Omen VI
Dat larpen, dat blijft toch een ongelofelijk fijne, maar intense hobby!
Gisteren pikte ik her en der in het land drie mensen op, en tegen acht uur liepen we met een 150 man rond in een pseudo-middeleeuwse locatie, een vikingwereld tot leven te brengen.
Ik was eigenlijk het hele weekend een barbarenhoofdman, leider van een clan Bhanda Korr, waarvan er ook zo’n tiental spelers rondlopen. Impressionante kostuums vooral, en ik mocht er eentje lenen, waardoor ik eigenlijk niet moest onderdoen. Dan nog de nodige schmink op mijn toot, en we waren helemaal de Storm. Leuk om spelen, echt waar.
’s Avonds had ik zelf om een andere rol gevraagd: de Omenband ligt een beetje op zijn gat, maar Lorre en ik wilden toch graag zingen. Hij speelt Egbert, een bard, en dat past natuurlijk prima. En daar kwam dus voor de avond Johanna van Middelberg bij, een vrouwelijke barde, om het huwelijksfeest van de graaf op te luisteren. Alleen zat er zo geen feeststemming in, en was er ook niet echt een banket of zo. We hebben dan maar gezongen in de herberg voor een ander verloofd adellijk paar, en daar eigenlijk nog serieus wat goud mee verdiend. Linus is er nog bij komen zitten, en we hebben eigenlijk ook gewoon voor onszelf zitten zingen. Waarna we naar buiten gegaan zijn, de verbranding van de stropoppen hebben meegevierd, en warempel aan het vuur van de Bhanda Korr zijn verzeild, waar we ook nog zitten zingen hebben. Fijn fijn fijn!
Vrienden.
Na het nieuws van gisteren zat ik er een beetje door, dat geef ik toe. Barts reactie had eigenlijk ook niet veel geholpen: een droog “Dan gaat ge uwe levensstijl moeten aanpassen, he.” was mijn deel. Tsja. Alsof ik dat nog niet wist.
Maar gelukkig had ik vandaag afgesproken met Lorre, voor een ontbijtje, en dan zingen. Ha ja, dit weekend is het Omen, en we willen muzikaal vermaak brengen op het huwelijksfeest. Om half tien zaten we samen croissants en fruit te verorberen, en leende hij me een gewillig luisterend oor. En daarna werd er gezongen, en hoe. We kozen vijf liederen uit, pasten de teksten aan, en genoten van het harmoniezingen. Een fijne vriend in de buurt, blijkbaar moet ik niet meer hebben om mijn humeur op te krikken.
We kookten samen, lieten het kindergeweld over ons heen gaan, aten een groentenquiche, dronken koffie, en zongen nog wat meer. En om half vier schopte ik hem buiten, want toen moest ik Kobe naar de muziekles brengen.
Tussendoor kwam ook Vallery nog even binnenwaaien om wat schoenen te passen, en stond ook Véro even aan de deur.
Ik heb het al eerder gezegd: ik denk dat ik er echt wel een vriend bij heb. En op een dag als deze was net dat wat ik nodig had. Ik heb er zelfs niet aan gedacht om foto’s te trekken.
Hedera, of toch een versietje ervan
Sinds een paar jaar heeft de larpwereld, en dan meer bepaald de reeks Omen, een eigen folkbandje. De bezetting ervan is echt moeilijk, want er zijn zowel leden uit West-Vlaanderen als Limburg en Geldenaken, en dat maakt het niet bijzonder praktisch. Niet dat ze vaak samenkomen om te oefenen, dat is net eigen aan folk natuurlijk, dat je vrij makkelijk kan samenspelen.
Nu, om één of andere reden hadden ze besloten om te spelen op een wiccadagje in Wachtebeke, en ik had me erbij aangesloten. Voor de gelegenheid waren we met vijf: twee dames die tot hiertoe eigenlijk het voortouw hadden genomen, maar er nu allebei gingen mee stoppen, na dit. De ene zingt en speelt thin whistle, de andere zingt, doet percussie, en speelt prachtig harp. Verder was er ook nog Lorre, de enige man in het gezelschap, die zingt en gitaar speelt, en voor de gelegenheid werden we bijgestaan door Mabyr, die een kei is in percussie en banjo. En ik daar dus bij, met vooral zang, en een klein beetje viool en verder nog castagnetten. Tsja…
We namen op voorhand alles nog kort even door, en hadden dan een optredentje in de tuin van ongeveer 50 minuten in een loden hitte. Nog een chance dat we in de schaduw van een paar bomen stonden.
Daarna volgde een optreden van een Ierse dansgroep in het zaaltje, waar het nog warmer was. Kudos voor die mensen, die hebben liters gezweet, dat weet ik wel zeker!
Daarna kwamen wij nog eens met een ingekort programma, en dat vond ik niet erg, want het was pokkeheet daar op dat podium. Maar ik heb wel genoten van het zingen, serieus.
Terwijl Lorre Katrien naar huis bracht, reed ik nog heel even rond om een cache of twee te zoeken daar op de Nederlandse grens, met beperkt resultaat overigens.
Tegen kwart over zeven zaten Lorre en ik heerlijk aan de tuintafel te eten, nog wat later bracht hij me met de auto naar de motogarage om de motor op te halen – eindelijk klaar, na de vraag tot reparatie in maart – en nog later reden we samen op diezelfde motor naar Barts kantoor. Ik dacht wel dat Lorre het gebouw zou appreciëren, en jawel, hij was serieus in de wolken.
Het was nog steeds 27°, en dus bleven we buiten zitten, met wat kaarsjes en een glas mede, en Bart kwam ons zowaar nog wat hapjes brengen ook. Goud waard, die man van mij! En op deze manier heb ik ook de tuin eens in actie gezien ’s nachts, en ik geef het u op een briefje: ik geniet er intens van!
Ik denk dat het na enen was toen we gingen slapen, na een bijzonder fijne avond. Ik maak niet makkelijk vrienden, maar ik denk dat ik er nu toch wel eentje heb bijgemaakt. Enfin, ik hoop het toch. Fijne gast, echt waar.
Hedera
Op een van de larpreeksen waar ik aan meedoe, zijn ze gestart met een muziekgroep, Hedera. Het is allemaal zeer folky en middeleeuws, en eigenlijk best wel fun. Niet dat ik hen ooit horen spelen heb, want da’s blijkbaar net altijd tussen mijn spel heen gevallen. Maar er zijn dus gitaren, percussie, harp, fluitjes, soms doedelzakken, en vooral veel zang. Ik vond dat een super idee, en heb vandaag voor het eerst eens gerepeteerd. Meteen ook een belangrijke repetitie, want op 27 augustus hebben we een optreden. Ik speel dus viool, doe onnozel met castagnetten, en zing.
Ik heb me eigenlijk echt wel geamuseerd vandaag, daar in het verre Ledegem. Ook al was er een serieuze file in het naar huis rijden, en duurde de tocht dubbel zo lang. Maar bon, we zien wel wat ervan komt, van die Hedera.
Lorre
Er zijn zo van die mensen die je tegen het lijf loopt, en met wie het meteen klikt. Lorre is er zo eentje: een rollenspeler die ik ken vanop Omen, die graag zingt, heel erg vlot ter tale is, een dikke boon heeft voor het Latijn, en fantastische woordspelletjes kan verzinnen rond vier uur ’s nachts in een herberg als het gaat over tuingereedschap. Innuendo, iemand?
Enfin, we bleven contact houden, en vandaag – zijn man zat toch op Werchter, ’t is niet dat hij veel te doen had – kwam hij een middagje langs om samen te kletsen, koffie en zelfgebrouwen mede te drinken, en te zingen, dat ook wel. Ik ben van plan om mee te gaan doen met de Omenband, een gelegenheidsfolkgroepje waarin ik dan kan zingen en vioolspelen. Of gitaar. Of blokfluit. Of zoiets.
Lorre zit dus in die Omenband, en we hebben effectief gezongen vandaag. Wel handig, iemand die toch iets van noten kan lezen, maar vooral ook stemvast genoeg is om een duet te kunnen zingen zonder van zijn melk te geraken. En wat ook fantastisch is: die je zangtechnische tips kan geven, en die die dan meteen ook opvolgt, waardoor hij hoorbaar beter zingt. Fijn fijn fijn.
Hij is dan maar meteen ook gebleven voor het avondeten, en pas rond een uur of negen naar huis gegaan, nadat ik nog een paar dingen had laten horen en we nog wat muziek opzochten. Fijne mens, voorwaar. Hopelijk ook het begin van een mooie vriendschap.