Doordat ik gisteren tot twaalf uur moest werken, en probeerde om om 13.00 uur in Brussel te zijn, moest ik wel met de auto gaan. Tsja, de file op de kleine ring zorgde er toch nog voor dat ik er maar tegen half twee was, en had ik geweten dat het niet echt met een intro was, maar dat je de hele tijd kon arriveren, dan was ik wellicht met de trein gegaan. Maar bon, ik was in Brussel, het waaide keihard, en ik genoot ervan.
Zoals aangegeven parkeerde ik me op het Poelaertplein, en nam de stadslift naar beneden. Zo’n wijs gegeven dat dat is, ik blijf me erover verwonderen. En druk! Enfin, ik zocht mijn weg door kleine straatjes, en kwam in Les Ateliers des Tanneurs. Zo rond vier uur had ik het daar wel weer gezien, en wandelde op mijn gemak terug. Ik wilde bijzonder graag nog twee caches gaan zoeken die in de buurt lagen – ideaal weer, geen regen meer, maar wel die felle fijne wind – maar toen ik al vrolijk aan het stappen was, en bijna was waar ik wilde zijn, sloeg mijn telefoon uit. Van 13% naar nul, verdomme! En mijn batterij, die had pootjes gekregen richting Wolf. Pletsen, plétsen, zeg ik u!
Enfin, dan maar teruggekeerd naar de parking, mijn ticketje ontwaard (cadeautje van 9 euro van Nintendo), in de file staan aanschuiven naar de ring, en tegen dan was mijn gsm alweer een beetje opgeladen. Ik ben dan nog een cache gaan zoeken aan de basiliek, maar die was daar niet te vinden, helaas. Een beetje verderop, een zijstraat van de Keizer Karelstraat in Ganshoren, lag er wel een mooitje te pronken. Ik heb die dan maar opgezocht, en hier thuis nog vertaald van het Frans naar het Nederlands, want hij was eentalig Frans. Leuk, want de cachelegger heeft dezelfde dag nog de Nederlandse vertaling erop gezet.
Enfin, nog wat file later was ik tegen half zeven thuis. Oef. Net op tijd om te eten, nog wat schoolwerk te doen, en te gaan zingen.
Maar ik vond wel dat ik een fijne dag had gehad. Eigenlijk moet ik dat vaker doen, zo op mijn eentje een stad intrekken. Ik geniet daar duidelijk van.