We moesten al een tijdje dringend naar het containerpark. Je kent dat wel: opgestapelde rommel die zich maar blijft uitbreiden.
Bon, vandaag hadden we toch niet zo veel beters te doen, dus laadden Wolf, Kobe en Merel de auto vol, en Kobe reed met me mee richting de Gaardeniersstraat. In vogelvlucht ligt dat containerpark op een goeie kilometer, denk ik, maar de ingang is net iets moeilijker te bereiken voor ons. Goed, we hoeven zelfs niet aan te schuiven, chanceke. Alleen… wordt mijn Ivagokaart geweigerd. Ik stap dus uit – en veroorzaak een kleine file – en zoek een medewerker, in de intussen gietende regen. “Ha ja madammeke, ge zijt verhuisd zeker?” “Euh nee?” Hmm. Bleek dat de lezer mijn kaart niet meer aanvaardde. Nu, ik moet wel toegeven dat ze in een snikhete auto had gelegen en dus een beetje gekromd was, maar dan nog.
Hmpf.
Er is gelukkig een ‘afrijstrook’, want nee, ik mocht het containerpark niet binnen, klantnummer of niet, volle auto of niet. Vanuit de auto belde ik naar Ivago, en die wisten me te zeggen dat ik een nieuwe kaart kon ophalen in de Proeftuinstraat. De andere kant van Gent, tegen Zwijnaarde, weetuwel? Een klein half uurtje rijden. Soit, Kobe protesteerde nog niet te erg – die doet toch niks anders dan gamen – en wij reden dan maar naar de Proeftuinstraat. De kaart was snel vervangen, maar het ging wel twintig minuten duren voor ze effectief geactiveerd ging zijn en we het containerpark op konden.
Tsja. We hadden de keuze tussen 20 minuten wachten in de auto, of even naar de Albert Heijn wat verderop, om er rare Nederlandse dingen te gaan kopen, zoals roze koeken en rare hagelslag en drop en zo. Die keuze was snel gemaakt, zeker met zo’n vreetmonster in de auto.
Een goed half uur later reden we probleemloos het containerpark op, haalde Kobe alles vakkundig uit de auto, en twee uur nadat we aangezet waren, waren we uiteindelijk weer thuis. Een hoop rommel armer, een hoop boodschappen én een nieuwe Ivagokaart rijker. Maar die gaan we deze keer níet meer in de auto laten liggen, zeker weten.