Het klinkt misschien raar, maar ik heb ook een woensdaggevoel, niet alleen een maandaggevoel, zoals de meeste mensen. Maar dat woensdaggevoel is gelukkig alles behalve negatief bedoeld. Op woensdag moet ik dit jaar namelijk niet werken. Correctie, ik moet niet naar school.
Dat betekent dat ik ’s morgens met de kinderen naar school wandel – als het niet regent, tenminste – en dat ik dan vroeg klaarwakker ben, en productief. Neem nu vandaag. Ik ben onmiddellijk begonnen aan mijn PC met een goeie kop koffie, en ben in de jaarplannen gevlogen. Veels te laat om goed te zijn, maar bon, ze staan in orde nu.
Daarna kwamen de boodschappen, en een dik half uur later stond er een fijne stoofpot met kalkoen en wintergroenten te pruttelen, en stond de boursinsoep klaar. Ik had zelfs nog tijd om een reeks powerpoints voor de lessen in het tweede te maken, en ik kon aan mijn examens beginnen. Go me!
En toen kwamen de kinderen thuis, werd er gegeten, verder gewerkt, bijzonder opgetogen gewezen over Wolfs mooie rapport, en bracht ik Kobe naar de notenleer. Merel was meegereden, en kreeg zowaar de slappe lach toen er plots Bohemian Rhapsody op de radio kwam, en ik vond dat ik niet anders kon dan daar vrolijk mee mee doen, pathetiek en stemmetjes en headbangen, the whole shebang.
Er volgde nog een tripje naar de rugby, maar Bart was intussen gelukkig thuisgekomen – compleet uitgeput en op – en dus kon ik Merel met een gerust hart bij hem laten. Erik bracht de jongens terug naar huis, wat er voor zorgde dat ikzelf nog naar een lezing van het Nederlands Klassiek Verbond kon, eentje over het Forum Romanum. Normaal gezien duren die lezingen een uurtje, deze Antwerpenaar maakte er vlotjes twee uur van. Bijzonder interessant, dat wel, maar twee uur zonder pauze, da’s lang om geconcentreerd te blijven.
Enfin, een bijzonder knap gebouw, dat KANTL, ofte de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Oordeel zelf.