: op een dik kwartier had hij de hele fles soldaat gemaakt. En nog een kwartier later was hij al twee keer naar ’t toilet gelopen :-p

Enfin, scan, dan hier eten  en dan nam hij gewoon nog even de kousenmand voor zijn rekening. Een kwestie van gezellig nog een beetje blijven hangen, zei hij. Van mij niet gelaten.

Nu eens benieuwd wat de uitslag van die scan zal zeggen.

Dagje dokters met ons pa, deel 2

Ook vandaag was het bij momenten pittig. Na school, om half vier dus, reed ik naar Zomergem om ons pa op te pikken en te zorgen dat we om half vijf netjes in het Jan Palfijn stonden: tijd voor ons pa zijn halfjaarlijkse afspraak bij de neuroloog en de neuropsychiater. Alleen… het was deze keer meer dan een jaar geleden: in april, in volle coronatijd, was ons pa half in paniek geslagen bij het idee van een ziekenhuisbezoek alleen al, en omdat hij eigenlijk bijzonder goed is, hadden we het dan maar overgeslagen.

Deze keer vond ik het wel noodzakelijk en dat zei hij zelf ook. Bij de psychiater kwamen we tot de vaststelling dat hij zelf vond dat hij behoorlijk depressief is – Roeland en ik vonden eigenlijk van niet, maar we zien hem natuurlijk niet op een doodgewone ochtend alleen in zijn grote huis – maar dat hij zijn stabilisatiemedicatie niet stipt genoeg neemt. Ha ja, ’t kan niet missen dan!

Afspraak is dat hij ze nu veertien dagen echt wel twee per dag neemt, het uur is niet zo belangrijk, en dat er dan een bloedstaal wordt afgenomen zodat we zien of het niveau van dat medicijn voldoende hoog staat in zijn bloed. Als dat niet het geval is, wordt de medicatie bijgestuurd, maar hij zou zich in elk geval beter moeten voelen.

Een behoorlijk tijdje later mocht hij dan zijn uitleg doen bij de neuroloog, en die stelde vast dat zijn beven toch wel erger was geworden, dat zijn ogen achteruit zijn op een manier die niks te maken heeft met ouderdom en dat dat korte-termijngeheugen iets sneller achteruit gaat dan dat op zijn leeftijd normaal is. Alzheimer is het niet, dat uit zich op andere manieren.

Bon, MRIscan van zijn hersenen om te kijken of er effectief meer hersenschade is – dan valt daar niks aan te doen – of dat de oorzaak ergens anders ligt, wat misschien wel met medicatie bij te sturen is. En dan daarna opnieuw een afspraak, ergens in maart.

Zo blijft ne mens bezig, maar het is met liefde gedaan. En veel geduld, dat ook.

Uitslag van de scan

Gisteren een afspraak bij de rugspecialist, en die was – zoals gewoonlijk – nogal rechtlijnig en direct. Zo heb ik het graag, overigens.

Eerst het goede nieuws: de twee hernia’s houden zich koest en zien er behoorlijk uit. Voor mijn leeftijd en algemene toestand van de rug zijn die niet zorgwekkend, hooguit vervelend bij momenten.

Helaas was er ook ander nieuws:  er zit een zware ontsteking, een stressreactie op de ruggengraatverschuiving. Er zijn voortdurend microverschuivingen van die twee wervels tegen elkaar, de discus is zo goed als volledig weg, en dat zorgt voor de pijn. Aaneengroeien zal op die plaats nooit gebeuren, aangezien er altijd druk op staat en er dus die microbeweging is.


Hij nam er prompt zijn ruggengraat bij en sprak van lordose en hyperlordose. Lordose is de natuurlijke kromming van de ruggengraat die ter hoogte van de lendenen en het sacrum naar voor bolt. Bij mij is dat, door de verschuiving, een hyperlordose: alles staat gewoon te veel naar voor, waardoor de rest van mijn rug en spieren voortdurend moeten compenseren. Mijn lijf heeft ook voortdurend de neiging om naar voor te vallen en wanneer ik rechtsta, is het voortdurend naar een evenwicht aan het zoeken. Doordat ik geen natuurlijke balans heb, doet rechtstaan pijn. Zitten is beter, aangezien het lichaam dan geen balans moet zoeken, en stappen valt ook mee, omdat je dan sowieso voortdurend aan het balanceren bent. Ik moet toegeven: één en ander werd me meteen ook duidelijker.

Op mijn vraag legde hij me ook uit wat een operatie – die voorlopig niet aan de orde is – zou inhouden, en het is geen lolletje, met 10 procent kans op verslechtering of zelfs verlamming. Tien procent, ik vind dat veel, ja.

Maar bon, wat moet er nu concreet gebeuren? Tien dagen zware Medrol zou het voorlopig moeten oplossen en zou me mijn bewegingsvrijheid moeten teruggeven.
Maar er zal wellicht een tijd komen dat de pijn constant blijft, en dan moeten we verder kijken. Zucht.

Maar momenteel zijn er dus geen verdere bijkomende complicaties, geen zwaardere hernia’s, geen verdere artrose of een verdere verschuiving. Da’s toch alweer dat.