Ik geef het toe, ik was vandaag behoorlijk ongerust. Saruman werd gisteren namelijk netjes ontdaan van zijn edele delen en voorzien van een chip, en vond dat niet bepaald zo aangenaam. Heel begrijpelijk, overigens. Ik was hem gisterenavond tegen zessen gaan ophalen, en het viel nog behoorlijk mee: hij installeerde zich niet echt in mijn armen, maar wel op een van zijn gebruikelijke plekjes, op een poef aan mijn voeten. Rustig en wellicht nog een beetje onder de indruk, maar bon.
Toen ik ging slapen, lag hij dus nog mooi ergens in de zetel, voor zover ik weet. Ik had het kattenluik naar de berging en zijn kattenbak open gelaten, maar dat naar buiten dicht gehouden, op aanraden van de dierenarts.
Deze morgen was hij echter nergens te bespeuren. Tiens. Zelfs toen Chantal (de kuisvrouw) hem zijn gebruikelijke snoepje wilde geven – iets waar hij normaal gezien al op voorhand voor gaat staan miauwen – kwam hij niet aanlopen. De hele dag bleef hij vermist: hoe ik ook riep of vers eten aanbood: geen Saruman te zien. Was hij nu toch buiten geraakt op een of andere manier, en was hij versuft ergens onder een auto gelopen, of zat hij ergens anders binnen? Geen idee…
Wolf riep, Kobe riep, ik ging op alle kattenplekjes kijken, maar nee, geen Saruman.
Rond een uur of vijf belde ik ongerust naar de dierenarts met de vraag of dit wel normaal was, en ook zij vond het verdacht. Niet meteen een antwoord dat me geruststelde, geef ik toe.
Maar nog wat later zaten Kobe en ik in de zetel, allebei te lezen. En plots riep Kobe: “Ey mama, ik hoor Saruman snurken!” Wat bleek? Het beest zat al de hele dag achter de zetel onder de hangkast, en had zich gewoon nog niet willen laten zien, boos als hij was op mij.
We hebben de zetel verschoven, kat opgevist, en hem bij ons gelegd. Waarop hij prompt, verontwaardigd met de staart in de lucht, zich een eind verder ging leggen, maar niet zonder eerst wat te eten.
Mysterie opgelost, gezin opgelucht.
En nu nog afwachten hoe lang Saruman nog boos blijft op ons…