Goh, als we eerlijk zijn, was deze dag toch minder dan gisteren.
Het ontbijt was nochtans weer super in orde, en tegen half elf zaten we op de fiets. Ik haalde wel eerst zonnecrème, want we zijn allebei serieus verbrand van gisteren. We hadden er eigenlijk totaal niet op gelet, geen van beide.
We fietsten een eindje door, verzeilden in een food market, dronken een koffie, zochten wat geocaches en meanderden op die manier doorheen het stadscentrum, en stelden vast dat gans dat toeristische Veldstraatgedoe echt niks voor ons is. Alleen in een fantastische larpwinkel zijn we een tijdje blijven hangen. Serieus zeg, wat een zaligheid!
Twee grote verdiepingen vol met larpgoodness, bij de benedenverdieping ben ik zelfs vergeten foto’s te trekken…
We fietsten/wandelden nog wat verder, vonden niks naar onze goesting om te eten, en fietsten dan maar terug naar de foodmarket om daar ter plekke bereide sushi te eten. Vooral Bart was in de zevende hemel. Al moet ik toegeven dat dat extra bordje groene asperges in tempura niet bepaald slecht was :-p
Bon, we deden verder een tocht doorheen de binnenstad, en bleven bij ons standpunt dat dat toch niet echt ons ding was. Veel volk, en gebouwen zoals in elke andere stad, zoals bv. Gent. Tsja, wij zijn verwend, zeker?
We reden dan maar tot aan het parlement, en dan verder tot aan het huidige koninklijke paleis Amalienborg, waar we net de wissel van de wacht zagen, en mijn fiets natuurlijk knal in de weg stond.
De zonnecrème was misschien niet echt nodig geweest, het was bewolkt en zo’n 21°, maar aan de andere kant waren Barts armen en mijn nek toch echt wel té rood om enig risico te nemen.
Tegen half vijf waren we weer in de buurt van ons hotel, en dronken we een koffie met zicht op het water en het nieuwe theater.
Bart was tegen dan doodop van al het rondgehos en ging een uurtje liggen, maar ik had nog steeds meer dan genoeg energie, dus ik sprong nog een uurtje op de fiets om nog wat extra caches te zoeken, en ze dan gefrustreerd niet te vinden. Maar bon, tegen zessen was ik terug, en tegen kwart voor zeven reden we de vijf kilometer naar het restaurant. Lang leve de elektrische fietsen zeg!
Formel B was meer dan de moeite. Geen idee of het een ster heeft, maar anders zal dat nog wel komen.
Helaas was het intussen beginnen regenen, en zijn we dus in de regen naar het hotel teruggefietst. Op het einde zijn we nog snel in het donker en de regen een cache gaan oppikken, eentje die op zowat het drukste plekje van gans Kopenhagen ligt. We hadden het al geprobeerd, maar altijd veel te veel volk natuurlijk. Maar donker + regen = ideaal!
Tegen elven waren we terug op onze kamer, lekker droog en rustig.