Vandaag is Merel vertrokken op herinneringsklassen. Ja, de schoolreizen de voorbije twee jaar zijn grandioos in het water gevallen, maar dit kon gelukkig wel weer: drie dagen West-Vlaanderen en de Westhoek. Ze gaan naar Kortrijk, Ieper, de Ijzertoren, de Dodengang, In Flanders Fields, dat soort dingen allemaal. En ze hebben er zin in, ja.
Deze morgen mocht ik haar met rolvaliesje gaan afzetten aan het station hier in Wondelgem en de meisjes poseerden wat graag voor een fotootje.
Die gaan elkaar echt missen volgend jaar, dat weet ik nu al.
Onze originele plannen moeten bijstellen: jammer genoeg. De getijden gooien roet in het eten, aangezien we door de getijdensluis moeten. Vandaag wilden we eigenlijk van Ieper naar Veurne varen, maar dat is een kleine zes uur varen. De Fintelesluis is wel gerepareerd, maar we geraken gewoon niet meer in Nieuwpoort.
Ofwel moeten we keihard doorvaren en hebben we niks aan Veurne, zodat we voor zeven uur ’s avonds – dan sluiten de sluizen – door de getijdensluis zijn, en dan overnachten we op de basis in Nieuwpoort. Meh. Dat is dan een acht uur varen op één dag, en dat is van het goede te veel.
Ofwel overnachten we in Veurne, maar moeten we rond zeven uur ’s morgens al beginnen varen om toch maar door de sluis te zijn voordat het laag water wordt en we niet meer kunnen passeren. We gingen eigenlijk vragen aan de basis of we niet later – bij het volgende hoog water – mochten binnenvaren, maar dan is dat pas rond een uur of vijf in de middag, en na twee interventies van de mensen van LeBoat, waaronder eentje om elf uur ’s avonds in Ieper, een uur rijden van Nieuwpoort, durfde ik dat eigenlijk niet meer te vragen. Eerlijke schaamte en al.
Soit, plannen dus bijgesteld: rustig vertrekken vanuit Ieper, eventjes nog de IJzer op naar links om dan te eten in een goed restaurant in Fintele, en dan terug naar Diksmuide. Op die manier is er nog een spelletjesavond voor de kinderen, en vermijden we alle mogelijke stress. We varen dan wel geen rondje, maar gewoon heen en terug. Ach ja, zo verschillend is het landschap niet.
Rond half tien waren we al aan het varen langs dat prachtige Ieperkanaal, moesten we wel eventjes wachten aan de sluizen, en tuften dan naar Fintele. Alleen zaten we halfweg in de gietende regen. En als ik “we” zeg, bedoel ik eigenlijk “ik”. Ja, je kan varen van binnenuit ook, maar je hebt veel minder zicht. Ik heb dan maar mijn regenjas aangetrokken, ben half onder een parasol gekropen – die later dan nog, op het moment dat hij al gesloten was, toch nog in het water is gewaaid – en zat er een beetje verzopen bij. Niet zo fijn, nee.
Maar na een drie kwartier klaarde het op en nog later scheen de zon weer volop, al waaide het gigantisch hard.
Iets over twee waren we in Fintele, een uitstekend – en dus ook wel wat duurder – restaurant waar ik ongelofelijk lekkere zwezeriken gegeten heb. Een restaurant met een hoog Nelly-gehalte, jammer dat het zo ver rijden is.
En toen ging het verder, opnieuw richting Diksmuide. Opnieuw tegen zevenen waren we daar, en ik ging nog even de benen strekken en een paar cachekes zoeken, voor zover ik niet wegwaaide.
En toen was het avond, werd er enthousiast gespeeld door de kinderen terwijl ik een beetje las en vooral de rug liet rusten. En vond dat het alweer goed was geweest vandaag.
Eigenlijk heb ik wonderwel goed geslapen op die boot: geen last van geschommel of zeeziekte, nog die chance. Alleen – je slaapt wel degelijk in een kuip van metaal en polyester – zat alles onder de condens en drupte het zelfs op mijn hoofdkussen. Ugh.
Maar er werd rustig ontbeten, we ruimden iets of wat op, Bart ging boodschappen doen met Kobe en Merel, en ikzelf ging met Wolf en Arwen eens luisteren bij de radioloog. Die kon ons een afspraak geven om 13.15 uur. Iets later dan gepland, maar ook prima.
Dat leidde ertoe dat we rond elf uur bovenop de IJzertoren stonden en dan langzaam door het museum afdaalden. En een kickass foto konden nemen voor de PAXpoort: het lijkt wel de cover van een album!
We aten op de boot, de radioloog stelde vast dat er niks gebroken was, en we zetten koers naar Ieper: Wolf deed het meeste van het varen en nam ook feilloos de brug en de twee kleine sluizen. En het kanaal IJzer-Ieper: prachtig! Heel veel futen gezien, en aalscholvers en reigers.
En vooral: de beste onthaasting ooit! Je tuft aan 10 kilometer per uur, geniet van het landschap, zont een beetje, leest wat…
Merel heeft trouwens het hele laatste eind alleen gevaren (onder ouderlijk toezicht, uiteraard), alleen het aanleggen heeft Wolf gedaan.
We waren dus rond vijf uur in Ieper: ideaal om iets te gaan drinken, een ijsje te eten, om acht uur de Last Post bij te wonen aan de Menenpoort en dan iets te eten. Uit Diksmuide hadden we geleerd dat alles daar sluit om negen uur, zodat we toch wel gereserveerd hadden. Maar best ook, want er bleek kermis te zijn en de hele grote markt stond vol. Ugh.
Dan maar met de nodige moeite een terrasje gezocht om iets te drinken buiten het kermislawaai, een paar Ieperse labcaches gezocht, een ijsje gegeten, en gezorgd – op aanraden van de havenmeester – dat we toch rond zeven uur al aan de Menenpoort stonden. Terecht, zo bleek, want we waren al lang niet meer de eerste, en tegen acht uur stond het er propvol – volgens coronaregels, ieder op een stip – tot ver in de winkelstraten rondom.
Ik vond persoonlijk het uur wachten – en het zoeken en vinden van twee naburige caches – de moeite waard: de ceremonie is en blijft impressionant. Een kort woordje door de ceremoniemeester, en dan de drie bugels… Kippenvel!
En toen was er Italiaans eten. We hadden gereserveerd om half negen, maar blijkbaar zat het stampvol en lieten ze zelfs de afhaalpizza’s nog voor ons komen, zodat we meer dan een uur hebben moeten wachten. Niet fijn! Lekker was het wel, gelukkig maar. En meer dan genoeg.
En dus was het ook weer na tienen tegen dat we op de boot terug waren, en iedereen ging dan ook opnieuw meteen slapen.
Goh, nog een chance dat we al die spelletjes hebben meegenomen zeg!
Bart krijgt de meest fantastische verjaardagscadeautjes, vind ik. Hij kreeg van Dirk en Ilse namelijk een van de beeldjes van ComingWorldRememberMe van Koen Van Mechelen. U weet wel, die enorme installatie in Ieper aan de Palingbeek, met die honderdduizenden beeldjes.
“CWXRM heeft een bijzondere focus op de toekomst, het samenkomen van de continenten, de vrede. De beeldjes werden opgesteld in combinatie met het grote oer-ei en in de vorm van het Pangea. Installaties met deze beeldjes buiten deze context, los van de andere elementen, worden al snel oorlogsmonumenten. Dit strookt niet met de idee van de oorspronkelijke installatie en moet worden vermeden”, aldus Koen Vanmechelen.
Zelf was ik er niet geraakt, maar ik wilde dolgraag zo’n beeldje. Links en rechts rondvragen leverde niks op, helaas. En toen kwam Bart thuis met het beeldje, dat nu in onze inkomhal staat. Een krachtig vredesteken, vind ik het. Net alsof ik zelf een van de 600.000 slachtoffers in huis heb, zodat hij/zij nooit kan vergeten worden.