“Het lot staat meestal om de hoek te wachten. Alsof het een pooier is, een hoer, of een loterijverkoper: de drie meest gebruikte incarnaties. Maar waar het niet aan doet, zijn huisbezoekjes. Je moet er zelf achteraan gaan.”
Na de immense stapel pagina’s van Dorothy Dunnett wilde ik toch weer even terug naar een klassieker, eentje van de BBC-lijst. Mijn keuze viel op dit boek, en jawel, terecht een klassieker. Ik heb het bijzonder graag gelezen, al vragen de stijl en de inhoud wel een beetje inspanning.
Daniel Sempere wordt als jongen meegenomen door zijn vader, een boekhandelaar, naar het Kerkhof der Vergeten Boeken om daar een boek te vinden dat zielsverwant is met hem. De jonge Daniel haalt er De Schaduw van de Wind van ene Julian Carax uit de rekken, en haalt zich daarmee een hoop problemen op de hals. Want wanneer hij wil achterhalen wie die Carax eigenlijk was, komt hij te weten dat er iemand is die alle boeken van Carax opkoopt, zoekt, steelt en vernietigt. Hmm? Het houdt Daniel niet tegen om zich te verdiepen in de verdwenen Carax en diens leven te proberen reconstrueren. Maar net daardoor verzeilt hij zelf in een onoverzichtelijk kluwen waarbij zijn eigen leven een parallel lijkt te vormen met dat van Carax.
Uiteindelijk wordt het hele mysterie opgelost door een lange brief – ja, dat had wel eleganter gekund, ja – van een van de personages waardoor je eindelijk te weten komt wat er vroeger allemaal is gebeurd met Carax. En dan moet Daniels leven zelf nog opnieuw op de sporen geraken natuurlijk.
Zafón schrijft vooral een bijzonder bloemrijke taal, die wat doet denken aan Márquez, maar dat komt uiteraard ook door het magisch realisme dat beide auteurs aanhangen. De personages verliezen zich al eens in filosofische overpeinzingen en van de eerste tot de laatste hanteren ze dezelfde barokke taal, maar dat stoorde me eigenlijk niet. En dat de plot een beetje deus ex machina-gewijs opgelost wordt, eigenlijk ook niet.
Ik heb alvast genoten van het boek, ja. En ik heb nog maar eens beseft dat ik dringend eens naar Barcelona moet. Al ben ik blij dat het daar nu niet meer zo grimmig is als ten tijde van de burgeroorlog.