Deze trilogie werd me aangeraden door verschillende mensen, en ik kan ze geen ongelijk geven. Ik heb al beter gelezen, maar zeker ook al slechter.
Het verhaal, dat over drie boeken loopt – The Archer’s Tale, Vagabond, Heretic – gaat over een jonge boogschutter, Thomas, wiens dorp uitgemoord wordt en die dan zelf ook maar een onderdeel van het Engelse leger wordt, met alle gevolgen vandien. Maar eigenlijk zit er een heuse zoektocht in naar de Heilige Graal – afhankelijk van de bron: de beker waaruit Christus dronk tijdens het laatste avondmaal, of de beker waarin zijn bloed is opgevangen toen hij aan het kruis hing. Het geheel speelt zich af in de veertiende eeuw in een zo correct mogelijk weergegeven Middeleeuwen: de belegeringen en veldslagen zijn historisch, de meeste personages ook. En toch voelt het verhaal zeker niet geforceerd aan: Thomas is van vlees en bloed en beweegt zich als Engelse boogschutter moeiteloos in de dorpen, steden en donkerte van die tijden. Verwacht dus geen echte fantasy of magie, die is er niet. De gevechten zijn dan ook heel realistisch en navenant bloederig beschreven, de verkrachtingen zijn, tsja, niets aan de verbeelding overlatend, en de hele geschetste wereld is ruw en rauw, met een diepe verachting voor de toenmalige kerk.
En ik denk dat het net dat was dat me eigenlijk wel aansprak, al zijn sommige beschrijvingen bij momenten nogal lang uitgesponnen. En hoe verliefd kan je zijn op de Engelse grote handboog? Ja, het was een machtig maar aartsmoeilijk wapen, maar Cornwell beschrijft het wel bijzonder uitgebreid.
Maar heb je graag de rauwe Middeleeuwen, met realistische beschrijvingen en een toch wel goed verhaal? Dan is dit zeker iets voor jou.