Kobe en ik waren al halverwege Evergem, op weg naar zijn fagotles, toen ik een berichtje binnenkreeg van zijn lerares met het juiste lokaalnummer. Ik liet Kobe terug-sms’en waar dat dan precies was, en dat bleek in de Drabstraat te zijn. Ugh, juist ja, hij had voor een keer geen les om vier uur in Evergem, maar om twintig voor vijf in Gent centrum, zodat hij kon oefenen met piano voor zijn toonmoment volgende week. Alleen…
Merel was net vandaag op schoolreis, en ging thuiskomen om half vijf. Dat zou normaal gezien netjes uitgekomen zijn met die fagotles: Kobe brengen, Merel ophalen, Kobe terug ophalen, en dat was dat. Niet dus.
We reden dan maar eventjes naar huis, lieten Renate weten dat we iets later gingen zijn, en gingen wachten aan de schoolpoort. Daar werd gemeld dat de bus in de file stond, en dat die dus ook later gingen zijn. Hmm, daar ging de toch al geforceerde timing. Geen nood, zei Els, de mama van Lieze: ik zal haar wel meepakken naar huis, kom haar dan straks bij ons ophalen. Deus ex machina, jawel, en Kobe en ik sprongen in de auto en reden naar ’t stad. Daar vonden we nog niet meteen het lokaal aangezien we in de gebouwen van de Poel stonden en wat verderop in de Drabstraat moesten zijn, maar bon: hij was er uiteindelijk en kon oefenen, terwijl ik een koffie ging drinken in de Labath. Oef.
Daarna dronk ook Kobe nog rustig een chocomelk, en reden we samen naar de Coupure om er een cache in orde te zetten.
Voor de rugby was het inmiddels te laat, en eigenlijk vonden we dat niet erg, want Wolf was intussen thuis, en dat deed extra veel deugd.