Eigenlijk heb ik nooit leren schaken. Ik ken vaag de spelregels, maar daar houdt het ook compleet mee op. Dammen, dat heb ik wel vaak gedaan als kind, maar da’s ook al minstens dertig jaar geleden.
Mijn pa daarentegen was vroeger een verwoed schaker, en was er ook niet echt slecht in, voor zover ik hoor. Wolf speelt zeer graag gezelschapsspelletjes, en dus leek het me ideaal dat ons pa Wolf zou leren schaken. Ik heb ooit vroeger nog zijn prachtige set meegetsjoept van thuis, blijkbaar met Romeinen en Galliërs, maar een bord had ik hier niet. Enfin, ik dacht van wel, maar het bleek een dambord te zijn.
Geen nood: the internet to the rescue! Ik zocht en vond een printbaar schaakbord, plakte het boeltje aan elkaar, en opgelost. Of nee, toch niet helemaal, want de stukken waren net te groot voor het uitgeprinte bord. Gelukkig had ik nog een ander set schaakstukken staan, simpele glazen stukken die mijn broer ooit ging weggooien wegens bijhorend bord kapot.
Ons pa bleef dus eten, en probeerde eerst nog de zelfgemaakte camera obscura uit.
Daarna nestelde hij zich met Wolf in de tuin, leerde hem (en en passant ook Kobe) de basis van het schaakspel, en ondertussen was er een fantastische fruitsla die Wolf in de voormiddag had gesneden, met versgedraaid ijs dat we net zelf hadden gemaakt.
Win win, noem ik dan zoiets.