Het was met gemengde gevoelens dat ik hoorde dat we een extra week vakantie kregen.
Ik kan het extra weekje goed gebruiken: ik zit op mijn tandvlees, al eventjes, om eerlijk te zijn. En ik was eigenlijk wel blij dat het geen afstandsonderwijs werd, niet voor mezelf, want ik had meteen al mijn agenda gepland en doorgegeven, maar voor de leerlingen. Ze zijn het moe, zo verschrikkelijk moe, en afstandsonderwijs helpt hen echt niet om nog meer gemotiveerd te geraken. En zelf zit ik redelijk goed qua leerstof, om eerlijk te zijn.
Echt vakantie is het ook niet voor ons: ik had vanavond nog een vergadering, morgenvoormiddag de hele voormiddag, woensdag en donderdag zijn er gepland waar ik niet moet aanwezig zijn, en dan vrijdagvoormiddag algemene personeelsvergadering en in de namiddag fysiek gaan filmen voor de infoavond in verband met de overgangen tussen de verschillende graden. Helemaal vakantie is het dus nog niet, maar wel toch al voor een groot deel, want véél minder uren dan normaal.
Vandaag heb ik er dan ook van genoten, van het ongelofelijk zalige weer. Eerst had ik gedacht om te gaan cachen, maar de rug is niet helemaal oké en dan doe ik dat beter niet, fiets op fiets af, en dan op de grond gaan zoeken…
Ik heb me dan maar lekker in de zetel buiten geïnstalleerd met mijn boek, Kobe heeft het gras afgereden – ik weet het, vroeg, maar het was echt lang want eigenlijk in oktober niet meer afgereden – en ik heb eigenlijk gewoon niks gedaan. Héérlijk niks gedaan.
En weet je? Dat deed immens veel deugd.