Complicaties

Toen ik deze morgen belde naar Sint-Lucas, waren ze nog aan het wachten op de uitslag van de bloedtest. Bart had een nacht gehad met veel pijn, maar sliep eindelijk, en dus lieten ze hem uiteraard slapen. De echo moest nog komen, dan de operatie, en hij zou zeker niet voor twee uur terug zijn op zijn kamer, wisten ze me te vertellen.

We ontbeten, maakten ons klaar, en trokken richting ziekenhuis om Bart nog de oplader van zijn telefoon en zo te brengen. Helaas misten we hem blijkbaar op vijf minuten na: zodra de uitslag van de bloedtest binnen was, werd hij in allerijl naar de operatiezaal gebracht. De echo sloegen ze zonder meer over, want de ontstekingswaarden in zijn bloed waren alarmerend. Niet bepaald iets om rustig van te worden, maar bon, er was niet veel dat ik kon doen.

We reden dan maar naar Machelen, om er te brunchen voor Marnes verjaardag.

IMG_0878

Ik geef het toe: ik was er met mijn hoofd niet bij, en vertrok na het eten, zo rond half drie. Ons ma ging wel achterkomen met de kinderen, en dan bij ons thuis wachten tot ik er kwam. Ik wilde bij Bart zijn als hij wakker werd of naar zijn kamer mocht, en zeker zijn dat alles goed verlopen was.

Ik was nog niet goed en wel op weg, of mijn telefoon ging: de PAZA ofte post-anaesthesie zorg afdeling, recovery dus. Hij was wakker, ik mocht hem komen bezoeken daar op PAZA, en blijkbaar maakte hij met zijn handen een hartjesteken, vertelde de verpleegster me. Mijn hart maakte een sprongetje, en even later stond ik naast een grimassende Bart, aan een hoop baxters en buisjes en sondes. De ontsteking was bijzonder snel bijzonder erg geworden, zodat ze meteen geopereerd hadden. De galsteen was trouwens best indrukwekkend: zo’n joekel, zeg!

IMG_0880

Hij had ook hoge koorts gekregen, en daarom ging hij nu naar de afdeling intensieve zorgen, in plaats van naar zijn kamer. De anaesthesiste wilde geen enkel risico nemen: ze had bloeddrukondersteuners moeten bijgeven, en zeker in het weekend nam ze liever het zekere voor het onzekere. Die ontsteking moest eerst uit zijn lijf zijn, zei ze.

Even schrikken, dus, maar bon, hij kan nergens veiliger liggen dan op intensieve, waar ze hem volledig bewaken. Ik mocht hem mee naar boven brengen, en toekijken hoe hij daar op alle mogelijke machinerie werd aangesloten. Maar hij sliep al toen ik hem na vijf minuten achterliet: hij moet nu gewoon herstellen. Mijn hart bloedt, maar bon. Niet thuis morgenavond dus, maar hopelijk toch dinsdag of ten laatste woensdag, dat hij rustig met ons kerstavond kan vieren.

Ik ben ’s avonds nog even langsgeweest met de kinderen. Amper vijf minuten, maar ze wilden hun papa zien. Vooral Wolf was onder de indruk, het ziet er dan ook vrij griezelig uit allemaal. Maar ik ben blij dat we geweest zijn.

’t Zijn donkere tijden, voorwaar.

Spoed!

Na een rustige voormiddag – Bart had boodschappen gedaan – trok ik met Wolf en zijn beste maatje Wout naar Berchem, voor de ledendag van Elanor: we gingen er in een zaaltje met beamer de twee extended versions van The Hobbit I en II bekijken. De jongens en ik hadden ons geïnstalleerd, in zachte zetels met dekentjes en zo, en we genoten.

Na deel I begonnen we aan het eten, en terwijl Hedwig de rijst afgoot, ging mijn telefoon: Bart. Of ik alsjeblief onmiddellijk naar huis wilde komen, want hij verging van de buikpijn. Hmm. Aan zijn stem hoorde ik dat het heel ernstig was, ik ken hem zo onderhand een beetje. Terwijl ik haastig onze spullen bijeengrabbelde, belde ik de ouders van Wout op: van hen wist ik zeker dat ze thuis waren, dat ze op een paar minuten rijden van ons woonden, en dat Wouts zusje Febe kon babysitten, want dat had ze al eerder gedaan. En gelukkig hoorden Cindy en Jo ook aan mijn stem dat het menens was: vijf minuten later waren ze bij Bart, nog vijf minuten later waren ze op weg naar de Spoed van Sint-Lucas.

Intussen had ik vanuit de auto mijn ma opgetrommeld, en ook zij liet ongeveer alles ter plekke vallen, en reed naar Wondelgem. Ik kwam ongeveer tegelijk met haar aan, liet de kinderen onder haar hoede achter, en reed met wat inderhaast bijeengegraaide spullen voor Bart naar de spoed. Cindy had me tijdens de autorit al verteld dat hij morfine had gekregen tegen de zware pijn, dat ze testen aan het doen waren, en dat het dus ook echt wel ernstig was. Om zeven uur stond ik in Sint-Lucas, en kon ik Cindy aflossen. Bart lag intussen te kronkelen van de pijn, ondanks de pijnstilling, op een onderzoekskamertje, en kreeg gelukkig nog wat extra verdoving, zodat hij in slaap viel. Het eerste vermoeden waren nierstenen, maar de scan was vrij duidelijk: een serieuze galsteen! Maar omdat ze vocht zagen rond de galblaas, wat wijst op een ontsteking, wilden ze vannacht nog niet opereren, ook al liep de chirurg van wacht er wel degelijk rond. Er werd antibiotica opgestart, en morgenvroeg gaan ze eerst opnieuw bloedtests doen en een echo nemen, om te weten hoe ver die ontsteking staat, en of ze onder controle is.

Tegen tien uur hebben de verpleegsters en ik hem geïnstalleerd in een kamer, en met nog wat extra pijnstilling sliep hij, tegen dat ik de papieren in orde had gemaakt en alles geregeld was.

Morgen een operatie dus. Blijkbaar is het een standaardoperatie, een laparoscopie, en met wat geluk is hij maandagavond al thuis.

Poeh. Ik ben er nog niet gerust in, maar we weten tenminste wel wat het is, en de paniek is weg. En ik ben mijn vrienden ongelofelijk dankbaar. Echt, echt waar.