Kreta, dag vier

We stonden ‘vroeg’ op, en stonden gepakt en gezakt – lees: veel water en zonnecrème – klaar in de lobby om kwart over negen, want we hadden een auto gehuurd voor de dag! Plan: eerst naar Knossos, dan iets eten in Heraklion, en dan het Archeologisch Museum aldaar, en eventueel Bart parkeren op een terrasje en nog wat rondlopen.

Hmpf.

Tot om zeventien na negen bleek dat ik mijn rijbewijs niet mee had. De zaak was snel beklonken: geen rijbewijs = geen auto. Man, hoe stom kan ik zijn! Met tranen in mijn ogen ben ik boos naar mijn kamer gelopen. Vijf minuten later ben ik dan aan de receptie gaan vragen hoeveel een taxi naar Iraklio zou kosten: bleek dat amper 15 euro te zijn! Het was snel nagerekend: 30 euro heen en terug naar Heraklion, zonder stress, zoeken naar parkeerplaats of moeten tanken, en dan nog eens 36 euro heen en weer naar Knossos, waar een auto ons 108 euro voor een dag zou gekost hebben. En dit was dan nog beter voor Bart: van deur tot deur! Een bus had misschien ook wel gekund, maar die zou ons toch ook nog 10 euro enkele reis gekost hebben, voor veertig minuten misselijk zijn in een veel te hete bus, en dan Bart nog ver moeten doen stappen.

Bon, tegen half tien zaten we in een heerlijk gekoelde Mercedes en een kwartier (en een afgereden paaltje vóór de deur van het museum) later stonden we aan de balie van het museum. Kinderen betalen niet, en wij betaalden 10 euro per persoon voor een combiticket museum-Knossos, vijf dagen geldig. Netjes!

Bart ging vrij snel op zijn krukken door de expositie, Wolf ontfermde zich over Merel en ging ook vrij snel, maar Kobe bleef bij mij en vroeg honderduit, en wees me op allerhande details. We vonden het beiden prachtig! De derde foto, btw, is een gezelschapsspel :-p

Kobe was overigens zot van de vele kleine beestjes die er overal stonden, en hij ging proberen ze na te maken in plasticine. Toen hij opmerkte dat het toch wel jammer was dat hij dat niet in echte klei kon, heb ik hem op het bestaan gewezen van Pronto, zelfdrogende klei die je daarna perfect kan verven. Hij ging die vragen voor zijn verjaardag, maar ik heb hem verzekerd dat dat zoiets was als tekenpapier, en dat ik dat wel zo voor hem ging kopen. Ik heb een aantal foto’s genomen van die beestjes, maar dat hoefde niet echt, zei hij: hij had al foto’s in zijn hoofd genomen en opgeslagen in zijn geheugen.

We dronken nog iets in het museum, en staken de straat over. Het Bureau voor Toerisme, zoals overal aangeduid, was gesloten en verwees door naar een ander een paar straten verder. Dat hebben we helaas niet gevonden, zodat ik ten langen leste maar in een toeristenwinkeltje een kaart van de stad ben gaan kopen. Het was er vooral bijzonder druk en bijzonder warm. Bart pikkelde gezwind mee, eigenlijk, ik sta er van versteld hoe vlot het allemaal gaat. Hij mankt niet, en kan eigenlijk zelfs behoorlijke stukken stappen zonder krukken. Alleen heeft hij daarna wel behoorlijk last van de weggedeemsterde spieren in zijn kuiten… Enfin, we liepen wat rond door de extreem toeristische straatjes, en vleiden ons neer op een terrasje om er iets te eten.

Gelukkig waren we al klaar toen ik iets voelde kriebelen op mijn rug. Een vlieg, dacht ik, en ik sloeg ze weg. Dacht ik, want het bleef kriebelen. En toen sloeg ik met een gil een kakkerlak van een centimeter of vier van mijn schouder. Ieks! Kijk, als er nu één beest is waar ik verschrikkelijk vies van ben, dan zijn het wel kakkerlakken. Vraag me niet waarom, ik vind ze vreselijk! We hadden de rekening al gevraagd, en ik ben dan ook niet meer gaan zitten.

Daarna hebben we nog wat rondgelopen, langs de fel overroepen Leeuwenfontein – er staan mooiere dingen in Gent – en zo naar de quasi onvindbare muren. We waren stilaan ook aan het oververhitten, liepen nog even door een parkje langs de muren, voorbij een speeltuin, en hielden dan maar een taxi aan.

Tegen drie uur waren we al terug in het hotel, moesten allemaal even bekomen op onze koele kamers, en gingen daarna dan maar het zwembad in. Oef!

Na het eten was er nog tijd om heel even langs de vloedlijn te lopen bij het licht van de ondergaande zon. De kinderen genoten.

Image-1

En daarna? Zijn zelfs Bart en ik op de kamer gebleven: zijn knie had rust nodig, en in de bar was een crooner het beste van zichzelf aan het geven, in een indrukwekkende hoeveelheid decibels. Maar de kamer is aangenaam en er waren drankjes ^^

 

Kreta, dag één

De man van TaxiGent stond stipt om half vijf aan onze deur, en vijf minuten later waren we al onderweg. Goed twintig over vijf leverde hij ons netjes af aan de deur van de luchthaven, en daar stonden ze eigenlijk al te wachten: we waren de laatsten om in te checken, en dat voor een vlucht die pas om 6.27u ging vertrekken! Onze knalgele koffers verdwenen op de transportband, wij aten nog snel een sandwich, maar werden al gesommeerd om door de douane te gaan: blijkbaar is een uur op voorhand ginder menens! De douane duurde wel even: Barts rugzak vol elektronica werd zorgvuldig uitgepluisd, omdat er zich in een van de vele kleine zijzakjes een klein flesje deodorant had verstopt. Ik werd manueel afgetast omdat die scanners nog steeds niet overweg kunnen met kwaliteitsvolle beha’s, en Bart moest zelfs in een zijkamertje zijn brace uittrekken, zodat die ook apart door de scanner kon. Zucht…

Zodra we gepasseerd waren, verplaatste het voltallige personeel zich naar de boarding desk, en werden wij ook als eerste opgeroepen, omdat Bart dan in alle rust kon instappen. Netjes! Een en ander resulteerde in een vliegtuig dat al om 6.18u aan het taxiën was, in plaats van op te stijgen om 6.27u. Van mij niet gelaten. Volgens het reisschema dat we gekregen hadden, gingen we landen om 11.20u plaatselijke tijd – het is er een uur later dan hier – dus een vier uur vliegen. Nochtans gaf de gezagvoerder meteen drie uur vliegen aan, en effectief, we zijn geland iets over tien, in plaats van over elf. De kinderen vonden het opstijgen en landen heerlijk omdat je dan vanalles ziet, en vonden het vliegen zelf toch maar saai. Ze hebben zich echter voortreffelijk gedragen. Ik heb het grootste deel van de tijd proberen slapen, heb het ontbijt overgeslagen, maar helaas, dat belette niet dat ik bij het uitstappen de stewardess mijn maaginhoud in een zakje kon overhandigen. Meh.

(Helemaal links op de laatste foto zie je nog een vliegtuig.)

En toen waren er blijkbaar mensen die heel lang op hun koffers moesten wachten of een koffietje gaan drinken waren of zo, want we hebben nog meer dan een half uur in de bus die ons naar het hotel moest brengen, zitten wachten. Ach ja… Twintig minuten later stonden we gelukkig in een loden hitte – 34°- op het bordes van een toch wel mooi hotel. En toen hoorde ik het aan de balie donderen in Keulen: hotelvouchers? Eh? Nee, ik had dat niet? Ik had geen enkel papier gekregen van het reisbureau, enkel een bevestiging en factuur per mail. Geen idee dat ik nog papieren diende op te halen, ook dat was me absoluut niet gezegd in de telefoongesprekken in de vorige week. Bon, ze maakten er gelukkig niet al te veel drama van, een kopie van onze IDkaarten volstond ook. Maar onze kamers waren helaas nog niet schoongemaakt: checkout is pas om 12.00u, en wij waren daar zelfs nog voor twaalven. We mochten wel al rustig een kijkje nemen, en eten in het restaurant. Dat we allemaal bijzonder graag onze lange broeken, gesloten schoenen – in mijn geval zelfs botjes – en warme T-shirts hadden ingeruild voor iets lichters, mocht niet baten. We kregen dan ook rare blikken van de andere hotelgasten, die voor 90% in zwembroek of bikini rondliepen.

Enfin, het hotel met waterpretpark en aparte zwembaden werd bezichtigd, er werd – uiteraard – “Θάλασσα! Θάλασσα!” geroepen bij het aanschouwen van de zee, en we konden vaststellen dat het buffetrestaurant toch wel in orde was. En dan waren onze kamers klaar, en konden we ons installeren. Helaas liggen ze niet naast elkaar, maar zit er een kamer tussen. Om kortingsredenen had het reisbureau opgegeven dat Bart en ik samen met Merel in één kamer gingen slapen, en de jongens in de tweede, maar ge ziet dat van hier! Resultaat: de jongens slapen in een echt dubbel bed met een dubbel dekbed, en Bart en ik hebben elk ons eigen, tegen elkaar staand bed met een eigen dekbed. Van mij niet gelaten, eigenlijk.

We bleven even in ons kamer, en trokken toen effectief naar het zwembad, waar ook Bart mee het water in ging en de kinderen het super vonden. De jongens gingen heel even tot in de zee, we aten een ijsje, en verhuisden naar het waterpretpark. Maar daar liep het mis. Bart had het hele eind moeten stappen met zijn krukken, zweette zich te pletter, en trok zich dan maar terug in de gekoelde lounge. Ik was nog de handdoeken en de rest van de spullen op een zonnebed aan het leggen, terwijl Kobe en Merel niet rap genoeg in het water konden zitten. Letterlijk, want in al haar haast sloeg Merel gewoon voorover en had ze een bloedneus, met bijbehorend gehuil natuurlijk. En toen wilde Kobe gewoon met zijn zusje op de kleine glijbanen spelen, en wilde Wolf per se in de grote glijbaan waarvoor je per twee moet zijn. Hij zette zich dan maar met een lang gezicht te mokken, want ik wilde de spullen en de kleintjes in de gaten houden, en kon dus niet met hem mee. En toen begonnen ook Kobe en Merel nog ruzie te maken ook, waarop ik het hele boeltje samenpakte en richting hotelkamer trok.

Iedereen was toe aan wat rust, Bart en ik aan een douche, en ik voelde me meteen een ander mens. Tegen kwart voor zeven zaten we in het restaurant, en voelde iedereen zich meteen een pak beter. Bart was doodop, Merel ook, en dus stak de eerste de tweede in bed, terwijl ik met de jongens nog een avondwandelingetje langs het strand ging maken.

Het water was nog ronduit warm, en eerst werden de broeken van de jongens opgesloofd. En toen uitgetrokken. En daarop volgden ook de T-shirts. En werd die onderbroek toch wel per ongeluk nat zeker? Een en ander mondde uit in een lange strandwandeling, waarbij het water plots merkelijk kouder werd en we warempel in de monding van een riviertje stonden, gevolgd door een zwempartij van zeker nog een uur bij het licht van de ondergaande zon. Ik zat erbij en keek ernaar, genoot, en nam foto’s met mijn gsm.

Tegen negen uur waren we terug op ons kamer, douchten de jongens zich in onze badkamer, sloop ik op kousenvoeten binnen bij de slapende Merel om verse droge kleren, en gingen we met ons viertjes nog rustig iets drinken in de bar aan de zee. Wolf verklaarde zich helemaal zen, en ging heerlijk slapen. Ook Bart trok meteen zijn pyjama aan, en called it a day. En dus zit ik nu in de lounge, bij loungemuziek – tiens – dit verslag te typen terwijl het nog zeker 26° is, en ik net niet meer zit te zweten.

Het begon allemaal nogal haperend, maar uiteindelijk is het toch nog goed gekomen. Slaapwel!