Toen ik opstond, zaten de kinderen al prinsheerlijk tv te kijken, terwijl buiten een waterig zonnetje de nattigheid van de vorige dag probeerde te verdrijven. Merel vond het park trouwens fantastisch om in te spelen.
Maar het beloofde een mooie dag te worden, die we inzetten met een korte wandeling tot aan het (begin van het) meer van Robertville.
Op den bots had ik, vlak voor we vertrokken zondagmorgen, tegen mijn ma aan telefoon gezegd dat ze gerust een paar dagen mocht afkomen. En jawel hoor, tegen de middag stonden zij en mijn pa daar te blinken ^^
We schotelden hen balletjes in tomatensaus met pasta voor, en daarna laadde ik vier mormels op de achterbank, mijn pa naast me, en reden we naar het kasteel van Franchimont. Daar had ik hele goeie herinneringen aan als kind, en ook nu doken we vlijtig in de kazematten. Zalig gewoon! De constante was overigens gelach, wat resulteerde in de uitspraak van mijn ma ’s avonds: “Goh, ik ben moe van al dat lachen!” Waarop trouwens weer een spontane slappe lach ontstond…
Voor wie niet weet wat kazematten zijn: heel makkelijk te verdedigen diepe tunnels die uitlopen op een bolwerk aan de voet van een hoger gelegen kasteel, van waaruit de troepen ook kunnen aanvallen. De trappen zijn steil, maar waren gelukkig goed verlicht. Zelfs mijn pa is in een paar meegeweest, en Merel vertrouwde vooral Wolf en mezelf, maar wilde dus ook mee.
Uiteraard was er meer dan de kazematten alleen: ook geiten (met een piesbok), en prachtige ruïnes, met een al even prachtig uitzicht.
Op de terugweg werd er overigens ijverig geslapen. Ik denk dat ik de kinderen aan het afbeulen ben. En mijn ouders ook wel een beetje, ja :-p