Tripje naar Brussel

Vandaag nog eens de trein genomen naar Brussel se. Voor een vergadering van het Certaminacomité, u weet wel, de organisatie achter de Latijn- en Grieksolympiades.

Ik ga u niet vervelen met de vergadering op zich, die was goed en functioneel en kon gelukkig niet vervangen worden door een paar mailtjes. Zo hoort het ook.

Maar ik nam dus nog eens de trein, en ergens vind ik dat wel nog wat hebben. Nee, ik zou het écht niet alle dagen willen doen: afgeschafte treinen, geen plaats, treinen met vertraging… En ik ben blij met de Dampoort Express, zoals hij blijkbaar soms genoemd wordt: een trein die vanuit Brussel niet naar Gent-Sint-Pieters rijdt zodat ik moet overstappen, maar gewoon rechtstreeks naar de Dampoort, waar mijn fietsje staat.

Ik kijk dan ook met genoegen rond naar de mensen en gebouwen om me heen, en stelde me de vraag over dit zicht op het perron in Brussel Noord:

Dat is dus wel degelijk een perron, mét een deur met verschillende bellen. Dan vraag ik me keihard af wat er achter die deur zou liggen. En waarom er dan verschillende bellen moeten zijn. Zou daar iemand wonen? Iets van kantoren? Opslagruimte? En mag iedereen dan zomaar daar het perron op lopen? Zou iemand al ooit belleketrek gedaan hebben daar?

Oh, en het is niet alsof de treinreis zelf van een leien dakje verliep. Ik koop mijn ticket gewoon thuis via de computer en laat het dan op mijn e-ID zetten. Nog wel zo gemakkelijk. Als de apparatuur van de NMBS werkt tenminste. De conducteur zijn machine weigerde mijn kaart te lezen, en hij begon bijna mijn ticket in twijfel te trekken. Alsof ik dan spontaan mijn IDkaart aan hem zou geven, ervan uitgaande dat zijn spel niet ging marcheren, of wa?
Maar hij zocht een en ander op, tikte ijverig op zijn andere machine, en produceerde prompt een “regularisatie”. Ik hoefde zelf geen verdere stappen te ondernemen, het euvel was doorgegeven aan de juiste instanties en dat was dat.

Allez hup. Trein, altijd een beetje reizen? Goh ja…

De Dampoort Express

Vandaag zat ik weer de hele namiddag in Brussel voor het Certaminacomité. ’t Is een bezigheid als een ander, maar ik vind het eigenlijk wel zeer fijn om te doen, ook al doe ik er eigenlijk niet zo heel erg veel.

Natuurlijk moet ik dan wel de trein nemen. Voor het gemak rij ik altijd naar Gent Dampoort: het is een eindje naar Sint-Pieters en je kan er ook voor geen meter parkeren. En die ondergrondse garage daar is knudde… Enfin, als het kan neem ik de fiets, maar zo ’s morgens vroeg in de halve regen, nee bedankt.

Ik moet dan doorgaans naar Sint-Pieters sporen en overstappen op een trein naar Brussel. Tot mijn grote verbazing was er nu ook een trein die een zeer bizar traject aflegt, via Melle, Merelbeke en Gentbrugge. Blijkbaar wordt dat onder vaste pendelaars de Dampoort Express genoemd, en eigenlijk is dat best wel gemakkelijk.

Hij rijdt maar twee keer op een dag, zo blijkt, een keertje ’s morgens en een keertje ’s avonds. Maar wat een gemak, zeg! En lekker rustig.

Ben ik blij dat ik niet alle dagen naar Brussel moet…

Certaminavergadering

Ik heb me nog verdomd hard moeten haasten vandaag, en dat was eigenlijk te stom om los te lopen.

Eerst ging mijn ochtend veel te traag en toen plots veel te snel, waardoor ik me gigantisch moest haasten om te koken, en totaal onterecht gigantisch ben uitgevlogen tegen de jongens. Enfin, een en ander zorgde er toch nog voor dat ik nog snelsnel kon eten voor ik in de auto sprong richting Dampoort en daar de trein nam. In Sint-Pieters moest ik dan een kwartier wachten op mijn trein naar Brussel, en dus ging ik op mijn gemak buiten een paar pokémon vangen, en toen dacht ik: “Oh, zo’n frappuccino van de Starbucks, dat is mega lang geleden zeg!” Ze mogen dan pokkeduur zijn, af en toe kan het wel. Alleen… had ik er niet op gerekend dat de wachttijd zo lang ging zijn, en dat ze het rustig aan deden ginder. Ik heb verdorie nog gelópen daar in de gang met mijn frappuccino in de hand om nog net op tijd op de trein te kunnen springen. Vreemd genoeg had ze dan nog wel mijn naam correct geschreven…

Enfin, ik kwam in Brussel aan, wandelde op ’t gemak naar het Consciencegebouw en verwonderde me weer over de naamgeving van alle zalen. Zalig toch?

Er volgde een stevige vergadering met een aantal krijtlijnen, en toen namen Gwen en ik samen de trein naar Gent, waar we ons alsnog even op een terrasje placeerden, voor zij met de fiets naar huis reed en ik nog de trein tot in de Dampoort nam.

Enfin, een fijne dag, alles tesamen. Oh, en aan de Dampoort werd ik al helemaal goed gezind. Onderstaand bord eens goed lezen.

Mijn Gent, ik zie u graag, verander nooit!

Certaminacomité

De vorige vergadering was ik vergeten te noteren in mijn agenda en ik stond die avond vierdubbel geboekt. Tsja.

Vandaag nam ik echter weer fluks de trein naar Brussel, stapte tot het Consciencegebouw, en stelde vast dat er amper 5 grijzende heren aanwezig waren: geen jongere mensen, geen vrouwen zelfs. Ah bon?

Maar om een of andere reden werd het wel een jolige vergadering, waarbij we toch wel een en ander konden afwerken. En tegen vier uur kwam ook Gwen van Hasselt, zodat we na de vergadering nog rustig iets konden drinken in ’t station en daarna samen de trein namen. Echt, zonder Gwen had ik nooit overwogen om in het Certaminacomité te komen, maar dit kletsen doet ons gewoon goed.

Ik stapte mee uit in Gent- Sint-Pieters en zij gooide me af aan de Dampoort waar mijn fietsje stond. Op een fijne dag als vandaag was ik namelijk met de fiets gekomen: zo ver is dat nu ook weer niet.

Geen idee waarom de sfeer op die  vergadering zo… jolig – ja, da’s toch wel het correcte woord – was, maar ik vond het echt wel amusant. Vreemd volk, die classici, maar echt wel sympathiek. En dus vooralsnog nog geen spijt van de beslissing om in het olympiadecomité te gaan.

 

Henry Van De Velde Design Awards

Bart vroeg me een tijd geleden of ik zin had om mee te gaan naar Brussel, naar de Henry Van De Velde Design Awards. Dat wordt immers georganiseerd door Flanders DC, en daar zit hij in de Raad van Bestuur van.
Ik zei absoluut niet nee: ik heb het wel voor design en volg dat zo’n beetje, al hebben we er eigenlijk zo goed als niks van in huis. Iets over vijf reden we dus richting Brussel, om iets over zes gewoon vlak voor de Bozar te kunnen parkeren. Er was een uitgebreide en blijkbaar vrij exclusieve pre-happening, een walking dinner voor alle laureaten en vroegere prijswinnaars. Een redelijk heterogeen en eclect publiek, geloof me, met een hoog m’as-tu-vu gehalte.

We raakten quasi onmiddellijk aan de praat met Joannes Vandermeulen van Namahn, een zeer beminnelijk en nieuwsgierig man, aangenaam gezelschap. En intussen werd er gegeten, en vooral genoten van het dessertenbuffet.

En toen waren er de awards. Kurt Van Eeghem ligt me nog altijd niet, maar die man beheerst wel zijn metier als presentator, hij doet het eigenlijk zelfs bijzonder makkelijk lijken. En de winnende ontwerpen, wel, sommige dingen zijn echt knap en andere… De gustibus et coloribus, zeker?

Voor de eindreceptie zijn we niet meer gebleven: Bart was aan het crashen en wilde zeer graag naar huis. Maar het was wel eens een belevenis, ja.

Certaminavergadering

Jawel, een latenamiddagvergadering in Brussel, dat doe je het best met de trein natuurlijk. Rond vier uur nam ik die aan Dampoort Station, tufte vrolijk naar Brussel Centraal, kocht me van pure goesting een warme wafel, liep in de halve motregen nog even wat verder om een cache aan het Muziekinstrumentenmuseum, en ging dan richting Don-Boscocollege.
2.5 uur later – jawel! – sloten we de vergadering af en gingen we met zijn allen, of toch zo goed als, nog iets eten in ’t Goudblommeke van Papier, blijkbaar een Brussels instituut. Speciaal, bruin café met inderdaad zeer lekker stoverij.

Kwart voor tien zaten we terug op de trein, om elf uur stond ik thuis. Stevige avond gehad, helaas zonder Gwen, maar eigenlijk best wel fijn. Zo’n olympiadecomité, het is me wat…

Pompeii the immortal city

Ne mens zou denken: ge hebt uwe voet stevig verstuikt in Pompeii, ge hebt het niet meer zo voor die stad… Maar ik wil echt waar onmiddellijk terug, en daar dan gewoon twee dagen rondlopen. Helaas, dat zit er zo niet meteen in, niet alleen qua tijd, maar vooral qua rug.

Next best thing: de tentoonstelling in De Beurs in Brussel. Laat dit nu perfect aansluiten bij wat we gezien hebben in het tweede jaar, namelijk de teksten van Plinius over de uitbarsting van de Vesuvius, en dan uiteraard ook alle dingen in en rond Pompeii. We laadden dus 40 leerlingen en drie collega’s in de schoolbus, en reden fluks richting Beurs. Daar konden we gelukkig binnen onze boterhammetjes opeten, en daarna kregen we een rondleiding door een gids in drie groepen. Helaas, die mannen zijn erop getraind om te gidsen voor een heel breed publiek, en het hielp dus niet om te zeggen dat de onze er echt wel al behoorlijk wat vanaf wisten. Soms dacht ik dat ik er beter zelf uitleg over zou kunnen geven, maar bon.

Groot is de tentoonstelling niet, één grote zaal, maar ik vond ze wel machtig interessant, en ik zou eigenlijk wel nog terug willen, al was het maar om op mijn eigen tempo alles beter te kunnen bekijken.