Eigenlijk waren Merel en ik al van plan om in de kerstvakantie naar de Ikea te gaan, maar het was er niet van gekomen. Maandag stond het netjes ingepland in de agenda, om elf uur vertrekken en al.
Het bleek er druk te zijn. Niet onverwachts, natuurlijk, maar toch. Op de eerste verdieping, tussen de ingerichte kamers, viel dat best nog mee. Merel had een field day: ze amuseerde zich rot met in zetels te gaan zitten, kasten open te trekken, om hoekjes te gaan kijken. Ik moet zeggen: sommige ontwerpers van die kamers gaan heel ver in hun details. Ik heb met één slaapkamer ook echt gelachen:
Ge moet maar eens kijken naar dat achteloze paar schoenen, of de BH gedrapeerd over de lamp…
De drukte bij het eten, dat was wat anders. Maar er zijn jonge en oude ruggen, en dus ging ik al een plaatsje zoeken, terwijl Merel netjes aanschoof. Een klein half uur later stuurde ze me dat ik mocht afkomen, en ik schoof netjes in bij haar in de rij, tot haar grote opluchting, want soms heeft ze toch nog een klein hartje.
Enfin, er werd gegeten, en toen namen we een kar en doorkruisten we de benedenverdieping. We hadden Bart plechtig beloofd niet te veel rommel mee te nemen, en dat deden we ook niet echt, vond ik. Een nieuw hoofdkussen voor mij en een dekbedovertrek met hartjes voor haar, zoals afgesproken, net zoals een nieuwe waterkan. En nog wat flesjes voor vlierbloesemsiroop en twee nepplantjes, eentje voor haar kamer en eentje voor school. Enfin, en een plantenstandaard, dat ook, ja. Tsja… Het is en blijft Ikea.
Soit, tegen drie uur waren we opnieuw thuis met nog een heerlijk lange luie middag voor de boeg.