Carglass en de Oude Kale

Het klinkt bijna als de titel van een strip, maar het was mijn namiddagje vandaag. In de voormiddag had ik examentoezicht, maar om drie uur moest ik dus bij Carglass staan om mijn zijruitje te laten vervangen. Dat met die bizarre barst, weet u nog?

Intussen was die barst nog iets enthousiaster geworden, maar gelukkig bleek het veiligheidsglas en viel het dus nog mee.

Ik liet mijn auto achter daar op de hoek van de Wiedauwkaai en ging even mijn cache aan de Tolhuissluis inspecteren, wat me meteen een pracht van een wandeling opleverde met urbex-dimensies. Vlak naast een van de drukste punten van Gent ligt dus een heel mooi stukje, waarbij ik zelfs onder een brug ben geklauterd en door een strook gras langs het water.

Nu ik toch onderweg was voor autodinges, kon ik evengoed eens langs de garage voor mijn bumper. De carrosserieafdeling is namelijk niet achter de hoek bij ons, daar had ik gisteren al voor gebeld, maar in Zomergem, bij garage Lammens. Ik reed dus fluks naar Zomergem, hoorde daar dat ze wel de schade konden fotograferen en dergelijke, maar dat er eerst een werkorder moest komen van de verzekering. Terug naar af en vooral ook naar Bart, dus, want papierwerk is niet mijn sterkste kant, om het met een licht understatement te zeggen.

En toen vond ik dat ik nog tijd had, dat het eens niet regende, en dat ik nog twee caches kon oppikken net over de Lobrug, in de vallei van de Oude Kale. Dat bleek uiteindelijk een pak langer te duren dan gedacht omdat ik bij de eerste toch wel een half uur vruchteloos staan zoeken heb, maar bon, ik heb intens genoten van de buitenlucht en de stilte.

Het was er woest, nat, modderig maar ook zeer zeer fijn. Aanrader.

Krak (maar dan onhoorbaar)

Nu heb ik weer wat voor, zeg.

Ik ga dinsdag Stefaan ophalen in Belzele om samen naar de Cthulhu te gaan. De mens mag nog even zelf niet rijden wegens medische redenen en voor mij is dat niet zo ver om.

Bon, ik rij in zijn doodlopende straat, keer mij op de oprit van zijn gebuur en zie tegen dan zijn dochtertje komen aanhuppelen. Ik doe dus de ruit van de passagierskant naar beneden, zeg hallo tegen het meisje en wacht tot haar papa er is. Die stapt in, en terwijl we praten, doe ik de ruit weer dicht. Waarop Stefaan zegt: “Wat is dat met uw ruit?” Euh, wat is er met mijn ruit, misschien?

Ik kijk en zie een ganse dwarse streep over die ruit. Huh? Daarnet was dat er nog niet? Een slakkenspoor of zo? Nee hoor, ik stap uit, ga kijken en zie dat het een ganse dwarse barst is, met een oorsprong als van een kleine steeninslag. Maar huh???

We hebben geen van beiden iets gemerkt, geen van beiden iets gehoord, en ik ben er zeker van dat die barst er nog niet was toen zijn dochter kwam aanhuppelen, want anders had ik die wel gezien.

Soit, het is iets dat Carglass over twee weken wel zal herstellen, want dit soort zijruiten hebben ze niet standaard liggen. Nu maar hopen dat het intussen niet verder barst, maar gelukkig is het blijkbaar veiligheidsglas.

Serieus zeg…

EDIT: de foto is van twee weken later en die barst is behoorlijk verder gelopen, met nog enkele barsten erbij.  Hmmmm….