Merel is echt een ongelofelijk empathisch kind met oog voor andermans problemen en vooral kleine geneugten.
Op woensdag moet ik niet naar school en durf ik al eens uitslapen. De kinderen zijn dan zo lief om heel stilletjes te zijn zodat ik zelfs niet wakker word. En wat vind ik dan in de zetel?
Ik had ’s avonds ook barshift in het clubhuis van de rugby. Elke speler moet per jaar zo’n vijftal taakjes doen: clubhuis open houden, boterhammen smeren voor na de match, boodschappen doen, inspringen op een fuif, dat soort dingen. Doordat ze niemand moeten betalen voor de bar maken ze daar stevige winst op en kan het lidgeld voor zo’n ruwe sport laag gehouden worden.
Normaal gaat Merel mee, maar die had totaal geen goesting. Kobe daarentegen was gestraft, mocht geen schermen, en werd dus gesommeerd om mee te gaan: je weet nooit op voorhand of je alleen of met twee staat en alleen kan mijn rug het gewoon niet aan. Het tappen en schenken is geen probleem, maar er wordt ook verwacht dat je de frigo’s weer aanvult en dus met bakken zeult, en dat is totaal geen optie. Enfin, Kobe dus mee, maar Merel wilde wel onze boterhammetjes smeren. Ik mocht niet zien wat erin zat, en dat werd me ter plekke wel duidelijk:
Voor mij de standaard drie boterhammen, voor Kobe nog een extraatje bij wijze van aperitiefhapje en een paar snoepjes voor achteraf.
Zalig toch, die dochter van me?