Nu de nieuwe reeks op Netflix, “House of Dragons” gestart is, kon ik niet anders dan ook het boek lezen, vond ik. Ik was destijds, in 2012, enorm enthousiast over A Song of Ice and Fire, de reeks waarop Games of Thrones is gebaseerd.
Vol goeie moed begon ik dus aan dit exemplaar, maar de insteek is helemaal anders en absoluut ook niet zoals de verfilming laat vermoeden.
Het gaat namelijk om een verslag door een maester, een geleerde, die gewoon een kroniek van de Targaryens schrijft en al hun veroveringen, oorlogen, veldslagen – al dan niet met draken – noteert. Er zijn dus quasi geen dialogen, het is meer een opsomming. Ja, er is hier een uitstekende reeks uit te distilleren, maar chapeau voor de scenaristen! Martin gaat zelfs zo ver dat hij regelmatig verwijst naar de drie verschillende bronnen van de croniqueur, zoals je dat bij een echte historiograaf zou tegenkomen.
Bij momenten is het verhaal echt meeslepend, maar bij momenten is het ook gewoon een droge opsomming van feiten en beslissingen, alsof je echt een geschiedenisboek leest.
Vond ik het goed? Wel, bij momenten. Ja, het is fijn om die achtergrond van de Targaryens te lezen en je kan je je er ongelofelijk veel bij voorstellen. Maar soms was het ook gewoon ronduit saai en moest ik me er doorheen worstelen.
Ik zou het boek niet meteen aanraden, tenzij voor echte fans.