Rhodos dag 6: geocachen tot in Lindos
Voor vandaag hadden we een auto gehuurd, en dus stond ik om kwart voor negen beneden aan de receptie om alle papieren in orde te zetten. Aansluitend gingen we allemaal samen ontbijten, as per usual. Het wordt hier elke dag later en later ^^ En er moet duidelijk aan Instagram gedacht worden.
Tegen half elf zat ik op mijn eentje in de auto: de rest had geen zin om mee te gaan. Wolf wilde wel, maar ging zijn rug sparen voor de namiddag, wanneer we allemaal samen op stap gingen. En ik ging dus geocachen in de buurt: Kallithea, en nog verder noordwaarts tot de rand van Rhodos stad, eigenlijk. Bij de tweede moest ik een eindje naar beneden klauteren, richting een grote rots. Het uitzicht was prachtig, maar ik stelde meteen ook twee dingen vast: ik was vertrokken zonder me in te smeren, én ik had geen water meegenomen.
Ik stopte dan maar aan een lokale supermarkt, kocht er een halve liter water, een flesje ice tea en een zonnecrème, en ik kon meteen weer verder. Ik reed tot aan Rodini, iets wat vroeger een prachtig Belle Epoque park moet geweest zijn met prachtige hoekjes, waar je zo al de dames met hun parasols zag zitten. Helaas is het in zeker tien jaar niet meer onderhouden, waardoor het eigenlijk niet meer te doen was om er een wandeling te maken.
Ik haastte me terug, was netjes om 13.00 uur op de kamer zoals afgesproken, en goot meteen nog een liter water naar binnen. Heet, maar héét!
Enfin, we gingen eten, alweer, en ik ging deze keer voor samosa, pizza en dessert. Uiteraard.
Tegen half drie maakten we er ons gedacht van, en vertrokken we. Allemaal deftig ingesmeerd, deze keer, en met twee liter water op zak. De auto heeft gelukkig een goeie airconditioning, want het was echt heet buiten, blijkbaar 34° in de schaduw, en dus net iets heter in de zon.
We pikten een cache op in Faliraki, gingen daarna zoeken in Kolimbia langs de Eucalyptuslaan die effectief ook vol eucalyptusbomen stond, en reden drie caches later door richting Lindos. Intussen waren we wel even Bart kwijtgespeeld, die voorop was gelopen en dus niet mee afgeslagen was richting cache. Gelukkig was hij uitgekomen aan een strandje, waar ik hem met de auto kon oppikken. Mannen…
We reden naar het witte dorpje Lindos, en stelden vast dat we toch het beste bovenaan de rots gingen parkeren. Het dorp zelf ligt beneden aan het strand, en dan moet je weer een stevig eind naar boven naar de citadel. Dat is eigenlijk een oud Grieks heiligdom waar dan in de middeleeuwen een vestingsmuur is rondgebouwd door de Johannieters. Bizar, maar mooi! En dus een stevige afdaling (zoals je kan zien op onderstaande foto) en dan met trappen tot boven in het kasteel. Ugh.
Het dorpje zelf is één grote toeristenval: hele nauwe, best wel charmante straatjes, maar enkel en alleen souvenirwinkeltjes en restaurantjes of cafeetjes. Tsja. En volk… We zijn dus quasi onmiddellijk de tocht naar de akropolis begonnen, en stelden vast dat a) we regelmatig moesten stoppen b) twee liter water niet voldoende was c) bepaalde stukken echt wel gevaarlijk glad waren d) we verdomd blij waren dat het intussen al vijf uur was, en we hier niet stonden rond een uur of drie.
De citadel was wel heel erg mooi: ze hebben een gans stuk van de oude tempel herbouwd, zodat je een vrij goed idee krijgt hoe het er moet uitgezien hebben destijds. En het uitzicht alleen al is de klim waard.
Tegen dan vond Wolfs rug het welletjes, en heeft hij nog wat op zijn tanden moeten bijten om terug naar beneden te gaan. Gelukkig ging dat een pak vlotter dan het klimmen, bij momenten zelfs een beetje té vlot op de gladde steen. We installeerden ons beneden op een terrasje met elk een gróót glas ijskoud drinken, en voelden ons stilaan terug op normale temperatuur komen. Daarna zochten we ons een weg doorheen de straatjes, en vond ik een winkel- en dus ook toeristvrije route.
Terug aan het centrale pleintje waar wel nog auto’s mochten komen, hebben we onze beste vijf euro van de dag besteed: een kort taxiritje van beneden tot aan onze parking. Amper een paar minuten in de auto, maar echt wel een hele klim bespaard. Oef!
We stopten nog heel even op een miniparking om er de knapste foto’s van het stadje te maken, en reden toen fluks terug.
Tegen kwart voor acht waren we terug aan het hotel, een beetje afgekoeld, maar toch sprongen Merel en Kobe nog onmiddellijk in het zwembad, terwijl de rest van ons ging douchen. De zon ging net onder toen we gingen eten, tegen half negen, en om half tien lagen we hier allemaal voor pampus.
Een zalige dag gehad, met tien geocaches, en een hele mooie uitstap naar Lindos. Maar wel blij dat we het niet met de reisleiding hebben gedaan, want dat zou in de hitte geweest zijn, en wat zouden we in hemelsnaam gedaan hebben met twee uur vrije tijd in het stadje zelf?
Nee, geef mij maar de vrijheid van een eigen auto. En ja, dan haal je al eens 19.000 stappen op een dag, ja.