Gentbrugse Meersen

Ik liep al dagen slecht gezind, te veel gestrest, te opgedraaid, en daarom ging ik vandaag gaan rondlopen. Meer bepaald in de Gentbrugse Meersen om daar caches te gaan zoeken. Ik moest nog twee schuiven binnensteken bij iemand in Gentbrugge die zelf geen auto had, en dat was dus de ideale gelegenheid.

Ik parkeerde me naast de viaduct van de E17 en stond versteld van de graffiti daar. Serieus, al die steunpilaren zijn prachtig euh, versierd? Beschilderd? Bespoten? Ik heb ze niet allemaal gefotografeerd en ik ben ook niet tot het einde gewandeld omdat ik het natuurgebied in wilde, maar geniet even mee:

Ik nam een selfie vrij in het begin, en dat was dit:

En toen ging ik rondlopen, blijkbaar samen met nogal wat ander volk, maar dat stoorde me niet echt. Ik liep door de bossen, door de velden, langs wandelpaden, pikte links en rechts een cache op, overtuigde twee jonge lopers om even in een boom te klimmen om er eentje voor me te pakken – good karma, boys! – en genoot intens van de zon op mijn snoet.

Ik reed daarna een eind verder, naar de andere kant van de Meersen, om er een cache op te pikken aan het Vredesmonument.

En toen reed ik naar punt drie van de Meersen om ook daar nog een goed eind te wandelen, compleet met een uitkijkpunt op een bergje en al.

Het zorgde in elk geval voor dit:

Man, dit had ik echt nodig. En ik denk dat mijn gezin ook opgelucht was.

Geocachen in Lokeren

Het was mooi weer – morgen en de rest van de week gaat het weer regenen – en het was vooral één van de laatste vakantiedagen waarop ik nog totaal niet bezig hoef te zijn met school, en dus dacht ik: waarom ga ik niet nog een namiddagje geocachen? Alleen heb ik de meeste caches in de buurt al gedaan. Maar ik keek wat verder en zag dat ik evengoed naar Lokeren kon rijden, via een paar andere caches, en dat er daar drie serietjes van vijf labcaches lagen, met onderweg nog eentje.

Bon, water mee, een koekje mee, de geocache tools mee – en achteraf bleek dat ik de hengel duidelijk NIET mee had – en ik richting Lichtelare en dan verder naar Lokeren. Ik was daar van mijn leven nog niet geweest, toch niet dat ik me ook maar in de verste verte kan herinneren. Ik zie ook niet in wat ik ooit in Lokeren kon gaan doen zijn, maar het viel me bijzonder goed mee: een grote open markt, een aantal mooi gerestaureerde gebouwen en vooral de Durme die dwars door het centrum loopt met park en zitplekjes langs de oevers, veel beeldjes en zelfs een ROA. Ik was aangenaam verrast, jawel, en had zelfs zin en tijd om in een strandstoel een koffie te drinken. Lokeren, u was meer dan behoorlijk, jawel.

Beetje anders dan gepland

Welja, soms maak je plannen voor een dag en draait het net ietsje anders uit.

Vandaag ging ik normaal gezien op stap gaan met Véronique om te geocachen, en we hadden de plannen al bijgesteld: niet ergens in de blakke veld, maar wel naar Terneuzen voor een reeks labcaches, want het ging miezeren en af en toe een bui, zeiden ze. Maar eerst moest ik ons pa om één uur afzetten in het ziekenhuis voor nog een slokdarmdilatatie. Ik kon hem dan rond een uur of zes wel weer oppikken, het was een dagopname en hij is toch versuft van de verdoving. Om half twee kon ik dan Véro oppikken aan het station, of eigenlijk gewoon in de Kringwinkel in de Clementinalaan, want ik kon geen precies uur zeggen. Ik zou haar dan wel bellen.

Euhm.

In het ziekenhuis wisten ze me plots te melden dat het misschien wel onder de noemer dagopname viel, maar dat er geen bedden vrij waren en dat dat ook niet hoefde, en dat ik hem om half drie gewoon opnieuw mocht komen ophalen in de wachtkamer. Oi?

Ik had dan ook nog eens mijn telefoon niet bij, zodat ik op goed geluk naar de Clementinalaan reed en daar gelukkig wel Véro in de Kringwinkel trof. Intussen was het beginnen regenen, zodat we eigenlijk eerst gewoon naar huis gereden zijn om daar koffie, respectievelijk thee te drinken en tegen half drie pa weer op te halen. Ze ging dan ook wel mee hem terug afzetten in Lovenbos. Intussen was het overigens af en toe aan het gieten, zodat zij in haar lichte zomerjurkje, met sandalen en zonnehoed – zonder regenvest – ook niet ideaal gekleed was om alsnog te cachen.

We pikten er wel eentje op onder de baan, daar in Lovendegem, en ik was blij dat ik voor elk een regenjas had meegenomen, want we waren goed nat, ja. Maar er zijn daar twee kringwinkels op de Grote Baan – Véro maakt er een punt van zo goed als nooit nieuwe kleren te kopen, alleen tweedehands – en daar gingen we uitgebreid snuisteren. Zij vond twee knappe jurken en een broek, ik vond warempel een olijfgroene jumpsuit die me wonderwel staat, een ketting van amper twee euro en zelfs een witte mannenhoed voor de volle 1.30 euro.

En intussen regende het vrolijk verder… We reden naar huis, kletsten daar nog wat, Bart maakte zijn fantastische pasta met tomatensaus en ik voerde haar tegen zeven uur naar haar volgende afspraak. Maar eerst had ze haar zomerjurkje gewisseld voor een van de net gekochte exemplaren, want jawel, zo warm was het nu ook weer niet meer.

En heb ik al gezegd dat het regende?

Eindelijk nog eens op wandel met ons pa

Ook vandaag ging ik ons pa ophalen in Lovenbos: op zich is het niet strikt meer nodig dat hij daar zit, maar dinsdag volgt nog een laatste dilatatie, onder sedatie, en dan heb ik liever niet dat hij de nacht daarna zonder toezicht doorbrengt. Hij is het daar gelukkig mee eens.

Maar een vader die weer min of meer te been is + mooi weer = geocaching. We trokken naar Gent stad, naar de Oude Dokken. Daar heb je twee fietsbruggen, de Bataviabrug en de Matadibrug, en daarrond heeft dus iemand een labcache met vijf vragen gelegd. Het rondje is een kilometer, maar gelukkig zijn er veel muurtjes en bankjes, want ons pa heeft toch wel een keer of acht moeten rusten. Ondertussen beklom ik een kraan, zocht antwoorden, bekeek een andere kraan van dichtbij, keerde even op mijn stappen terug, en vond dus vijf labcaches en de bonuscache. Ik vind het overigens heel knap hoe ze die oude kranen en andere machines in het stadsbeeld hebben verwerkt, en hoe dat echt een mooi wandel- en fietsstukje geworden is.

En ons pa? Die zag dat het goed was, dat hij dringend meer moest bewegen – dat zegt hij al drie jaar – en dat de koffie en de verse ijscrème achteraf des te meer deugd deden.

Kort geocachetochtje

Vanmiddag moest ik naar de kine, en eigenlijk had ik nog geen zin om onmiddellijk naar huis te rijden, want het was eigenlijk best mooi weer. Ik reed dus wat verder richting Rieme om daar een korte reeks labcaches op te pikken en meteen ook nog drie losse caches die ik blijkbaar nog niet had gedaan wegens destijds onbeschikbaar of zo.

Ik liep door het Riemese land en genoot. Ik zag bunkers tussen de mais, spotte de oervlaamse gewoonte om putten in aardewegen te versterken met mosselschelpen en kwam uiteraard een kapel tegen, hoe kan het anders.

En om mijn wandeling te beëindigen, zag ik een ganse reeks braambessen hangen aan de kant van een wegel. Ik liep terug naar de auto om daar een potje te halen – nog een chance dat ik mijn auto niet altijd meticuleus opruim, om het met een understatement te zeggen – en toch wel redelijk wat bramen te oogsten. Die Bart overigens met veel smaak opsmikkelde.

Tegen vier uur was ik opnieuw thuis, maar dat beetje wandelen heeft me deugd gedaan.

Canada dag 13: Quebec

Die hittegolf, dat eist wel wat van een mens, ja. Thuis zou je gewoon binnen blijven en pas ’s avonds buiten komen, maar dat is hier geen optie.

We sliepen blijkbaar allemaal als een roosje en zaten om tien uur aan het ontbijt in het hotel, à la carte. Terwijl wij allemaal een zeer uitgebreid ontbijt hadden, bleek Merels bestelde bagel wel heel klein uit te vallen, waardoor ze helemaal triest werd. Ons Merel en eten, dat is een combo die je best niet verstoort. Maar ze kreeg nog extra fruit en een broodje en zo van ons, zodat het allemaal nog iet of wat meeviel. En die soepkom koffie, dat was ook best indrukwekkend. Kijk maar naar het bestek ernaast…

Tegen elven trokken we de stad in, en die was, naast serieus toeristisch, vooral ook bloedheet. We zochten enkele caches, vonden een aanwijzing voor een andere absoluut niet, en liepen rond door de oude stad en rond het kasteel aldaar. Wat dat overigens is met die grote roze baby: geen idee! We zagen die ook al in Montréal, maar daar heb ik hem niet echt op foto. Uiteindelijk namen we de 398 trappen naar beneden.

Het operafestival was in volle gang en dan staan er overal zangers het beste van zichzelf te geven op kleine podia en dergelijke.

Toen waren we allemaal oververhit en werden Merel en Bart hangry, dus zochten we een plaatsje in een Italiaans restaurantje. Buiten, helaas, want binnen zat vol. Al bleek dat achteraf de betere keuze, want er woei een windje doorheen het straatje en binnen stond de pizzaoven een goeie imitatie van de hel te geven.

Na het eten wilden we met de funiculaire terug naar boven, maar daar bleek een praktisch probleem: enkel cash, geen betaalkaarten, en we hadden maar 10 Canadese dollar meer. De heren waren zo galant om de eer aan Merel en mij te geven om in het tandradtreintje te gaan, terwijl zij de net geen 400 trappen beklommen in de volle hitte. En toch waren ze nog eerder boven dan wij, want wij moesten eventjes wachten.

Boven liepen we nog even rond, en dan was het plan om naar het Museum van Schone Kunsten te gaan. Dat lag 2 km verderop langs het grote park in Quebec, Parc du Champs de Bataille, met halverwege ons hotel. Kobe ging sowieso naar het hotel gaan, Wolf en Merel wilden wel mee met ons.

Alleen… het was echt bijzonder warm, het museum was grotendeels dicht voor renovatie, en Bart zag het niet meer zitten. Ze zijn naar het hotel teruggekeerd, Wolf ging nog even shoppen wat verderop in een bepaalde winkel, en ik, ik bleef ronddwalen door het park om er caches te zoeken.

Na een tijdje begon het te overtrekken, wat eigenlijk behoorlijk veel deugd deed, moet ik toegeven. Ik deed er nog een uurtje of twee bij, zag nog een stukje opera begeleid door draaiorgel, hoorde het eerste nummer van een U2-covergroep en genoot.

Ik liep even het museum binnen om af te koelen en even naar het toilet te gaan, en las overal de plaatjes op de banken.

Toen was het vijf uur en was vooral ook de batterij van mijn telefoon (lees: GPS) beetje plat, zodat ik ook even terugkeerde naar het hotel, daar wat afkoelde, mijn voeten liet rusten en vooral ook een deugddoende douche nam.

Om half acht tekenden we allemaal, netjes opgekleed, present in Le Ciel, het ronddraaiende restaurant boven op ons hotel. De zonsondergang was prachtig, en Bart had zijn GSM tegen een tafelpoot gezet om een timelapse te nemen van een volledig rondje.

Een hele mooie avond om een hele mooie reis mee te besluiten.

Canada dag 11: kajakken, geocachen en rondlopen

We sliepen heerlijk in deze prachtige hotelkamer, maar zaten om half negen al aan het ontbijtbuffet. Dik in orde, overigens, we hadden ook niets anders verwacht. En het weer, dat was weer helemaal opgeklaard, klaar voor opnieuw een bloedhete dag. Ook de Canadezen zelf vinden het warm, dit blijkt ook voor hen een hittegolf te zijn.

We aten dus op ’t gemakje, hielden het rustig – deze namiddag kajakken, vandaar – en spraken af om om half elf even in het stadje zelf te gaan rondlopen, boodschappen te doen voor een picknick – we hebben het stilaan gehad met het vetrijke restauranteten – en dan tegen half twee naar de kajak te gaan. Wel, Baie-Saint-Paul – of Charlevoix, ik ben er nog niet uit wat het precies was – is bijzonder toeristisch: overal volk, allemaal restaurantjes met dezelfde stijl goedkoop eten zoals burgers en frieten en ribbetjes, souvenirwinkeltjes en vooral heel veel kunsttoestanden, of toch would-be-kunst. Blijkbaar zou het een kunstenaarsdorp moeten zijn. Best wel charmant, maar alweer bloedheet…

Achter de parking van het hotel ligt een heerlijk voetgangersstraatje met picknickbanken en zelfs hele leuke picknicktafels met stoeltjes, maar die lagen in de zon, die hebben we dus overgeslagen. Hoe fijn de hotelkamer ook is, er is niet bepaald een tafel waar je met vijf aan kan zitten, vandaar.

En toen bracht ik de rest van het gezin naar het strand – letterlijk, aan de samenvloeiing van Saguenay en Rivière Saint-Laurent, op 800 km van de echte zee – waar ze zich met een busjes en de kajaks 8 km verderop lieten droppen om dan terug te varen.

Zelf zag ik dat absoluut niet zitten, dit is een beweging die voor mijn rug aan geen kanten verantwoord zou zijn, en dus ging ik maar geocachen. En het is ongelofelijk op welke plekjes je dan allemaal komt, zoals doorheen een park, en dan wat naar beneden door bos om aan een strand van diezelfde Saguenay uit te komen. Ik zag het niet zitten om te wachten tot ze hier met de kajak gingen voorbijkomen, maar mooi was het wel. En dan minder mooie plekjes, dat ook, maar wel caches. En ook zowat de vreemdste locatie ooit: temidden van de steenwoestijn van een gigantische parking voor verschillende grote winkels ligt een oase. Als in: enkele bomen, een heuse picknicktafel, een monumentje, een beeld en zelfs nog oude kerstversiering. En rondomrond dus de immense leegte van die parking. Bizar!

Om half vijf mocht ik hen opnieuw ophalen, aten we een ijsje om te bekomen en keerden we terug naar het hotel om af te koelen en wat bij te komen – zij althans, voor mij hoefde dat eigenlijk nog niet.

En tegen zeven uur liepen we terug naar het centrum om daar – na even wachten – eigenlijk bijzonder lekker te eten in een van de lokale toeristenvalletjes op het terras. Bart koos zelfs de lokale poutine: een typisch Quebecaanse (?) vorm van fastfood: frieten met een dikke bruine saus – denk stoverijsaus zonder het vlees – en stukjes kaas, in de stijl van haloumi of feta. Beetje vreemd, lijkt wat op een kapsalon.

Soit, we waren steendood, hadden allemaal te veel gegeten, een ijsje hoefde dus niet, en we keerden terug naar ons hotel, waar de kinderen wel nog gingen zwemmen in het grote buitenzwembad.

Fijne dag, alweer. Jawel.

Fietstochtje voor cacheherstelling

Eerlijk? Ik was vandaag te tam om uit mijn zetel te komen. Het was te warm, er was koers, ik had geen fut… En dan weet ik achteraf dat ik het jammer vind dat ik niks gedaan heb met mijn mooie dag…

Na het avondeten ben ik alsnog op de fiets gesprongen om enkele caches na te kijken voordat we twee weken in Canada zitten: dan kan er ook niet gezaagd worden.

De eerste cache die gerapporteerd was als zijnde vol, was dat dus niet. Begon al goed. De tweede cache was wel aan een nieuw logboekje toe, een aantal andere werden nagekeken en in orde gezet. Ik fietste langs het Gaardenierspad helemaal tot aan het Blauw Brugje en verder naar het Malpertuuspark en keerde dan door Mariakerke terug tot aan het parkje Claeys-Boùùaert, want ook daar waren een paar caches – terecht – aan nazicht toe. Ik genoot van de fietstocht, wist weer waarom ik zo graag ’s avonds en ’s nachts fiets, keek even naar een cricketmatch, en smulde van de prachtige lucht vanop Mariakerkebrug. En was helemaal verfrist en opgeladen terug thuis tegen tien uur. Meer moet dat niet zijn.