De premisse van dit boek – twee zussen die toevallig prinsessen zijn, een van hen die moet trouwen met een God Koning, een mindere god die niet bepaald fan is van zijn job, een onsterfelijke die de in het verleden gemaakte fouten probeert recht te zetten – lijkt redelijk onvolwassen, maar is het allesbehalve.
Sanderson heeft andermaal een volledig universum opgezet, eentje waarin Adem en Kleur een hoofdrol spelen. Elke persoon heeft één Adem, maar die kan je, als je dat wil, ook doorgeven. Het leven verliest wat kleur, maar verder heeft dat niet zoveel consequenties. Echter, wie 50 Adems verzamelt, bereikt de Eerste Hoogte en ziet daardoor zoveel meer: kleuren, geluiden, levensvormen… Wanneer je nog hoger klimt – en dus een fabelachtige rijkdom in Adems verzamelt – kan je ook Wekken: met je adem dode materie heel even tot leven wekken en dingen voor je laten doen.
Het hoeft geen betoog dat Sanderson opnieuw voluit gaat in deze wereld. Waar de Mistborn Trilogy 1 en 2 veel meer vaart heeft, gaat Sanderson hier bedachtzamer te werk, trager, meer filosofisch. Het zorgt ervoor dat zijn redeneringen soms moeilijk te volgen zijn, dat het boek trager leest, maar opnieuw zit zijn wereld én zijn plot meesterlijk in elkaar. De wrange humor die een van zijn personages ten toon spreidt, ligt me niet altijd, maar past wonderwel in het verhaal.
Het is een duidelijk afgesloten verhaal dat echter ruimte laat voor een vervolg. Of meerdere. Alleen, Sanderson heeft al zo veel werelden die elk om een vervolg schreeuwen. Nog een geluk dat de man zo snel schrijft…