So this happened…

Vandaag moest ik me iets over twee aanmelden bij de Federale OverheidsDienst Sociale Zekerheid voor Personen met een Handicap, kwestie van een dokter te laten nakijken of het dossier dat ik ingediend heb, ook werkelijk klopt met de werkelijkheid. Ik was al weken op voorhand zenuwachtig, want hier ging effectief bepaald worden of ik ook echt een handicap heb.

Bon, het werd dus een sof. Kortweg: de verkeerde dokter. Blijkbaar bepaalt deze dienst enkel of ik minder of meer dan 66% werkonbekwaam ben. Quod non, uiteraard. De dokter luisterde naar mijn verhaal, schudde meewarig het hoofd, en vroeg wie me bij hem had gestuurd.
Wil ik het percentage van mijn handicap laten bepalen, dan moet ik bij de geneesheer van de VDAB zijn – maar enkel als je werkloos bent – of bij een arbeidsgeneesheer.
Euhm?
Hij vulde wel de rest van mijn dossier in, stelde een hoop vragen, typte nog veel meer, en dat was dat. Hij kon me niet helpen, want werkonbekwaam ben ik doorgaans niet. Ze gingen me wel laten weten hoeveel “punten” ik verdiend heb, punten die bepalen op welke ondersteuning je recht hebt. Niet waar ik naar op zoek was, maar bon.
Enfin, verkeerde hoepels, verkeerde dienst. Terug naar af.

myhandicap.com

Ik schreef het al eind mei: ik droom ervan om enige erkenning te krijgen van mijn rugprobleem.

Mijn gynaecoloog zei het al, totaal onthutst over mijn verklaring van wat ik in het dagelijkse leven kan en vooral niet kan: “Gij moet u laten opereren!” Maar laat dat nu net geen optie zijn, volgens mijn rugspecialist. Alleen als het echt niet anders kan, en dan nog… Het probleem is te zwaar, zit op de totaal verkeerde plaats waar nogal wat spieren, pezen en zenuwen passeren, het risico is te groot, de revalidatie te zwaar en de garantie op succes onbestaande. Mee leren leven dus.
Maar dat is geen sinecure, vooral omdat je standaard niet ziet dat er een probleem is. Wie me kent, weet dat en houdt daar gelukkig ook rekening mee. Behalve dan bijvoorbeeld mijn oudste broer, die vond dat ik “niet zo onnozel moest doen”. Juist ja.

En meestal valt het probleem inderdaad best mee: ik kan niet lang staan, ik kan niks tillen, maar ik kan nog grotendeels mijn huishouden doen, ik kan nog voltijds werken – dankzij de meegaandheid van mijn directie en vooral de roostermakers – en ik kan een goed deel van mijn hobby’s nog uitoefenen, zij het met hier en daar wat aanpassingen en heel veel goede wil van mijn vrienden.

Maar als het echt in mijn rug schiet, dan kan ik niks. Dan kan ik met moeite van mijn zetel tot aan de tafel, en dan nog alleen met een stok, krukken of een looprek. Dan kan ik me niet douchen, of toch niet deftig, want mijn benen en voeten kan ik niet wassen. Aankleden lukt ook niet zelfstandig, al is het wonderbaarlijk wat je met wat handigheid en de krul van een wandelstok wél allemaal kan. Maar kousen en schoenen zijn een no go. Dan kan ik niet voor mijn eigen eten zorgen, want ik kan me niet buitenshuis verplaatsen, maar ook niet eens een glas water nemen, want elk gewicht is te veel. Koken lukt niet, want potten en pannen zijn te zwaar en ik kan niet lang genoeg rechtstaan. Aan werken hoef ik zelfs niet te denken.

Bon, vandaag heb ik dan een overwinning op mezelf en mijn trots behaald: ik heb net een aanvraag tot erkenning ingediend bij Myhandicap. De tab stond vijf maand open, ik kon de stap niet zetten om zwart op wit toe te geven dat ik soms compleet hulpeloos ben. En nee, ik wil geen tegemoetkoming, geen parkeerkaart, geen extra hulp of voordelen. Enkel erkenning.

Want nee, mijn lijf is niet oké.