Dood.
Ik lig in mijn zetel, en ik ben niet van plan er vanavond nog uit te komen. Of zelfs maar een teen te verroeren.
Laat ons stellen dat ik er een klein beetje over ben gegaan vandaag. Klein beetje maar.
De voormiddag was weliswaar rustig, maar toch weer meer dan gewoon in de zetel liggen: met Wolf naar de Poel rijden, en een uurtje rustig in de Labath een manuscript zitten verbeteren, met een grote latte erbij. Thuis had Bart het eten al op tafel, en maar goed ook: om kwart over een stapten Wolf en ik alweer in de auto, richting OpenSchoolDag.
Ik geef toe: daar was ik een beetje over in mijn gat gebeten, jawel. Toen vorige week namelijk de dienstnota verscheen over de Openschooldag, zag ik dat ik zonder boe of ba gewoon was ingeschakeld op school, en dan nog voor een dubbele taak: zowel de medebar als het nemen van foto’s. Prompt mailde ik terug: dat ik nog steeds 100% in ziekteverlof ben, en met reden. Dat mijn lijf dat niet aankan, en dat ik dus niet van plan was de hele tijd te blijven. Ik kreeg een verontschuldigend mailtje terug: dat ze dachten dat ik sowieso kwam, en dat ze me daarom hadden ingeschakeld. Ik was er echt niet mee gediend: ik doe al, ondanks mijn ziekteverlof, de website en de rest van de communicatie, de flyers, de brochures, de integratielesjes: was een simpel telefoontje dan zo veel gevraagd misschien? Toen ik iets later dan de adjunct aan telefoon had, heb ik hem dat ook nog even meegedeeld.
Maar bon, tegen half twee stond ik dan toch op de OpenSchoolDag, waar mijn collega’s al volop bezig waren met leerlingen, en waar ik maar plaats moest nemen achter de bar. Een lieve, fotogekke collega kreeg mijn fototoestel in handen, en trok maar liefst 400 foto’s: mooi meegenomen!
Ik had gedacht van om half vier weg te gaan, een half uurtje te gaan liggen thuis, en dan te zorgen dat ik om 16.45 uur op de generale repetitie zou zijn voor ons concert morgen. Niet dus: er was echt veel volk, en ik bleef maar uitleg geven en mede schenken. Ik ben ook gaan zitten en voor een stuk blijven zitten, want het ging gewoon niet meer. Om vijf uur ben ik dan echt weggevlucht, terwijl Wolf achterbleef om in mijn plaats op te ruimen.
Ik ben nog even langs huis gegaan om een kwartiertje te gaan liggen en de pijn te laten wegebben, maar uiteindelijk stond ik om half zes dan toch weer op de generale repetitie, tot half acht. Toen konden ze me ongeveer samenvegen. Ik ben naar huis gereden, heb gegeten, en lig nu dus in de zetel. Pompaf. Plat.
’t Zal straks wel weer beteren hoor, maar nu nog eventjes niet.
Cantandum in Korsele
De première van ons koor se!
Ik heb me de hele dag koest gehouden, zodat ik tegen kwart voor vijf – ik had net Kobe opgehaald van zijn fagotles – kon vertrekken naar Horebeke voor het concert. En ja, ik kon het niet laten, letterlijk in het passeren heb ik nog een geocache opgepikt, een hele mooie aan het geconserveerde overblijfsel van een hele oude catalpa in Zingem.
En het concert zelf? Wel, we hebben de pannen van het dak gezongen, en ook al was zeker één werk behoorlijk onzuiver, we kregen een staande ovatie. Altijd leuk, natuurlijk, voor een eerste concert!
Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik binnen de grote groep van Cantabile – de meesten kenden elkaar dan ook al jàren – nooit echt mijn draai heb gevonden. Maar dit koor, ja, dit ligt me. Ik had in het begin een beetje mijn twijfels bij de dirigent, maar Geert haalt meer uit ons dan de vorige dirigent, heb ik zo het gevoel. Hij doet het in elk geval schitterend, en ik hoop dat hij met ons verder wil. En mijn medetenoren, yup, ook dat klikt wel. We hebben in elk geval altijd heel veel lol, daar op die achterste rij, en dat is wat telt.
Op naar het concert van zondag!
365 – 26 januari 2018 – protestantse kerk van Korsele
Integratie
Elk jaar komen er verschillende klasjes zesdestudiejaartjes een paar lessen volgen bij ons om kennis te maken met de school. Uiteraard krijgen ze dan vakken die ze in het lagere niet krijgen en waarvoor ze bij ons kunnen kiezen: technologie en ICT, cultuur en filosofie, wetenschappen, en natuurlijk ook Latijn.
Ik ben wel nog steeds volledig in ziekteverlof, maar toen mijn vervangster vroeg hoe ze die lesjes moest aanpakken, bood ik aan om ze zelf te komen geven. Ik heb de bundels opgesteld, ik doe het al jaren, ik ken het klappen van de zweep, en voor ons vak is het echt cruciaal.
Vandaag stond ik dus op school, gaf ik anderhalf uur les, en was ik stikkapot. Wat overigens normaal is, mijn collega wetenschappen zei net hetzelfde. Voor zo’n lesjes ga je namelijk voluit, de hele tijd. Met een eigen klas is dat helemaal anders, maar deze kleintjes moet je voor je winnen, vandaar.
Maar het was dus ook voor mijn rug welletjes, ik was blij dat ik daarna kon gaan liggen.
Ik heb trouwens de beste vent ter wereld, en een bijzonder fijne vakgroep! Zaterdag is er namelijk de Openschooldag, en houden wij weer medebar met hapjes en al. Ellen gaat vrijdag het laatste uur de klas volledig inrichten met haar leerlingen, want dat kan ik echt niet. Vandaag had ik dus al een halve koffer vol gerief mee naar school. De meeste dingen had ik gisteren in de loop van de dag al klaargezet, netjes verzameld in een kartonnen doos of twee, maar dat zelf dragen, ho maar. Ik wou vanmorgen dus vragen aan Bart om dat gerief allemaal in mijn auto te zetten, maar dat had hij spontaan zelf al gedaan. En iets later kreeg ik zelfs nog een smsje om me succes te wensen vandaag. Zalig, toch?
Blij dat ik in de namiddag dus deftig kon liggen, want ’s avonds reed ik fluks naar Horebeke, in de buurt van Oudenaarde: generale repetitie voor ons concert morgen. Ik had wel een strijkstoel mee om op te kunnen zitten, maar echt goed voor de rug is dat toch niet.
Enfin, blij dat het me toch allemaal lukt. Een paar weken geleden zou het nog niet gegaan hebben, al dat rondlopen en rechtstaan. Het wordt nog een zwaar weekend, dat ook.
365 – 25 januari 2018 – vleugel
Eerste concert van Cantandum!
Dat ik een fervent koorzanger ben, dat kon u hier al vaker lezen. Dat we met de helft van het ter ziele gegane Cantabile een nieuw koor hebben opgericht, ook.
En nu is er dus het eerste concert van dat nieuwe koor, zijnde NIEUW. Het is een nieuwjaarsaperitiefconcert, zeer uiteenlopend qua stijlen, maar met als rode draad dat nieuwe dus.
Verwacht muziek van Leonard Bernstein, maar ook Rossini, Poulenc, Rutter, Mendelssohn… We zijn er nog op aan het zweten, maar we hebben een excellente dirigent, een van de vaste dirigenten van het conservatorium, Geert Soenen, en voor hem moet het uiteraard goed zijn, of hij zou het niet doen.
Enfin, volgende week zondag, u weet dus wat gedaan. Kaarten te krijg via mij, of via de website. Liefst via mij natuurlijk. Gans mijn gezin en ons pa zullen er ook zijn, en het glas achteraf is inbegrepen in de prijs.
Tot zondag!
Cantandum
Doordat mijn rug kapot is, geraak ik uiteraard ook niet in mijn koor. Ik heb daar hartzeer van, echt, want ik kon de repetities goed gebruiken. In januari hebben we namelijk twee concerten, en ik heb nog serieus wat oefenwerk. Maar bon, ik zal dan maar hier thuis zorgen dat ik alles instudeer zeker? Het is niet hetzelfde, maar het zal wel helpen, en hopelijk lukt het me tegen december om toch tenminste die twee uur in het koor te zitten. Ach, we zien wel.
Ik heb van hen in elk geval al een allerliefst kaartje gekregen om me beterschap te wensen en me een hart onder de riem te steken. Ze missen me, zeggen ze…
Ik kan gelukkig wel op mijn laptop werken, hier al liggend in de zetel, en dus had ik tijd genoeg om aan de website van het koor te werken. Veel is het nog niet, want het is niet alsof we een echte historiek hebben, en voorbije projecten en zo, maar bon, er staat tenminste al iets op.
Voor wie het eens wil zien: www.cantandum.be. En wie over een goeie stem en een stevige dosis notenkennis beschikt, mag ook altijd gerust komen meezingen hoor!
365 – 18 mei 2017 – Spaansegouverneurswoning
Es ist vollbracht.
Mja. Alweer een kort hoofdstuk afgesloten: daarnet heb ik het allerlaatste concert van Cantabile gezongen.
Cantabile, dat was in de koorwereld een begrip. 58 jaar geleden zijn ze begonnen onder Jos Vandenborre, en vandaag zijn ze definitief gestopt. Ik heb er dus een jaar gezongen, en twee concertreeksen (-reeksjes) meegemaakt. Ik ben geen sociaal mens, dus vrienden heb ik er niet gemaakt, maar dat was ook niet mijn intentie. Wel heb ik er wondermooie muziek gemaakt, en dat is wat telt.
Eén lid heeft de volle 58 jaar meegezongen, maar er waren er wel meerdere die meer dan twintig of zelfs dertig jaar op de teller staan hadden. En dus was deze avond een emotioneel moment. Goh, zelfs ik heb even moeten slikken, en ik zong amper een jaar mee. De kerk zat dan ook vol met enkel genodigden, het was een gratis concert met uitgebreide receptie achteraf. Op die receptie ben ik niet lang gebleven: ik had drie kaarten gevraagd en gekregen, voor mijn pa, en voor Wolf en Kobe. Eigenlijk had ik Bart in gedachten gehad, maar Kobe vroeg om echt mee te mogen, en voor Bart zou het toch eerder geweest zijn om mij een plezier te doen.
Nochtans is de Johannespassie van Bach niet het meest toegankelijke muziekstuk voor een 13- en een 9-jarige. Maar ze vonden het prachtig, en ik kan hen geen ongelijk geven: de solisten waren schitterend, stuk voor stuk, en ik heb een diepe bewondering voor Adriaan De Koster, de evangelist. Wat een prachtige, zuivere stem met immens veel zeggingskracht… Chapeau! De kinderen hadden vooral oog voor de barokinstrumenten die je ook niet zo vaak ziet: de aartsluit, de viola da gamba, het orgel, de Franse hoorns, de viola d’amore… Wolf vindt die muziek zodanig mooi dat hij zelfs een spreekbeurt over de barokmuziek gaat maken, zegt hij. Goeie smaak, die kinderen van mij.
En al zeg ik het zelf: Cantabile stond er, zo voor de allerlaatste keer.
Maar niet getreurd: met ongeveer de helft van het koor gaan we verder, onder een andere dirigent, onder een andere naam, zijnde Cantandum. Een verwijzing naar Cantabile, uiteraard, maar meer dan dat: we gaan verder gewoon omdat “er moet gezongen worden”.
Nog geen idee hoe of wat, en of de stemmen wat haalbaar zijn, maar bon, we zien wel.
In elk geval: bedankt, Cantabile. Het was een mooi jaar.