Pharen

Of grootlichten, zo u wil. Ge weet wel, uw vérstralers van de auto, uw grote lichten, dedie die ge aanzet als het stekkedonker is en er geen ander verkeer is dat ge kunt verblinden.

Awel, met die pharen hebben wij eigenlijk op het larpweekend goed gelachen. Het was trouwens niet de eerste keer: toen ik met Jarne naar Aether reed langs van die kleine weggetjes, hadden we al opgemerkt dat die lichten zich wreed wijs gedroegen: wanneer ge ze aanzet, flashen ze niet gewoon aan, maar gaan ze echt open als een gordijntje, als een lichtsabel die zich ontvouwt. Jarne en ik hebben daar ook toen mee zitten spelen en ze zeker tien keer aan en uit gezet. Want ook bij het uitzetten vouwen ze zich precies dicht naar één puntje.

Afgelopen zaterdagnacht, toen ik met Julie naar de spoed reed, moesten we daar opnieuw mee lachen. We hebben er grandioos mee zitten spelen, maar ook nog een extra dingetje ontdekt: zodra er ergens tegenlicht is, gaan de lichten zichzelf bijsturen. Als in: niet gewoon minder straf gaan, maar bijvoorbeeld als er links een tegenligger komt, gaat het linkergrootlicht beetje bij beetje dicht, je ziet het zo minderen.

Allez, ik geef u op een briefje: als ge ’s nachts tussen vier en half zes langs quasi verlaten Nederlandse wegen rijdt, is het eigenlijk nog wel een bijzonder amusante manier om wakker te blijven.

Zo ne Skoda Eniaq, da’s een gerief, jong.