Donderdagvoormiddag ging de telefoon: Merel was beginnen overgeven, of ik haar niet kon komen ophalen.
Bart kon gelukkig overnemen in de namiddag, en dat was dat, dacht ik. Want meestal is zo’n buikgriepje een eendagsaffaire, en is ze de volgende dag weer helemaal in orde.
Helaas. Dat bleek dus niet het geval, want toen ze ’s morgens opstond, nam ze één hap van een boterham, en ging daarna terug naar de zetel. En het glas water dat ze daarna vroeg, was goed voor een impersonatie van ‘The Excorcist’. Helaas was ze net op mijn schoot gekropen, en mocht ik dus zowel de zetel, het parket, Merel als mezelf schoonmaken. Een goeie douche later voelde Merel zich duidelijk wat beter, maar nog echt niet in orde. Hmpf. Geen les dus voor mij.
Tegen ’s avonds voelde ze zich echt wel pakken beter, en dus gingen we picknicken. Ik lette er wel op dat het niet te ver en niet te lang was, en tegen kwart voor zeven waren we al in het clubhuis. Waar ze een soepje dronk, wat foto’s nam, gigantisch blozende kaken kreeg, en tegen half acht half lag te slapen op een paar stoelen.
Reden te meer om deze morgen Merel niet mee te sleuren richting Schaarbeek voor de rugbymatchen van de jongens: Bart was niet thuis, en om dan een paar uur in de kou te gaan staan met een half zieke kleine, nee bedankt. Ik gooide de jongens af op het clubhuis rond acht uur, en Wolf stond te glunderen: zijn eerste match van het jaar! Nog wel onder sterk voorbehoud en maximaal vijf minuten per keer op het plein – gelukkig zijn er onbeperkt spelerswissels bij de rugby – maar toch wel al match. En daarna mocht hij mee met Ian, Amy en vooral Stijn naar de rugbymatch België-Nederland in de Heizel, en dat vond hij minstens even leuk. Ik had hem gelukkig wel pijnstillers meegegeven, en dat was blijkbaar ook nodig.
Enfin, een en ander zorgde dus voor een heerlijk rustige voormiddag met enkel Merel, en in de namiddag er enkel nog een even rustige Kobe bij. En wat doet ne mens dan in een opwelling? Vanillewafeltjes bakken, en een stapeltje ervan inpakken als bedanking voor het meenemen naar de rugbymatch.
Om kwart over zes ging ik Wolf oppikken, pikte thuis dan de rest van de familie op, en reed richting lagere school voor de Culinaire Wereldreis. Veel te veel wijze leuke kleine hapjes gegeten, en vooral ook heel enthousiaste kinderen moegespeeld in hun bed gestoken.
Fijne dag, en ik had vooral de rust eens nodig.