Hah, Rijsel, shoppingstad, zo blijkt!
Het was natuurlijk wel zaterdag, mooi weer, en solden, maar dan nog. De winkelstraten in Rijsel liepen om tien uur al vol volk, en dan hebben we Euralille nog angstvallig vermeden.
Ik had al even opgezocht of ze hier in Rijsel ook een Desigualwinkel hadden, en ja hoor, zelfs twee, en niet in een department store! Het was dan nog om de hoek ook, dus stonden wij na ons ontbijt buiten op het terras (zo zalig, maat!) aan en vooral in die winkel. En jawel, daar lag de sportieve gilet in wit en rood van 99 euro voor 62 euro, en zelfs in mijn maat. Ikke content!
En toen viel mijn oog – je kon er moeilijk naast kijken, zelfs Bart had het al gezien – op een prachtig rood vestje. Eigenlijk in regenstof, maar met een ganse tekening in velours op, en in de snit van een blazer. Knap, jong! Het ging van 124 naar 62 euro, en dan vond ik dat te doen. Mee dus.
En jawel, op de hoop van -50% vond ik ook nog een, voor Desigual zeer sober, kleedje in zwart en grijs, ideaal voor deze winter met een zwart souspulletje en zwarte nylons. 50 euro, mee!
Hmpf. En ik die niks van kleren meer ging kopen, jawel.
Enfin, met een grote zak en een nog grotere grijns op mijn smoel liepen we richting het Palais des Beaux Arts, alweer. Gelukkig hebben ze overal in alle musea vestiaires, zodat je niet met je gerief moet blijven zeulen. Het oorspronkelijke plan om de vaste collectie te bezoeken, werd snel vervangen door het idee om naar de tijdelijke tentoonstelling te gaan: Traits de Genie, ofte tekeningen. Maar dan wel zeldzame en broze tekeningen, die niet vaak tentoongesteld worden. Tekeningen van Michelangelo, Rafael, David, …, meestal voorstudies voor latere schilderijen. Die tekeningen werden dan in juxtapositie gezet met tekeningen van Ernest Pignon-Ernest, een mij tot hiertoe onbekend kunstenaar die levensgrote tekeningen maakt naar model of oude meesters, en die dan als affiches laat aanplakken op de meest onwaarschijnlijke plaatsen. De foto’s daarvan hingen in de tentoonstelling, samen met een aantal tekeningen die Pignon-Ernest speciaal voor deze exhibitie maakte. Straf! Serieus!
Het loopt maar tot 22 juli meer, maar als je nog een uitstapje wil doen met een culturele kant: doen!
Fabres Wolkenmeter staat trouwens nu daar.
Opnieuw maakten we een mooie wandeling, doorheen het gewoel, als echte toeristen. We zagen de grote markt en de toren die enorm op die van de post hier op de Korenmarkt in Gent lijkt, maar van de Kamer van Koophandel blijkt te zijn.
We aten een dagschotel op een van de vele terrassen, en – hoe kan het ook anders? – een café gourmand,
en wandelden nadien verder, doorheen de iets oudere straatjes van het stadscentrum, met de iets chiquere of alternatievere winkeltjes, tot we aan de kathedraal uitkwamen. Die is eigenlijk recent want twintigste-eeuws: de eerste steen is gelegd in 1854, maar ze is pas afgewerkt in 1999, waardoor ze toch wel een moderne voorgevel heeft. Ook binnenin is ze best wel mooi.
We slenterden terug richting auto, en reden naar onze kinderen. We hadden die eigenlijk best wel gemist, en we werden dan ook door een schaterlachconcert vanuit een venster op de eerste verdieping begroet, toen we bij oma aankwamen. Het bleek dus wel wederzijds.
Nog een half uur later reden we naar huis, en dat was dat. Al bij al was het fijn om thuis te zijn, maar toch… La douce France was toch écht wel douce!