Wakker worden met de zon die door de luiken piept, ik heb dat ongelofelijk hard gemist. Vanuit mijn bed zag het er zo uit:
En toen ik mezelf half uit bed had gehesen, werd het dit:
En dat is precies waar ik gigantisch veel nood aan had: licht. En zon. En zonlicht. Gewoon weg uit dat donkere grijze, serieus.
Alleen… kan ik heel moeilijk tegen dat licht zonder koppijn te krijgen, en had ik blijkbaar een leeg zonnebrilhoesje in mijn koffer gegooid. Serieus zeg… Ik ben dan maar met Bart naar de optiekzaak in het winkelcentrum gereden en heb er de “goedkoopste” bril gekocht die ik over mijn gewone bril kon zetten. 80 euro, alsjeblief. Ugh. Oh, en we hebben inkopen gedaan om gewoon ’s middags brood te eten in onze woonkamer. We hebben een grote ijskast, dus dat zit wel snor.
Merel en Kobe hadden niet zo goed geslapen: het was echt koud in hun kamer want ze hadden de verwarming niet aan gekregen, en door het enkel glas konden ze ook voortdurend het geraas van de auto’s horen. En dan was er om half zes de muedzzin van de moskee aan de overkant die ons wakker had gemaakt…. Maar de onderhoudsdame van de riad – de eigenares zal er pas woensdag terug zijn – zorgde voor een extra vuurtje op gas, toonde ons hoe de verwarming in hun kamer werkte, en het geluid, tsja… Dat zal wennen worden, vrees ik.
Maar er was zon en een zwembad, zij het ijskoud. Ik geef toe: in de zon was het gewoon te warm en we zijn allemaal in de schaduw gaan zitten. En de kinderen zijn allemaal zo’n seconde of vijf in het water geweest: dan konden ze tenminste zeggen dat ze in februari gezwommen hebben ^^
En tegen vier uur reden we richting kust waar de grote hotels staan om er toch even de zee te zien. We dachten dat we daar wel ergens een terrasje en een restaurantje zouden vinden, maar nee hoor. Wel zagen we een dolfijn zwemmen, nadat een local ons daar op had gewezen. Zo zalig!
Soit, we zijn dan effectief maar tot in Midoun gereden, waar Bart een restaurant had gevonden via Tripadvisor. Het zou open gaan om zes uur, maar toen was er niemand te bespeuren. Pas toen we al eventjes stonden te wachten, kwam er iemand aangelopen, en die ging dan de gastvrouwe halen, een Française. Het was wel lekker, maar lekker als op het niveau van een doodgewone bistro hier, niks speciaals.
En toen was het bedjestijd, want Kobe had eigenlijk al de hele dag een beetje koorts en een vuile hoest. En Wolf was een echte snotling. Zieke kinderen op reis, net wat we nodig hadden. Hopelijk wordt het niet erger!