Wat doet ne mens op de middelste woensdag van de krokusvakantie, als hij een communicant heeft?
Juist, naar de asviering gaan en een askruisje halen. Dat moet dus geleden zijn van in mijn lagere-schooltijd, serieus zeg! En vooral, het is ook stevig wat veranderd. Al kan dat nu ook wel aan onze wijze pastoor liggen, die echt probeert aan te sluiten bij de huidige leefwereld.
Het was vooral geen mis, maar een viering. Waarbij de palmtakken van vorig jaar opgehaald werden en ritueel verbrand. Blijkbaar was dat altijd al zo, maar toch niet in de kerk zelf, voor zover ik me dat kan herinneren. De pastoor had een ijzeren vuurschaal midden in de kerk gezet, stak het vuur aan, en één voor één mochten de kinderen er takjes op gaan leggen. Eén ding werd wel duidelijk: er is géén rookmelder in de kerk! Op een bepaald moment kon je gewoon de andere kant van de kerk niet meer zien, zo wijs! Vuurke stook in de kerk dus!
Enfin, we kwamen getooid met een zwarte vlek op het hoofd buiten. En toen we thuis kwamen: verrassing!
Want gisterenavond rond een uur of zes ging nog de telefoon: dat ze het tuinhuis niet gingen komen zetten, want het had de voorbije dagen al veel te veel geregend, en ze hadden nog van dat rotweer voorspeld voor vandaag. En een beetje regen kan nog, maar compleet doorweekt, dat wilden ze hun werkmannen ook niet aandoen. “Verzopen waterkiekens”, had de baas het genoemd. Ik deed geen moeite om mijn teleurstelling te verbergen: ik had er enorm naar uitgekeken om eindelijk van de rommel in de garage af te zijn, en mijn auto weer binnen te kunnen zetten. We hadden speciaal de donderdag ervoor vrij gehouden. Mja, pech dus.
Maar deze morgen, toen ik klaarstond met mijn sleutels in de hand, had de telefoon opnieuw gerinkeld. Ik pakte nog snel op, en jawel, aangezien de zon scheen en het blijkbaar nog leek mee te vallen met dat water gieten, gingen ze toch nog afkomen! Ik sprong een gat in de lucht, en aansluitend in de auto.
En ik was het eerlijk gezegd compleet vergeten, na al dat gedoe met dat vuur in de kerk. Toen ik dus dit plots zag bij het thuiskomen, maakte mijn hart opnieuw een sprongetje!
Geleidelijk aan zagen we het tuinhuis groeien, terwijl ik eerst kookte, en daarna op ’t gemak koffie dronk. Bart sliep, want die heeft sinds zondag de griep, en kan gewoon op zijn benen niet staan.
Maar op zich konden we niet veel doen natuurlijk: die mannen hadden elektriciteit en water, en dat was meer dan voldoende. Omdat we ons na vijf dagen opgesloten in huis toch wel wat benauwd begonnen voelen, besloten we er toch op uit te trekken. Niet voor een wandeling of zo, daarvoor was het weer teveel aan het miezeren, maar om kleren te zoeken. Wolf doet eind mei zijn plechtige communie en heeft al een prachtig hemd en een paar bijpassende schoenen, maar heeft dus nog broek, gilet en T-shirt nodig, Kobe heeft nog niks, en Merel heeft van vorig jaar een prachtig kleedje in de kast hangen, maar moet nog een vestje voor erbij hebben.
Het leek me de ideale dag: miezerweer, dus ook geen drukte in de winkels daar in Lochristi. En we gingen er toch ooit eens voor moeten gaan.
Wij eerst binnen in de C&A, want daar hebben ze voor meisjes vaak hele leuke kleedjes. En jawel: plots zag Wolf een kleedje hangen voor Merel, eentje dat hij nog veel mooier vond dan wat ze al had. Dus ja, wat doet ne mens dan?
We vonden ook nog de perfect blauwe broek voor hem, en reden wat verder, de volgende winkelcluster in. In de Bel&Bo vonden we niks dat bruikbaar was voor de communie, maar deden we wel een superbatje! Het wintergerief stond al allemaal aan minstens 50%, en dan was het nog 2 + 1 gratis. Resultaat: een stevige winterjas voor Wolf (voor rugby en scouts), een mooie bordeaux gilet voor Kobe, en een ongelofelijk schattige pyjama voor Merel in het rood met katjes op, voor een totaal van 20 euro. Mijn trip was al sowieso geslaagd!
Maar bon, de missie was nog niet geslaagd. We reden naar de volgende cluster, en liepen de Modemakers binnen. Die winkel ligt me doorgaans niet, maar bleek nu wel best mee te vallen. En toen Wolf effectief dingen in het juiste blauw begon te spotten, haalde ik Merel en Kobe uit de auto – die waren blijven zitten omdat ze eigenlijk geen zin meer hadden – want er was een mega ballenbad. Wolf werd er verliefd op een blazer van hetzelfde merk als zijn hemd, en vond er ook de perfecte T-shirt bij. Missie geslaagd dus.
Merel kreeg uit de solden ook nog een heel leuk rokje, en dat was uiteindelijk dat. Maar het duurde nog wel even voor ik de kinderen uit het ballenbad kreeg.
En toen we thuiskwamen, had ik gewoonweg een tuinhuis! Echt serieus zeg! Morgen beginnen we de garage leeg te halen en het tuinhuis op te vullen. Zalig!