Koordag

Volgende week is er concert, en dus hielden we vandaag nog een heuse koordag: zingen van half tien tot half één, dan een uurtje pauze, nog wat verder zingen, en de laatste twee uur, tot zes uur, samen met het orkest. Een meer dan stevig dagje dus, en de rug vond het niet zo leuk, maar de stem hield zich wonderwel sterk.

We zaten in de Vlerick en dat is echt wel een knap gebouw met vooral een hele mooie kapel.

Ik was pompaf na afloop, maar ik vond het wel een goeie repetitie, ja.

Nieuwe start (voor mij dan toch) in het koor

Vorige week waren ze eigenlijk al begonnen, maar toen had ik geen vervoer en zag ik het eigenlijk ook nog niet zitten.

Vandaag ben ik zelf met de auto gereden: dat doet op zich geen pijn en ik moet ook geen kracht zetten, dus ik zie niet in waarom niet.

Ik kon gelukkig vlakbij parkeren en genoot van het zingen. En genoot van het feit dat er alweer twee bassen waren bij gekomen, zodat we echt wel met een fijne groep zijn intussen. De tenoren blijven het zwakke broertje: we waren maar met vier, terwijl we normaal gezien toch nog met zes zijn. Maar onze voorzitter Stefan zal, na zijn hartoperatie, nog wel eventjes buiten strijd zijn, vermoed ik.

Ik heb alleszins al genoten van de eerste lezing van “Alexander’s Feast” van Händel, en ik ben benieuwd wat er nog zoal op het programma komt van het volgende concert!

Ode Gand

Ik wou al lang eens naar Ode Gand, maar het was er eigenlijk gewoon nog nooit van gekomen. De publiek toegankelijke dingen leken me veel te druk, en voor tickets was ik keer op keer te laat.

Toen Bart me een goeie maand geleden vroeg of ik mee wilde, zei ik zonder aarzelen ja. ‘Oh’, zei hij, ‘is er geen Omen mini dan?’ Wel, Ode Gand gaat voor op die mini, en dat vond hij redelijk straf. Toen hij er nog aan toevoegde dat het op uitnodiging was, met eerst uitgebreide receptie op het stadhuis, en dan in een bootje op het water, vlak voor het podium, werd mijn grijns alleen nog maar groter.

Alleen waren we vandaag allebei behoorlijk moe, zodat het half vijf was tegen dat we met de fiets in ’t stad stonden. Tsja… De meeste dingen waren al voorbij, maar we luisterden even naar een zangeres op het Sint-Baafsplein, en liepen toen naar de Orpheus-zaal, die ik niet eens kende, eigenlijk. Daar kon je met een virtual realitybril aan den lijve ondervinden hoe het is om in een orkest te zitten. Dat orkest, dat kende ik al, maar die VR, dat was amusant zeg! Plots zat niet langer Bart naast me, maar wel een klarinettist! Was me dat even schrikken… Enfin, het was het kwartiertje wachten wel waard, ja.

Aangezien het toen pas kwart over zes was en we maar binnen mochten op het stadhuis om 19.00 uur, gingen we rustig samen nog een koffie drinken. Allez, ik koffie met taart, Bart een glas wijn met kaasjes. Lekker, dat zeker, maar 6.50 euro voor een stukje taart? Is dat niet wat veel? Hmm?

Enfin, een beetje na zevenen waaiden we het stadhuis binnen, meer bepaald de Pacificatiezaal. In het begin kwam de receptie bijzonder traag op gang, als in: we gaan straks nog een pak frieten halen. Tegen het einde was ik echter propvol, en kwamen ze zelfs nog af met dessert. Dik in orde, zeg!

En toen werden we gesommeerd om ons naar de bootjes te begeven, jawel. En ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen: wij zaten op de allerbeste plaatsen! Niet het bootje voor ons, want dat moest te schuin richting podium kijken, maar wel ideaal geplaatst, zodat we ook de organist nog konden zien. En dan ook nog de beste plaatsen in het bootje: vooraan, naar het podium gericht. In het bootje was er dan ook nog volop cava (niet voor mij dus) en fruitsap voorzien, knabbeltjes, én fleece dekentjes ^^

Dan was er eerst het optreden van een schitterende a capella groep: The Swingles. Ongelukkige naam, maar prachtige stemmen.

En daarna Cameron Carpenter, een Amerikaanse organist met een zeer groot ego, en het Belgische Kamerorkest onder leiding van Roberto Beltrán-Zavala. De organist werd aangekondigd als spektakel, maar ik vond dat wat tegenvallen, ja: hij zag er wel flashy uit, maar de orgelstukken waren, tsja, gewoon orgel, vrees ik. Niet dat de man niet kan spelen, integendeel, maar dat hij Gras- en Korenlei in vuur en vlam zette? Dat nu ook weer niet. Het stukje ballet was dan wel weer mooi, maar behoorlijk klassiek.

En toen, toen was er vuurwerk. Niet zomaar vuurwerk, maar vuurwerk op de live gespeelde tonen van Händels Music for the Royal Fireworks. Als het mij al zo een kick gaf om dat te horen, wat moet het dan niet geweest zijn voor het orkest? Je oefent dat in, repeteert, en dan mag je dat uitvoeren, niet in een duffe zaal, maar op een openluchtpodium op het water, terwijl er effectief een gigantisch vuurwerk wordt afgestoken. Zalig!!

Waar ik ook enorm van genoot, was het nachtelijke boottochtje: onze ‘kapitein’ had de opdracht gekregen om iedereen te gaan afzetten aan de Ketelvest, maar onze fietsen stonden aan het stadhuis, waardoor wij liever terug aan de Grasbrug afstapten, en we dus konden genieten van een nachtelijk tochtje over de Gentse binnenwateren.

IMG_0286

Mijn fiets deed lastig – achteraf gezien dat de rem serieus sleepte – en dus gaf Bart als een ware gentleman mij zijn elektrische fiets, en peddelde hij gezwind zich in het zweet.

My guy takes me places, and I love it!